Amendement : Amendement van het lid Van Dam over preventief toezicht en de begrippen ‘algemene voorwaarden’ en ‘modelovereenkomsten’
35 317 Wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten
Nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DAM
Ontvangen 9 november 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt» vervangen door «worden», wordt «d tot en met p» vervangen
door «e tot en met q» en wordt «een nieuw onderdeel» vervangen door «twee onderdelen».
2. Na het voorgestelde onderdeel c wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. modelovereenkomst: overeenkomst met representatieve organisaties van gebruikers;.
II
In artikel I, onderdeel D, komt onderdeel 1 te luiden:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «of wijziging van» ingevoegd «algemene voorwaarden,».
III
In artikel I, onderdeel E, onder 1, vervalt het voorgestelde onderdeel e, onder verlettering
van onderdeel f tot onderdeel e.
Toelichting
Preventief toezicht.
Collectief Beheers Organisaties (CBO’s) regelen – op hoofdlijnen – langs twee wegen
het gebruik van door hen beschermde rechten met gebruikers. Enerzijds zijn er de modelovereenkomsten
die worden aangegaan met specifieke brancheorganisaties (zoals bijvoorbeeld groepen
horecaondernemers) en anderzijds zijn er de algemene voorwaarden die een CBO eenzijdig
vaststelt en hanteert voor individuele gebruikers die (buiten brancheafspraken om)
een auteursrechtelijk werk willen gebruiken.
Onder de huidige wetgeving moeten zowel de modelovereenkomsten als de algemene voorwaarden
(in bovengenoemde zin) op voorhand ter goedkeuring worden voorgelegd aan het College
van Toezicht Auteursrechten (CvTA). Dit werkt in de praktijk heel goed omdat CBO’s
en brancheorganisaties door de werking van dit preventief toezicht zich er van bewust
zijn dat hun afspraken zich moeten bewegen binnen de door het CvTA te hanteren lijnen
van redelijkheid en billijkheid. Het voorkomt dat veelal machtige CBO’s hun monopolie-positie
ten opzichte van door hen beschermd werk op onevenwichtige wijze uitoefenen.
Het preventief toezicht heeft zich de afgelopen jaren naar ieders tevredenheid ontwikkeld
en is ook niet in de evaluatie van de wet – de aanleiding voor dit wetsvoorstel –
naar voren gekomen als een punt dat verandering behoeft. Uit de evaluatie die in 2016
is gedaan in opdracht van het WODC komt nergens naar voren dat de huidige systematiek
niet goed functioneert. Er wordt wel beschreven dat een nadere verduidelijking van
de reikwijdte van de definitie «modelovereenkomst» wenselijk is. In reactie op de
evaluatie geeft de Minister aan dat het wenselijk is al de definitie wordt verduidelijkt,
zonder dat genoemd wordt dat hiermee de (preventieve) toezichtsbevoegdheid ook gewijzigd
dient te worden.
Bovendien is van belang om op te merken dat modelovereenkomsten veelal doorwerken
in algemene voorwaarden (die worden gebruikt om verplichtingen aan te gaan met individuele
gebruikers). Dat betekent dat (individuele) partijen die niet betrokken worden bij
de modelovereenkomsten tussen CBO’s en brancheorganisaties een groot belang hebben
bij (preventief) toezicht op die modelovereenkomsten, omdat de betekenis van die overeenkomsten
veel verder strekt dan enkel de direct daarbij betrokkenen.
In de huidige wet heeft het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) als externe
toezichthouder op collectieve beheersorganisaties (CBO’s) zowel een rol bij de totstandkoming
of wijziging van modelovereenkomsten met gebruikers (zoals overeenkomsten met brancheorganisaties)
als bij de vaststelling of wijziging van standaard voorwaarden die de CBO oplegt aan
individuele gebruikers. Dit amendement strekt ertoe deze bestaande situatie te handhaven.
Modelovereenkomsten en algemene voorwaarden.
Daar komt bij dat na lezing van de memorie van toelichting enige onduidelijkheid is
ontstaan over de betekenis van het begrip «algemene voorwaarden». In de toelichting
op het voorstel tot wijziging van de wet (paragraaf 3.5.2) worden de modelovereenkomst
en de algemene voorwaarden aanvankelijk als deels overlappende begrippen gebruikt.
Tegelijkertijd wordt in de MvT juist een onderscheid gemaakt tussen de modelovereenkomst
(uit-onderhandeld tussen twee sterke partijen) en algemene voorwaarden die een CBO
eenzijdig heeft vastgesteld en hanteert voor individuele gebruikers in een bepaalde
branche of voor een categorie van gebruikers. Bij deze tweede betekenis van algemene
voorwaarden is derhalve geen sprake van gelijkwaardige partijen en profiteren de individuele
gebruikers niet van de onderhandelingsmacht die bij de totstandkoming van algemene
voorwaarden in de vorm van een modelovereenkomst tussen een CBO en een brancheorganisatie
gegeven is.
Ondanks dit verschil in type algemene voorwaarden (eenzijdig vastgesteld door CBO,
of het resultaat van een meer evenwichtige krachtmeting) introduceert het wetsvoorstel
een regime waarbij algemene voorwaarden moeten worden goedgekeurd door het CvTA en
modelovereenkomsten slechts ter kennis moeten worden gebracht van de toezichthouder.
Het onderscheid tussen de lichtere informatieverplichting en het zwaardere toestemmingsvereiste
wordt beargumenteerd met het verschil in marktmacht aan de gebruikerszijde; bij de
modelovereenkomst «de representatieve (branche)organisatie», bij de algemene voorwaarden
de individuele gebruiker. Dit onderscheid en deze argumentatie zijn niet juist wanneer
men het niet variabele onderdeel van de modelovereenkomst (de gehele overeenkomst
minus de kernbedingen) mede aanduidt als «algemene voorwaarden». Dit amendement beoogt
zowel deze systeemfout als het toestemmingsvereiste voor beide categorieën (zie argumentatie
in de aanvang van deze toelichting) te herstellen.
In het nieuwe wetsvoorstel zou het begrip «algemene voorwaarden» uitsluitend gebruikt
en gedefinieerd moeten worden ter aanduiding van de eenzijdig door de CBO vastgestelde
voorwaarden voor een individuele gebruiker. De term «modelovereenkomst» zou moeten
worden gebruikt en gedefinieerd ter aanduiding van overeenkomsten met representatieve
organisaties van gebruikers, zoals brancheorganisaties.
Het amendement strekt waar het gaat om de definitie van «algemene voorwaarden» en
«modelovereenkomsten» tot expliciete duidelijkheid, door beide als afzonderlijk begrip
met een eigen definitie in de wet op te nemen. In plaats van het begrip «modelovereenkomsten»
wordt er gesproken over «overeenkomsten met representatieve organisaties van gebruikers,
zoals brancheorganisaties».
Van Dam
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid