Schriftelijke vragen : Het bericht ‘27.000 statushouders moeten volgend jaar huis krijgen’
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «27.000 statushouders moeten volgend jaar huis krijgen» (ingezonden 4 november 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «27.000 statushouders moeten volgend jaar huis krijgen»?1
Vraag 2
Deelt u de zorg dat de taakstelling om 27.000 statushouders te huisvesten heel ingewikkeld
is voor veel gemeenten?
Vraag 3
Wat is het effect op de wachtlijsten voor sociale huurwoningen als (een groot deel
van) die 27.000 statushouders worden gehuisvest in sociale huurwoningen? Hoe waarschijnlijk
is dit zonder extra maatregelen?
Vraag 4
Deelt u de mening dat gemeenten ook aan hun taakstelling voldoen als (een groot deel
van) die 27.000 statushouders worden gehuisvest in sobere tijdelijke huisvesting?
Vraag 5
Hoe lopen de pilots tijdelijke huisvesting statushouders in Rotterdam, Haarlemmermeer
en Castricum?
Vraag 6
Bent u bereid om meer pilots in gemeenten te starten, om te voorkomen dat volgend
jaar (grote) problemen ontstaan bij het huisvesten van statushouders?
Vraag 7
Hoe lang duurt het gemiddeld tot tijdelijke woningen of flexwoningen kunnen worden
geplaatst?
Vraag 8
Welke maatregelen ziet u om procedures voor het plaatsen van tijdelijke woningen of
flexwoningen te versnellen?
Vraag 9
Bent u bereid om voor het einde van het jaar met spoedwetgeving te komen, bijvoorbeeld
onder de Crisis-en herstelwet, om tijdelijke woningen of flexwoningen bijvoorbeeld
binnen 6 maanden te kunnen plaatsen en om te voorkomen dat volgend jaar (grote) problemen
ontstaan bij het huisvesten van statushouders?
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het wetgevingsoverleg Wonen en Ruimte?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
D.A.N. Koerhuis, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.