Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het bericht 'Docenten Emmauscollege bedreigd om spotprent na aandacht voor moord op Samuel Paty'
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Docenten Emmauscollege bedreigd om spotprent na aandacht voor moord op Samuel Paty» (ingezonden 4 november 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 9 november
            2020).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de bedreiging van docenten van het Rotterdamse Emmauscollege nadat
               een spotprent in de klas werd opgehangen?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Wat is uw reactie op de bedreigingen van de docenten van het Rotterdamse Emmauscollege?
Antwoord 2
            
Het is volstrekt onacceptabel dat een leraar is geïntimideerd en bedreigd omdat hij
               de waarde van het vrije woord wil overbrengen op zijn leerlingen. Ik ben ontsteld
               dat dit in Nederland kan gebeuren en leef erg mee met de bedreigde leraar. De bedreigingen
               hebben vanzelfsprekend een enorme impact op deze school en in het bijzonder op de
               leraar die het betreft.
            
Bedreigingen als deze raken de samenleving als geheel. Leraren zullen zich afvragen
               of zij nog wel in vrijheid en veiligheid les kunnen geven op de manier zoals zij willen.
               Op momenten dat de vrijheid en veiligheid van leraren onder druk komt te staan is
               het van groot belang om hen te steunen en met elkaar pal achter de vrijheid van meningsuiting
               te gaan staan. Ik heb dan ook direct persoonlijk contact gezocht met het Emmauscollege
               en de betreffende leraar, om mijn steun en medeleven over te brengen en om er zeker
               van te zijn dat zij alle benodigde hulp krijgen. Dat is gelukkig het geval.
            
Eerder deze week heb ik naar aanleiding van de verschrikkelijke aanslag in Frankrijk
               samen met mijn collega Van Engelshoven scholen opgeroepen aandacht te besteden aan
               de vrijheid van meningsuiting. Scholen hebben hier in groten getale gehoor aan gegeven.
               Op 4 november jl. hebben wij ook in een brief aan uw Kamer gereageerd op deze aanslag
               en op de impact hiervan op het onderwijs in Nederland.2
Vraag 3
            
Is er inmiddels aangifte gedaan van de bedreigingen?
Antwoord 3
            
Ja. Het is ook belangrijk dat dit is gebeurd. De politie, de Inspectie van het Onderwijs
               (inspectie) en een ondersteuningsteam van de Stichting School en Veiligheid (SSV)
               zijn nauw betrokken bij de situatie. Alles wordt in het werk gesteld om de veiligheid
               van alle betrokkenen te garanderen en hen zo goed mogelijk te helpen bij deze situatie.
            
Vraag 4
            
Zijn er recent meer voorbeelden bekend van bedreigingen van docenten na bijvoorbeeld
               het tonen van spotprenten?
            
Antwoord 4
            
Naast de situatie in Rotterdam heeft zich recent ook in Den Bosch een incident voorgedaan.
               Hier zijn vergelijkbare maatregelen genomen en ook hier zijn de politie, de inspectie
               en SSV betrokken. Ook met deze school en leraar heb ik persoonlijk contact opgenomen.
               Er zijn op het moment van schrijven geen vergelijkbare incidenten bekend bij mij,
               de SSV of de VO-raad.
            
Vraag 5
            
Welke extra maatregelen gaat u nemen om te waarborgen dat docenten op een veilige
               manier hun les kunnen geven en de vrijheid hebben om gewoon spotprenten in hun lessen
               te tonen en maatschappelijke problemen te kunnen bespreken?
            
Antwoord 5
            
Leraren moeten in volledige vrijheid en veiligheid hun werk kunnen doen. Daarbij horen
               autonome keuzes van de leerkracht aangaande de meest passende vorm om maatschappelijke
               thema’s te bespreken. Elke vorm van intimidatie en bedreiging vanwege een gekozen
               lesvorm is te allen tijde onacceptabel. Juist wanneer het onderwerpen betreft die
               gevoelig kunnen liggen is het noodzakelijk om deze bespreekbaar te maken in de klas.
               Door het verzorgen van goed burgerschapsonderwijs kunnen bepaalde kwesties in een
               maatschappelijke en rechtstatelijke context worden geplaatst en leren leerlingen omgaan
               met andere perspectieven en meningen. Daarbij leren zij ook respect te hebben voor
               meningen en uitingsvormen die hen onwelgevallig zijn, of zelfs kwetsend kunnen zijn.
               Leraren worden op diverse wijze ondersteund om zulke gesprekken te voeren. Voor de
               maatregelen en de ondersteuningsstructuur verwijs ik naar de brief van 4 november.
            
Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de veiligheid van leraren. Als de veiligheid
               in het geding dreigt te komen is het van belang dat het bevoegd gezag de politie hiervan
               zo snel mogelijk op de hoogte stelt, zodat gepaste maatregelen genomen kunnen worden.
               Het is daarnaast raadzaam om SSV en de inspectie in te schakelen om de school te ondersteunen
               bij het omgaan met een dergelijke situatie.
            
Vraag 6
            
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het Wetgevingsoverleg «Burgerschapsopdracht aan
               scholen in het funderend onderwijs» van 9 november 2020?
            
Antwoord 6
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.