Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het advies van de verkenner over de fusie van Santiz
31 016 Ziekenhuiszorg
Nr. 296 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 5 november 2020
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de Minister voor Medische Zorg over de brief van 20 juli 2020 inzake
over het advies van de verkenner over de fusie van Santiz (Kamerstuk 31 016, nr. 292).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 november 2020. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Clemens
Vraag 1.
De verkenner raadt aan een onafhankelijke voorzitter van de regio-klankbordgroep aan
te stellen. Uw keuze is om deze zelfde verkenner aan te stellen tot deze onafhankelijke
voorzitter. Hoe kan de onafhankelijkheid in het verdere traject gegarandeerd worden?
Antwoord 1.
De regio-klankbordgroep, onafhankelijk voorgezeten, en bestaande uit vertegenwoordigers
van zorgverzekeraars, zorgaanbieders uit de eerste lijn en lokaal openbaar bestuur
zal moeten toezien op de progressie die wordt gemaakt ten aanzien van de defusie.
Uiteindelijk dient op 1 januari 2021 een regiogroep ingericht te zijn, voortkomende
uit de regio-klankbordgroep en aangevuld met vertegenwoordigers uit de tweedelijnszorg,
die op basis van het beschikbare regiobeeld invulling gaan geven aan een voor de toekomst
toegankelijke, betaalbare en goede zorg in de Achterhoek. Door de vele gesprekken
die de heer Daniëls gevoerd heeft met betrokken partijen in de regio, heeft hij de
regio goed leren kennen en kan hij op draagvlak rekenen. Hij is naar mijn inzicht
daarom de aangewezen persoon om het gesprek in de regio op gang te brengen en samen
met de leden van de regio-klankbordgroep te monitoren of de ziekenhuizen daadwerkelijk
tot een visie over hun toekomst komen die ingebracht kan worden in een regiogroep
die vanaf januari 2021 actief wordt. Zijn taak eindigt op het moment dat er een regiogroep
is ingesteld. Deze regiogroep zal op basis van het reeds bestaande regioplan invulling
geven aan het volledige zorgpalet in de regio. De heer Daniëls heeft geen belang bij
enige partij in de regio Achterhoek en is onafhankelijk in zijn advies, ook richting
mij.
Vraag 2.
Hoe kunnen de beste voorwaarden worden gecreëerd zodat het ziekenhuis in Winterswijk
volwaardig kan blijven bestaan en er goed wordt samengewerkt met andere ziekenhuizen
zonder dat er wordt gefuseerd?
Antwoord 2.
De conclusie van de verkenner is het Koningin Beatrix Ziekenhuis in Winterswijk (SKB)
en het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem (SZ) vanwege hun aard en omvang in relatie
tot de lokale en landelijke ontwikkelingen als zelfstandig ziekenhuis elk een onzekere
toekomst tegemoet gaan. Om ook op de lange termijn kwalitatief goede en toegankelijke
medisch specialistische zorg in de regio te kunnen bieden is voor het overgrote deel
van de zorg goede samenwerking tussen beide ziekenhuizen op basis van een gedegen
toekomstvisie de beste optie. Er ligt daarmee een verantwoordelijkheid bij de Raad
van Bestuur, Raad van Toezicht, medisch specialisten en andere gremia binnen de ziekenhuizen
om deze samenwerking vorm te geven. De verkenner adviseert om hiertoe externe begeleiding
te zoeken, zodat vóór 1 januari 2021 betekenisvolle stappen in deze samenwerking en
het opstellen van een toekomstvisie zijn gezet.
Vraag 3.
Wat is nu precies de status van dit advies mede gezien het feit dat er een consultatie
loopt over de houtskoolschets acute zorg?
Antwoord 3.
De verkenner is door mijn ambtsvoorganger aangesteld om te onderzoeken hoe goede,
betaalbare en toegankelijke zorg voor alle 300.000 inwoners van de Achterhoek toekomstbestendig
gerealiseerd kan worden. De verkenner heeft zich in eerste instantie gericht op het
herstel van en draagvlak voor de (bestuurlijke) verhoudingen. Het rapport van de verkenner
is uitgebracht op 20 juli 2020 en bevat adviezen over wat nodig is om de ziekenhuiszorg
in de Achterhoek zo goed mogelijk te continueren, nu en in de toekomst (Kamerstuk
31 016, nr. 292). De houtskoolschets acute zorg die momenteel geconsulteerd wordt, staat los van
het werk van de verkenner. Wel heeft de verkenner aangegeven dat het verstandig is
voor de ziekenhuizen om bij het opstellen van hun toekomstvisie rekening te houden
met de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de acute zorg.
Vraag 4.
In de opdracht aan de verkenner stond om ook het oordeel van de banken te betrekken.
Kunt u nader aangeven wat dit oordeel is?
Antwoord 4.
De verkenner heeft ook gesproken met de banken. Dit gesprek heeft zich vooral gericht
op de nieuwbouwplannen voor het SZ. Hierin hebben de banken aangegeven dat zij het
van belang vinden dat er een regiovisie op de toekomstige ziekenhuiszorg komt, op
basis waarvan een business case opgesteld kan worden als onderlegger voor financiering
van zowel nieuwbouw SZ als eventueel toekomstige financieringsbehoefte van het SKB.
Vraag 5.
Kan worden aangegeven hoeveel stops er zijn per dag per ziekenhuis per specialisme?
Antwoord 5.
Er zijn volgens het SKB en SZ binnen de ziekenhuizen relatief weinig opname stops
en als deze er zijn dan zijn die kortdurend van aard (bijvoorbeeld bij piek aanbod).
Het gaat dan om enkele stops per jaar, zodat dit niet weer te geven is in een aantal
per dag of per specialisme. Voor spoedeisende zorg geldt verder dat ook in het geval
van een opnamestop altijd de mogelijkheid bestaat om een patiënt op te vangen en te
stabiliseren in afwachting van overplaatsing.
Vraag 6.
De beide ziekenhuizen participeren niet in NEED (Netherlands Emergency department
Evaluation Database). Hoe zijn dan adequate data over het functioneren van de Spoedeisende
Hulp (SEH) voorhanden?
Antwoord 6.
Deze gegevens zijn beschikbaar via de landelijke traumaregistratie, Veiligheid.nl,
NICE, RCPS, kwaliteitsvisitaties (vanuit ROAZ, NVSHA), in- en externe audits, VMS
thema’s en NZa vragenlijsten.
Vraag 7.
Klopt het dat u geen mening heeft over de eindconclusie dat het Streekziekenhuis Koningin
Beatrix (SKB) en het Slingeland Ziekenhuis (SZ) vanwege aard en omvang een onzekere
toekomst tegemoet gaan?
Antwoord 7.
Ik betreur de situatie die is ontstaan bij Santiz en deel de conclusie van de verkenner
dat de individuele ziekenhuizen in de Achterhoek vanwege aard en omvang een onzekere
toekomst tegemoet gaan als niet nagedacht wordt over die toekomst en gewerkt wordt
aan een breed gedragen visie daarop. Ik ga ervan uit dat het advies van de verkenner
op draagvlak rekent en bijdraagt aan het weer op gang brengen van het goede gesprek
in de regio zodat vanaf 1 januari 2021 de regiogroep opgestart kan worden. Ik vind
het van groot belang dat de regio in gesprek blijft met elkaar over de toekomst van
de zorg in de Achterhoek en dat in de onderlinge samenwerking goede en veilige zorg
altijd voorop staat. Zodat alle inwoners in de Achterhoek kunnen rekenen op goede,
betaalbare en toegankelijke zorg.
Vraag 8.
Wat is het oordeel van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op dit moment ten
aanzien van de twee ziekenhuizen; klopt het dat het verscherpt toezicht nog steeds
geldt? Welke verbeteringen zijn er de laatste tijd doorgevoerd die invloed (kunnen)
hebben op het oordeel van de IGJ?
Antwoord 8.
De IGJ heeft de ziekenhuizen op 15 mei 2020 voor een periode van 6 maanden onder verscherpt
toezicht gesteld. Dat verscherpt toezicht loopt dus inderdaad nog steeds. De IGJ wil
het herstel van de voorwaarden voor goed bestuur volgen. De IGJ onderhoudt contact
met de verschillende gremia en laat zich daarbij informeren over de ontwikkelingen
rond de toekomst van de ziekenhuizen en op het gebied van bestuur en toezicht. De
IGJ ziet vooralsnog geen directe gevolgen voor kwaliteit en veiligheid van zorg. Uiterlijk
15 november 2020 zal de inspectie beoordelen of de voorwaarden voor goed bestuur voldoende
hersteld zijn, wat onder meer zichtbaar moet zijn doordat alle relevante gremia zoals
de raad van bestuur, raad van toezicht, medische staf, Verpleegkundige Adviesraad,
Cliëntenraad en Ondernemingsraad op constructieve wijze in gesprek zijn over de toekomst
van de ziekenhuizen. Wanneer de voorwaarden voor goed bestuur nog niet voldoende hersteld
zijn kan de IGJ besluiten het verscherpt toezicht te verlengen of aanvullende maatregelen
te treffen. De planning van de bestuurders is momenteel zo dat per 1 januari 2021
bij elk van beide ziekenhuizen sprake zal zijn van een vernieuwde invulling van de
besturingsstructuur. Het ligt in de lijn dat de IGJ tot na die datum de vinger aan
de pols houdt bij de beide ziekenhuizen.
Vraag 9.
Hoelang zal de tweede fase, het toekomstperspectief, naar verwachting duren? Wanneer
komt er duidelijkheid voor de betrokken partijen?
Antwoord 9.
Op dit moment zijn de ziekenhuizen bezig met het onderzoek naar de consequenties van
de ontvlechting van de fusie en met het treffen van voorbereidingen voor de situatie
na de defusie. Beide organisaties zijn bezig met hun visievorming op het eigen ziekenhuis.
Het is de bedoeling dat deze visies op 1 januari 2021 op hoofdlijnen gereed zijn,
waarna deze in de loop van volgend jaar nog verder zullen worden uitgewerkt, mede
op basis van de discussies binnen de regiogroep. In deze discussies zullen ook de
landelijke ontwikkelingen rondom de inrichting van de acute zorg betrokken moeten
worden.
Vraag 10.
De thematafel adviseert te komen van nazorg naar voorzorg en maximaal gebruik te maken
van technologische mogelijkheden. Kan nader worden toegelicht in welke mate welke
mogelijkheden al worden benut?
Antwoord 10.
Als lid van de thematafel sluiten de ziekenhuizen aan bij de regionale visie. Er wordt
gericht gewerkt aan de veranderthema’s via een aantal (innovatie)programma’s. Mogelijkheden,
die volgens de ziekenhuizen, al benut worden zijn onder meer het feit dat de ziekenhuizen
rookvrij zijn per 1 januari 2020 en dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van eHealth.
Denk aan de inzet van e-consulten/beeldbellen, monitoring op afstand van patiënten
(onder meer project sensing clinic) en zorg op afstand (onder meer COPD/hartfalen).
Vraag 11.
Kunt u toelichten waarom eerdere pogingen tot een fusie tussen het SKB en het SZ niet
zijn doorgezet?
Antwoord 11.
Er zijn inderdaad eerdere pogingen ondernomen heb ik vernomen van de ziekenhuizen.
De laatste poging was in 2012. Het is toen niet gelukt om tot overeenstemming te komen
over de uitgangspunten voor de fusie, waarbij de positionering van de ziekenhuizen
een van de discussiepunten was.
Vraag 12.
Hoe kan het dat tussen 2015 en medio 2019 steeds gesproken werd over twee ziekenhuizen
met basiszorg (inclusief SEH, IC en acute verloskunde) terwijl eind 2019 opeens de
toekomstvisie naar voren werd gebracht waarin gesproken werd over een reorganisatie
van zorg over de beide ziekenhuizen waarbij de afdelingen «vrouw en kind» (met acute
verloskunde), SEH en IC op termijn naar de nieuw te bouwen SZ-locatie zouden worden
verplaatst? Hoe kan het vervolgens dat het bij zo’n belangrijke ontwikkeling onduidelijk
was of deze toekomstvisie een «denklijn», «discussiestuk», of «voldongen feit» was?
Antwoord 12.
Het is juist dat bij de fusie altijd is uitgegaan van het behoud van twee ziekenhuizen.
Aan dat uitgangspunt is volgens de ziekenhuizen ook nooit getornd. Begin 2019 is besloten
een verkennende studie te laten uitvoeren naar diverse scenario’s in het zorgaanbod
van beide locaties, een en ander afgezet tegen het voorgenomen scenario (behoud van
twee volwaardige ziekenhuizen). Er waren volgens de ziekenhuizen meerdere redenen
om de toekomstvastheid van de huidige profielen tegen het licht te houden: deels extern
(toenemende eisen acute zorg, kansen door verplaatsing van zorg naar huis en demografische
krimp met gevolgen voor de zorgvraag en schaarste van personeel), maar ook meer praktisch
van aard (nieuwbouw, wens om te komen tot meerjarenafspraken met de zorgverzekeraars).
Mede op basis van de bevindingen van Gupta zijn de toenmalige Raad van Bestuur en
het bestuur Medisch Specialisten Coöperatief van Santiz tot de bewuste denklijn gekomen.
Het ging hier om een voornemen tot verplaatsing van onderdelen van zorg op termijn
(periode van vijf jaar), dat nog nader besproken zou worden met onder meer de vakgroepen
en dat de gremia, van het Medisch Specialisten Coöperatief en de Raad van Toezicht
nog moest passeren. Medisch specialisten en medewerkers voelden zich in de bijeenkomsten
overvallen door de presentatie van het mogelijke toekomstbeeld, waarna commotie ontstond
en diverse percepties over de status van het voorgelegde mogelijke scenario ontstonden.
Daardoor lukte het niet meer om een goede interne en externe dialoog tot stand te
brengen.
Vraag 13.
Wat is nu precies de conclusie over de reden van het ontstaan van onrust tussen de
RvB en de RvT?
Antwoord 13.
Na de ontstane commotie heeft de Raad van Toezicht eerst bekeken of het de Raad van
Bestuur lukte om het geschonden vertrouwen te herstellen en weer rust te creëren.
