Motie : Motie van het lid Rudmer Heerema over handvatten voor het omgaan met radicalisering in de klas
35 352 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs
Nr. 23
MOTIE VAN HET LID RUDMER HEEREMA
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 9 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat leraren binnen de Wet verscherping burgerschapsopdracht de opdracht
hebben om leerlingen uit te dagen in gesprek te gaan, waarmee vaardigheden en houdingen
worden ontwikkeld die van belang zijn voor burgerschap;
constaterende dat leraren gefaciliteerd worden op het gebied van burgerschap, bijvoorbeeld
door trainingen door het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling en Stichting
School & Veiligheid;
overwegende dat leraren binnen hun lessen over burgerschap kunnen stuiten op gevaarlijk
en geradicaliseerd gedachtegoed bij leerlingen en dat het van belang is dat leraren
dit op een veilige, zorgvuldige en snelle manier moeten kunnen melden bij hun schoolbestuur
en de juiste instanties;
verzoekt de regering, om binnen de gefaciliteerde trainingen op het gebied van burgerschap
expliciet aandacht te besteden aan handvatten hoe leraren om dienen te gaan met radicalisering
binnen hun klas;
verzoekt de regering, eveneens om de bekendheid bij leraren, schoolleiders en schoolbesturen
te vergroten op welke manier zij het beste kunnen handelen wanneer ze te maken krijgen
met gevaarlijk en geradicaliseerd gedachtegoed binnen hun lessen en op hun school,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rudmer Heerema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid