Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het afschaffen van de collectiviteitskorting
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over het afschaffen van de collectiviteitskorting (ingezonden 20 oktober 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 4 november 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «De collectiviteitskorting op zorgverzekeringen
verdwijnt. Hoe raakt dat zieken met een smalle beurs»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 2 en 6
Bent u zich ervan bewust dat met het verdwijnen van de collectiviteitskorting ook
de zogenaamde «gemeentepolis» verdwijnt?
Bent u bereid bij het schrappen van de collectiviteitskorting een uitzondering te
maken voor de gemeentepolis?
Antwoord 2 en 6
Afschaffing van de collectiviteitskorting hoeft niet te betekenen dat de gemeentepolis
verdwijnt. Het blijft voor gemeenten en zorgverzekeraars mogelijk om een gemeentepolis
overeen te komen, waarbij de gemeente een premiebijdrage kan verstrekken en de zorgverzekeraar
een premiekorting op de aanvullende verzekering.
Ik heb besloten de collectiviteitskorting op de basisverzekering af te schaffen, omdat
deze korting gefinancierd wordt via een opslag op de premie en niet op basis van een
besparing op de zorguitgaven, zoals de Zvw bedoeld heeft. De premie wordt eerst verhoogd
om deze verhoging vervolgens aan sommigen terug te geven alsof het een korting is.
Aangezien ook voor de gemeentepolis geldt dat de collectiviteitskorting vaak niet
gelegitimeerd wordt op basis van (zorg)inhoudelijke afspraken, zal de mogelijkheid
tot een collectiviteitskorting ook voor gemeentepolissen afgeschaft worden.
Overigens is de collectiviteitskorting voor gemeentepolissen momenteel al relatief
laag. Bij circa een kwart van de gemeentepolissen bedraagt de collectiviteitskorting
zelfs al 0 procent. Terwijl de collectiviteitskorting voor deelnemers aan een gemeentepolis
laag of zelfs nihil is, worden zij wel geconfronteerd met een premieopslag om de (hogere)
collectiviteitskorting van anderen (zoals studenten) mee te financieren. Na de afschaffing
van de collectiviteitskorting zullen zij niet langer geconfronteerd worden met deze
premieopslag. Afschaffing van de collectiviteitskorting hoeft daarom voor mensen die
nu een gemeentepolis hebben, zeker niet te leiden tot een premieverhoging.
Vraag 3, 4 en 5
Bent u het ermee eens dat een gemeentepolis een efficiënt middel kan zijn waarmee
mensen die moeten rondkomen van een minimuminkomen tegen ziektekosten kunnen worden
verzekerd, tegen een voor hen aanvaardbare prijs?
Bent u zich bewust van het risico dat het verdwijnen van de gemeentepolis kan leiden
tot hogere ziektekosten en meer schulden voor de hiervoor bedoelde mensen, en dat
zij als gevolg daarvan mogelijk zorg zullen gaan mijden? Vindt u dat een gewenst effect
van het onverkort schrappen van de collectiviteitskorting?
Hoe beoordeelt u het rapport dat vorig jaar door het CPB over de gemeentepolis is
uitgebracht2, waarbij op de hierboven genoemde negatieve effecten wordt gewezen en er eveneens
een aantal oplossingen voor het voorkómen van die effecten wordt aangedragen?
Antwoord 3, 4 en 5
De gemeentepolis is één van de instrumenten die gemeenten kunnen inzetten om afspraken
te maken over bijvoorbeeld armoede, schulden en het tegengaan van ongewenste zorgmijding.
Het is echter niet per definitie de beste oplossing voor iedereen. Op 12 oktober jl.
heb ik de volgende twee onderzoeken naar uw Kamer gestuurd:3 onderzoek van Zorgweb naar de feiten rondom de gemeentepolis en4 onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut naar de maatregelen die gemeenten en zorgverzekeraars
kunnen nemen om ongewenste zorgmijding vanwege financiële redenen tegen te gaan (zie
Kamerstuk 29 689, nummer 1081). Het onderzoek van Zorgweb laat zien dat tegenover de uitgebreide dekking van de
gemeentepolis een hoge premie staat. Hoewel gemeenten een premiebijdrage verstrekken,
bedraagt de maandelijks premie bij de uitgebreide variant gemiddeld circa 150 euro
per maand.5 Het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut besteedt aandacht aan andere maatregelen
die gemeenten kunnen inzetten om tot financieel maatwerk voor kwetsbare groepen te
komen. Zo kunnen gemeenten ook kiezen voor de inzet van de Voorzieningenwijzer of
Poliswijzer, waarbij verzekerden geholpen worden bij het kiezen van de best passende
zorgverzekering. Daarbij helpt de Voorzieningenwijzer mensen bij het benutten van
andere voorzieningen, zoals de zorgtoeslag en de bijzondere bijstand. Dit kan eventuele
financiële drempels die zij ervaren verminderen. Later dit jaar zal ik een digitale
conferentie organiseren waarin deze inzichten onder de aandacht gebracht worden van
gemeenten.
Het vroegtijdig opsporen van beginnende schuldenproblematiek is ook belangrijk voor
het voorkomen van ongewenste zorgmijding. Binnen de brede schuldenaanpak van de Staatssecretaris
van SZW wordt er gewerkt aan vroegsignalering van (dreigende) problematische schulden.
Op basis van de gewijzigde Wet gemeentelijke schuldhulpverlening mogen gemeenten met
ingang van 1 januari 2021 gegevens ontvangen van zorgverzekeraars, woningcorporaties
en nutsbedrijven over beginnende betalingsachterstanden (zonder toestemming van de
burger). Daarnaast investeren VWS en SZW in goede samenwerking tussen de zorgsector
en schuldhulpverlening. Mensen melden zich soms eerder bij de huisarts met gezondheidsproblemen
die het gevolg zijn van geldzorgen, dan bij de gemeente. Om die reden willen VWS en
SZW huisartsenpraktijken ondersteunen in het herkennen van geldzorgen bij patiënten,
het voeren van het gesprek over geldzorgen met patiënten en het waar nodig warm overdragen
aan hulpinstanties. Op termijn voorkomt dit onnodige herhaalbezoeken en doorverwijzingen
naar zorgspecialisten.
Voor een uitgebreide reactie op het CPB-onderzoek naar de gemeentepolis wijs ik u
op de antwoorden van toenmalig Minister Bruins op uw Kamervragen van 19 augustus 2019
(zie Kamerstuk 2019D32738). Bij deze antwoorden wordt onder andere aangegeven dat gemeenten dienen te bepalen
met welke instrumenten zij hun inwoners met een laag inkomen het beste ondersteunen.
Dit kan een gemeentepolis zijn, maar ook een ander instrument.
Vraag 7
Bent u bereid met zorgverzekeraars en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
om de tafel te gaan om te borgen dat de gemeentepolis ook in de toekomst kan worden
aangeboden, en daar eveneens het in vraag vijf benoemde rapport bij te betrekken?
Antwoord 7
Het is aan gemeenten en zorgverzekeraars om desgewenst tot een collectieve zorgpolis
te komen. Het afsluiten van een collectieve zorgpolis voor gemeenten is geen doel
op zich.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.