Begin 2020 heeft de Raad van Toezicht moeten constateren dat de toenmalige voorzitter
van de Raad van Bestuur niet in staat was het tij te keren, waarna medio januari 2020
diens vertrek is aangekondigd. Begin maart 2020 is een nieuwe voorzitter van de Raad
van Bestuur benoemd, die als primaire opdracht had rust terug te brengen en vertrouwen
te herstellen, in de hoop dat kon worden voortgegaan op het ingezette fusiepad. Medio
april 2020 bleek echter dat dit niet haalbaar was, waarna de voorzitter van de Raad
van Bestuur diens opdracht teruggaf en geconcludeerd werd dat (de consequenties van)
een defusie diende(n) te worden onderzocht.
Vraag 14.
Kunt u aangeven of de verkenner onderzocht heeft wat de oorzaken zijn van het verschil
in reactie tussen het SZ en de SKB over de voorgenomen fusie en defusie?
Antwoord 14.
De verkenner heeft geen specifiek onderzoek gedaan naar de oorzaken van het verschil
in reactie tussen het SZ en het SKB, maar deze lijkt logisch te volgen uit de eind
2019 gepresenteerde denklijn met betrekking tot de herijking van het zorgprofiel van
beide ziekenhuizen en een mogelijke verschuiving van zorgonderdelen van het SKB naar
het SZ. Uit de gesprekken van de verkenner in de regio is duidelijk geworden dat aan
SKB-zijde hiermee het gevoel ontstond dat het SKB in de toekomst geen volwaardig ziekenhuis
meer zou kunnen vormen.
Vraag 15.
Op welke wijze en op welke momenten is gecommuniceerd over de ontwikkelingen met het
personeel van de ziekenhuizen? Is deze communicatie volgens de verkenner voldoende
geweest?
Antwoord 15.
Zie ook vraag 12. Er was volgens de ziekenhuizen nog geen sprake van een officieel
besluit, maar slechts van een denklijn van de Raad van Bestuur en het bestuur van
het Medisch Specialisten Coöperatief. De denklijn is op 27 november 2019 gepresenteerd
door het MSC-bestuur in de ALV en de dag erna door de Raad van Bestuur bij georganiseerde
medewerkersbijeenkomsten in de ziekenhuizen. Medisch specialisten en medewerkers van
direct betrokken afdelingen waren volgens de ziekenhuizen op diezelfde data reeds
voor geïnformeerd in kleinere kring door de Raad van Bestuur en het MSC-bestuur. De
verkenner heeft in zijn rapport geconstateerd dat in de aanloop naar deze bijeenkomsten
en ook in de periode erna de communicatie naar de medewerkers (en andere stakeholders)
tekort heeft geschoten.
Vraag 16.
Op welke wijze en op welke momenten is gecommuniceerd over de ontwikkelingen met partijen
buiten de ziekenhuizen (waaronder inwoners van de regio)? Is deze communicatie volgens
de verkenner voldoende geweest?
Antwoord 16.
Zie ook vraag 12 en 15. Er was volgens de ziekenhuizen nog geen sprake van een officieel
besluit, maar slechts van een denklijn van de Raad van Bestuur en het bestuur van
het Medisch Specialisten Coöperatief. De denklijn is op 27 november 2019 gepresenteerd
door het MSC-bestuur in de ALV en de dag erna door de Raad van Bestuur bij georganiseerde
medewerkersbijeenkomsten in de ziekenhuizen. Medisch specialisten en medewerkers van
direct betrokken afdelingen waren op diezelfde data reeds voor geïnformeerd in kleinere
kring door de Raad van Bestuur en het MSC-bestuur. De verkenner heeft in zijn rapport
geconstateerd dat in de aanloop naar deze bijeenkomsten en ook in de periode erna
de communicatie naar de medewerkers (en andere stakeholders) tekort heeft geschoten.
Vraag 17.
Kunt u aangeven hoe de aangekondigde defusie per 1 januari 2021 is ontvangen in beide
ziekenhuizen?
Antwoord 17.
De aankondiging zoals die is gedaan door de huidige interim voorzitter van de Raad
van Bestuur is naar mijn indruk in beide ziekenhuizen goed ontvangen. En mijn indruk
is dan ook dat het rust heeft gebracht zodat weer naar de toekomst kan worden gekeken.
Vraag 18.
In het rapport wordt beschreven dat in de jaren na de fusie vanuit de RvB en de RvT
onvoldoende geïnvesteerd is in het «meenemen» van de organisatie naar de mogelijke
toekomst. Daarnaast hebben geheimhouding van rapporten (zoals dat van Gupta), onvoldoende
transparantie rondom de nieuwbouw voor het SZ en ongelukkige communicaties bijgedragen
aan het ontstaan van de huidige situatie. Hoe kan het op zoveel punten fout zijn gegaan?
Antwoord 18.
In het rapport is benoemd dat een gebrek aan transparantie (aan de voorkant) en ongelukkige
communicatie een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de commotie.
De Raad van Bestuur en het bestuur van het Medisch Specialisten Coöperatief hebben
een plan gemaakt en gepresenteerd met naar eigen zeggen de bedoeling om op basis van
de bewuste denklijn het gesprek aan te gaan met hun achterban. Zij hebben daarbij
de gevoeligheid van de discussie onderschat, waardoor commotie ontstond en het niet
meer lukte om de inhoudelijke dialoog alsnog te voeren.
Vraag 19.
Kunt u uitleggen waarom de zorgverzekeraars geen sturende rol op zich hebben genomen
in deze kwestie?
Antwoord 19.
Zorgverzekeraars hebben aangegeven continu met beide partijen te hebben gesproken.
In deze gesprekken is, aldus de zorgverzekeraars, voortdurend aangedrongen op het
ontwikkelen van een toekomstvisie waarmee goede ziekenhuiszorg voor alle inwoners
in de Achterhoek gewaarborgd blijft, en goede interne en communicatie hieromtrent.
Deze visie moest leidend zijn in de pas daarna te maken keuzes over een eventuele
defusie. De visies van beide ziekenhuizen over een gezamenlijke dan wel individuele
toekomst stonden echter dermate van elkaar af dat zoals is gebleken (ook) de rol van
de zorgverzekeraars geen soelaas meer bood.
Vraag 20.
Kunt u aangeven of de situatie anders was geweest als zorgverzekeraars en/of toezichthouders
zich eerder met de kwestie hadden bemoeid?
Antwoord 20.
Nee. Zoals gezegd zijn de zorgverzekeraars bestuurlijk in gesprek geweest met beide
partijen gedurende het gehele traject. Hier hebben ook enkele toelichtende gesprekken
aan/samen met de toezichthouders over plaats gevonden.
Vraag 21.
Kunt u aangeven hoe de zorgverzekeraars gedurende de situatie rondom de fusie en defusie
tussen het SKB en het SZ hebben gestuurd op kwalitatief goede zorg?
Antwoord 21.
Ook gedurende de situatie rondom fusie en defusie zijn zorgverzekeraars naar eigen
zeggen continu in gesprek geweest met het bestuur van beide ziekenhuizen. Tijdens
deze gesprekken is volgens hen het belang van kwalitatief goede zorg onderstreept,
en is door de Raad van Bestuur aan de zorgverzekeraars verzekerd dat hier sprake van
was. Daarnaast is Santiz op 15 mei 2020 voor zes maanden onder verscherpt toezicht
gesteld door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De inspectie had vooral
zorgen over de aanhoudende bestuurscrisis die op lange termijn een risico voor de
kwaliteit van de zorg kan vormen. Volgens de IGJ leverden de beide ziekenhuizen op
moment van verscherpt toezicht stelling goede zorg. Deze uitspraak gaf, zo geven de
zorgverzekeraars aan, voor hen een bevestiging van de uitspraken van de Raad van Bestuur.
Vraag 22.
Aan SKB-zijde behoudt men het vertrouwen, gebaseerd op ervaringen uit het verleden,
dat het SKB nog vele jaren in staat is de zorg te blijven bieden zoals dat nu het
geval is. Verwacht het SKB ook in de aankomende jaren dezelfde kwaliteit zorg te kunnen
leveren?
Antwoord 22.
Het SKB verwacht inderdaad de huidige (kwaliteit van) zorg te kunnen blijven bieden.
Met het rapport van de verkenner en de inbreng van het huidige bestuur is, zo is mijn
indruk, voldoende besef ontstaan dat wel rekening moet worden gehouden met de landelijke
ontwikkelingen en dat samenwerking in de regio nodig is.
Vraag 23.
Met betrekking tot het punt dat er de afgelopen tijd veel fout is gegaan wordt als
reactie gegeven dat een gedegen onderlinge dialoog op basis van feitelijke gegevens
en met betrokkenheid van alle stakeholders in de regio nodig is. Hoe wordt voorkomen
dat ervaringen uit het verleden deze dialoog gaan tekenen?
Antwoord 23.
De aankondiging dat de ziekenhuizen per 1 januari 2021 uit elkaar zullen gaan, heeft
duidelijkheid gebracht en ervoor gezorgd dat het vizier weer op de toekomst gericht
is. Uiteraard worden verder lessen getrokken uit het verleden, daar waar het gaat
om het op een goede manier meenemen en betrekken van interne en externe stakeholders.
Vraag 24.
Hoe wordt de gedachte bij medewerkers, medische staf en mogelijk ook gemeenteraadsleden
en burgers in en om Winterswijk dat het ziekenhuis, net als voorgaande jaren, in de
huidige vorm kan blijven voortbestaan, gewogen ten opzichte van het feit dat nagenoeg
alle (externe) gesprekspartners dit als weinig realistisch beschouwen? Betekent het
feit dat er nog een toekomstperspectief moet komen dat er nog geen conclusies getrokken
kunnen worden over de toekomst van het SKB? Hoe worden in de totstandkoming van het
toekomstperspectief de verschillende opvattingen gewogen?
Antwoord 24.
Op 3 juli 2020 heeft de interim bestuursvoorzitter van Santiz laten weten dat er een
defusie van de ziekenhuizen zal plaatsvinden. Zij is momenteel bezig met de ontvlechting
van beide ziekenhuizen. Per 1 januari 2021 zullen beide ziekenhuizen zelfstandig voortbestaan.
Momenteel worden gesprekken tussen beide ziekenhuizen gevoerd over de vraag op welke
gebieden er ook na 1 januari 2021 samengewerkt kan gaan worden. Hoe deze toekomstvisie
eruit komt te zien en hoe de belangen gewogen worden, is aan de Raad van Bestuur van
Santiz om te bepalen. Dit proces wordt gemonitord door de klankbordgroep die wordt
voorgezeten door de heer Daniëls. Zie ook vraag 22. Ook bij het SKB is het besef aanwezig
dat niet alles bij het oude kan blijven. Er is net een nieuwe interim bestuurder die
zich toelegt op het SKB aangetreden; zij zal zich samen met de organisatie richten
op het formuleren van een realistische toekomstvisie voor het SKB. Het is de bedoeling
dat die visie op 1 januari 2021 op hoofdlijnen gereed is, waarna deze vervolgens in
de periode daarna nader kan worden geconcretiseerd, mede op basis van gesprekken binnen
de op te starten regiogroep.
Vraag 25.
Er wordt gerefereerd aan een inhoudelijke opmerking van de Autoriteit Consument en
Markt (ACM) in 2017. De ACM kijkt toch alleen naar aanmerkelijke marktmacht en oneerlijke
concurrentie? Wat was de reden dat de ACM deze inhoudelijke opmerkingen maakte?
Antwoord 25.
De inhoudelijke opmerking van de ACM is afkomstig uit het concentratiebesluit waarin
de ACM goedkeuring heeft verleend aan de concentratie tussen het Slingeland Ziekenhuis
en het Streekziekenhuis Koningin Beatrix. De ACM moet op basis van hoofdstuk 5 van
de Mededingingswet goedkeuring verlenen voor bepaalde concentraties. Daarvoor beoordeelt
de ACM of door de concentratie ondernemingen niet zo groot worden en machtig worden
dat ze de mededinging kunnen belemmeren. Bij het beoordelen van de gevolgen van een
concentratie vergelijkt de ACM de mededingingssituatie die uit de concentratie zou
voortvloeien met die welke zonder concentratie zou hebben bestaan. De inhoudelijke
uitspraken van de ACM over het zorgaanbod van het SKB moeten binnen dit kader worden
bezien en zijn onder andere gebaseerd op uitspraken van veldpartijen als ziekenhuizen
en zorgverzekeraars.
Vraag 26.
Hoe worden de gesprekken over het beeld dat het voorbestaan van het SKB in de huidige
vorm niet realistisch is gevoerd met de betrokkenen binnen het SKB?
Antwoord 26.
Zie ook vraag 22, 23 en 24 hiervoor. Beide ziekenhuizen dienen een realistische visie
te ontwikkelen in het kader van de aankomende verzelfstandiging. Dat geldt dus ook
voor het SKB. Het gesprek hierover is mede georganiseerd door de huidige interim bestuursvoorzitter.
Vraag 27.
Hoe wordt ervoor gezorgd dat medisch specialisten en andere medewerkers weer nader
tot elkaar komen? Wie gaat een dergelijk traject trekken?
Antwoord 27.
Van begin af aan is een beroep gedaan op de «professionaliteit» van medewerkers en
vakgroepen. Inmiddels zijn in zowel het SZ als SKB nieuwe medisch stafbesturen aangetreden
die onderling in goed overleg zijn. Bestaande samenwerkingen op medisch vlak zullen
ook zoveel als mogelijk gehandhaafd blijven na de defusie. Dergelijke samenwerkingen
bestaan momenteel bij ongeveer 80% van de vakgroepen. Daar waar knelpunten en aandachtspunten
zijn wordt indien nodig externe begeleiding ingezet.
Vraag 28.
De heer Daniels is voorzitter van de regio-klankbordgroep geworden om het gesprek
in de regio over samenwerking te bevorderen. Wat zijn de acties die sinds 20 juli
zijn ingezet? Heeft hij ook de opdracht om te zorgen dat er voor 1 januari 2021 een
gezamenlijke visie is van artsen?
Antwoord 28.
De regio-klankbordgroep functioneert als een klankbord voor de ziekenhuisorganisatie
en monitort de ontwikkelingen die de ziekenhuizen doormaken in relatie tot het adviesrapport.
In de afgelopen periode heeft de klankbordgroep enkele malen contact gehad met de
interim-voorzitter van de RvB en zich op de hoogte gesteld van de stappen die de ziekenhuizen
hebben genomen, waarbij ook adviezen zijn gegeven aangaande bijvoorbeeld de in- en
externe communicatie. Tevens is er contact geweest met de Federatie Medisch Specialisten
en een wetenschappelijke vereniging met de bedoeling daar waar nodig een rol te (gaan)
spelen in het onderlinge overleg tussen de stafbesturen en vakgroepen. Het is aan
de Raad van Bestuur (in samenspraak met de ziekenhuisgremia) om te komen tot een toekomstvisie
voor de ziekenhuizen.
Vraag 29.
Is er intussen een aparte OR en een aparte cliëntenraad voor elk ziekenhuis?
Antwoord 29.
De Ondernemingsraad (OR) en Cliëntenraad (CR) Santiz zijn inmiddels opgeheven en beide
ziekenhuizen hebben nu een eigen OR en CR in oprichting, die tijdelijk de bevoegdheden
van een OR/CR hebben overgenomen. OR-verkiezingen zijn in beide organisaties uitgeschreven
en de cliëntenraden zijn drukdoende met de werving van leden voor de nieuwe raden.
Vraag 30.
Welke partijen zijn er betrokken bij het ontwikkelen van een toekomstvisie voor de
medisch specialistische zorg in de regio?
Antwoord 30.
Momenteel wordt gewerkt door de Raad van Bestuur van het Santiz aan een toekomstvisie
voor beide ziekenhuizen. Dit proces wordt gemonitord door een klankbordgroep met daarin
vertegenwoordigingen vanuit zorgverzekeraars, huisartsenverenigingen, het openbaar
bestuur, Zorgbelang Inclusief en de Achterhoekboard-tafel de Gezondste Regio. Deze
regioklankbordgroep wordt voorgezeten door de heer Daniëls. De regio-klankbordgroep
gaat op 1 januari 2021 geheel of gedeeltelijk en met aanvulling van vertegenwoordigers
uit de tweedelijnszorg over in de regiogroep die zich gaat buigen over de toekomstige
inrichting van het totale zorglandschap in de Achterhoek. De regiogroep baseert zich
daarbij op het reeds beschikbare regiobeeld.
Vraag 31.
Op welke manier wordt er in deze toekomstvisie stilgestaan bij het onderwerp zorg
en kwaliteit, ongeacht de organisatievorm?
Antwoord 31.
Goede, betaalbare en toegankelijke zorg zullen volgens de Raad van Bestuur expliciet
onderdeel zijn van de toekomstvisie.
Vraag 32.
Kunt u aangeven of betrokkenen al acties hebben ingezet op basis van de adviezen van
de verkenner en zo ja, welke?
Antwoord 32.
De interim bestuursvoorzitter is op 1 juli 2020 aangetreden; dit heeft geleid tot
meer rust in beide ziekenhuizen. De Raad van Bestuur is van samenstelling gewisseld
in die zin dat er een nieuw interim bestuurslid is benoemd die de locatie SKB vertegenwoordigt.
De Raad van Bestuur van Santiz is bezig met het oprichten van een eigen ondernemingsraad
en cliëntenraad voor beide ziekenhuizen. Eveneens wordt – met externe begeleiding –
gezocht naar nieuwe leden voor de Raad van Toezicht voor beide ziekenhuizen. De huidige
Raad van Toezicht stapt per 1 januari 2021 op. Verder is er voor beide ziekenhuizen
een nieuw bestuur medische staf ingesteld; Raad van Bestuur spreekt zelf ook met de
individuele vakgroepen van beide ziekenhuizen over de onderlinge samenwerking en hoe
deze vorm kan krijgen wanneer beide ziekenhuizen zelfstandig zijn. Uitgangspunt daarbij
is dat bestaande samenwerkingen zoveel als mogelijk gehandhaafd zullen blijven. Bovendien
hebben alle vakgroepen de vraag voorgelegd gekregen hoe zij de toekomst voor hun eigen
vak binnen het ziekenhuis zien en wat er nodig zou zijn om dat te bereiken. Ook op
het gebied van bedrijfsvoering wordt onderzocht op welke manier er samenwerking kan
zijn na de ontvlechting, bijvoorbeeld op het gebied van ICT. De regio-klankbordgroep
is opgericht, deze komt regelmatig samen en overlegt met de Raad van Bestuur van Santiz
over de stand van zaken met betrekking tot de voortgang van de ontvlechting en het
opstellen van een toekomstvisie.
Vraag 33.
Hoe hebben de betrokken partijen in de regio gereageerd op het advies van de verkenner?
Antwoord 33.
Het rapport van de verkenner bevat duidelijke adviezen over de manier waarop partijen
de toekomstige ziekenhuiszorg in de Achterhoek vorm kunnen geven. Nagenoeg alle betrokken
partijen hebben aangegeven zich in de conclusies en adviezen te kunnen vinden. Dit
heeft geleid tot meer rust in de regio. Momenteel wordt constructief samengewerkt
aan een toekomstvisie voor de ziekenhuiszorg in de Achterhoek. De zorgverzekeraars
hebben uitgesproken dat samenwerking tussen beide ziekenhuizen (zoals ook geschetst
in het rapport van de verkenner) essentieel is om goede ziekenhuiszorg voor alle inwoners
in de regio Achterhoek te behouden en dat dit uitgangspunt leidend moet zijn in de
keuzes die de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur van Santiz maken. Waar mogelijk
zullen zij hierop ook sturen via de zorginkoop.
Vraag 34.
Kunt u aangeven hoe het vervolgtraject eruit zal gaan zien op dit moment?
Antwoord 34.
De Raad van Bestuur van Santiz is bezig met de ontvlechting van beide ziekenhuizen.
Hiervoor worden eigen cliëntenraden en ondernemingsraden voor beide ziekenhuizen opgericht,
krijgen beide ziekenhuizen een eigen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht en wordt
onderzocht op welke manier de ziekenhuizen ook na de ontvlechting kunnen samenwerken.
De Raad van Bestuur stelt een toekomstvisie voor beide ziekenhuizen op. Dit traject
wordt gemonitord door de regio-klankbordgroep. Deze klankbordgroep is bedoeld om toe
te zien op de voortgang die gemaakt wordt op de punten van advies uit het rapport,
met name daar waar het de toekomstige samenwerking en het opstellen van een toekomstvisie
betreft. De klankbordgroep heeft een monitorende, agenderende en aanjagende functie
richting de ziekenhuizen. Per 1 januari 2021 gaat de klankbordgroep, geheel of gedeeltelijk
en met aanvulling van vertegenwoordigers uit de tweedelijnszorg, over in de regiogroep
die zich gaat buigen over de toekomstige inrichting van het totale zorglandschap in
de Achterhoek. De regiogroep baseert zich daarbij op het reeds beschikbare regiobeeld.
Vraag 35.
Kunt u aangeven hoe u een dergelijke situatie in de toekomst wilt voorkomen en welke
partijen u daarbij welke rol geeft?
Antwoord 35.
De adviezen van de verkenner zijn gericht aan meerdere partijen in de regio. Zij hebben
samen een rol en verantwoordelijkheid om goede, betaalbare en toegankelijke zorg te
realiseren. Dat partijen soms hierin van mening verschillen valt niet te voorkomen.
Ik vind het belangrijk dat partijen wel goed met elkaar in gesprek blijven; de op
te richten regiogroep zal hierin een faciliterende rol spelen.
Vraag 36.
De verkenner heeft met zeer veel mensen en organisaties gesproken. Maar waarom is
er niet gesproken met gemeenteraden of provinciale bestuurders?
Antwoord 36.
De verkenner heeft in een kort tijdsbestek inderdaad gesproken met zeer veel partijen,
waarbij de focus heeft gelegen op de meest direct betrokkenen bij het proces van fusie/defusie
van de ziekenhuizen. Daarbij is er inderdaad voor gekozen om niet met gemeenteraadsleden
te spreken, maar wel met een aantal burgemeesters in de regio; bovendien is er contact
geweest met de commissaris van de Koning in de provincie Gelderland.
Vraag 37.
In bijlage 3 staan diverse cijfers over aantallen patiënten en aantallen spoedeisende
hulp. Intussen zijn deze cijfers ook voor sommige andere regio’s bekend. Kunt u één
overzicht geven van alle ziekenhuizen in Nederland met deze cijfers ter vergelijking?
Antwoord 37.
Deze cijfers worden niet centraal bijgehouden. Voor de zorgverleners binnen de ziekenhuizen
is een grote hoeveelheid informatie beschikbaar die gebruikt wordt om inzicht te krijgen
in de kwaliteit van de geleverde zorg en om deze te verbeteren. Het betreft onder
meer interne registraties en audits en externe kwaliteitsregistraties en visitaties.
Deze informatie wordt ook gebruikt door de Raad van Bestuur. Het ziekenhuis legt op
dezelfde wijze als alle andere ziekenhuizen verantwoording af, onder meer via de transparantiekalender,
zodat er ook informatie beschikbaar is voor patiënten en zorgverzekeraars.
Vraag 38.
In de tabel staat nu alleen de omzet genoemd, maar dat zegt niets over de solvabiliteit
en liquiditeit. Kunnen er wat meer financiële gegevens worden gegeven alsmede een
referentiekader op basis waarvan de banken een oordeel geven?
Antwoord 38.
Meer gedetailleerde informatie over de financiële positie betreft bedrijfsgevoelige
informatie en die kan en wil ik om die reden niet verstrekken. Ik heb geen aanwijzingen
dat dat beide ziekenhuizen op dit moment niet financieel gezond zouden zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.C.R.M. Clemens, adjunct-griffier