Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Moorlag en Nijboer over het bericht 'Miljarden vliegen weg bij Tata'
Vragen van de leden Moorlag en Nijboer (beiden PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Miljarden vliegen weg bij Tata» (ingezonden 30 september 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken), mede namens de Staatssecretaris
van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst (ontvangen 3 november 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Miljarden vliegen weg bij Tata Steel IJmuiden
naar het moederbedrijf in India», en een reeks hieraan gekoppelde artikelen, in het
Noordhollands Dagblad van 26 september 2020?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Is het waar dat Tata Steel Nederland gedurende een periode van acht jaar geen vennootschapsbelasting
in Nederland heeft betaald over de in Nederland behaalde resultaten? Zo nee, wat is
er dan niet waar?
Zijn de in de artikelen gedane beweringen door een accountant waar en is de gewekte
suggestie dat hier sprake kan zijn van belastingontduiking of -ontwijking waar? Zo
ja, in welke mate is hiervan sprake? Zo nee, waar blijkt dit uit?
Is er naar uw opvatting reden om nader (boeken)onderzoek te laten instellen bij Tata
Steel Nederland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn gaat dat plaatsvinden
en bent u bereid de Kamer over de uitkomsten te informeren?
Antwoord 2, 3 en 4
Op grond van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) kan ik niet
ingaan op de fiscale positie van een individuele belastingplichtige. Een belastingplichtige
kan er wel zelf voor kiezen om over zijn fiscale positie meer openheid te geven.
In zijn algemeenheid geldt dat de Belastingdienst risicogericht toezicht uitoefent
binnen daarvoor geldende kaders van wet- en regelgeving, beleid en jurisprudentie.
Hiervoor bestaan binnen de Belastingdienst ook specifieke coördinatiegroepen op het
gebied van verrekenprijzen (Coördinatiegroep verrekenprijzen) en concernfinanciering
(Coördinatiegroep Taxhavens en Concernfinanciering). In het door de Belastingdienst
uitgeoefende toezicht worden relevante signalen meegenomen in de risicoselectie. Hierbij
kan ook berichtgeving over een belastingplichtige in de media een rol spelen.
Vraag 5
Ziet u in de berichtgeving aanwijzingen voor onbehoorlijk bestuur en/of wanbeleid?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke interventies zijn dan naar uw oordeel gepast en
welke bent u voornemens tot uitvoering te brengen?
Antwoord 5
Nee, ik zie hierin geen aanleiding voor interventie. Net als alle andere bedrijven
heeft ook Tata Steel IJmuiden zich te houden aan de nationale wet- en regelgeving
en ik heb geen aanwijzingen dat dat niet zou gebeuren. Mede op verzoek van uw Kamer
ben ik uitvoerig in gesprek met Tata Steel over hun plannen om de positie van Tata
Steel Nederland in IJmuiden als modern, innovatief en duurzaam staalbedrijf te versterken.
Zie verder het antwoord op vraag 6.
Vraag 6
Deelt u de zorg dat de financiële intercompany verhoudingen bedreigend kunnen zijn
voor de continuïteit van Tata Steel Nederland, de werkgelegenheid en het investerend
en innoverend vermogen van het bedrijf? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie gaat
u ondernemen, mede in het licht van de unaniem aangenomen motie Moorlag waarin u gevraagd
werd maximaal te bevorderen dat de Nederlandse staalindustrie kan blijven innoveren
en verduurzamen?2
Antwoord 6
Uit mijn informatie blijkt niet dat de financiële intercompany verhoudingen investeringen
in Tata Steel Nederland (TSN) zouden verhinderen. Sterker nog, volgens mijn informatie
heeft TSN B.V. sinds de overname van de staalfabriek in IJmuiden, daar ongeveer 3,7
miljard euro van de eigen verdiensten kunnen inzetten ten behoeve van investeringen.
Ook voor de toekomstige periode zie ik omvangrijke en concrete investeringsplannen
klaarliggen bij TSN.
Ik onderhoud intensief contact met Tata Steel en er is sprake van een constructieve
samenwerking met dit bedrijf om te bezien hoe de toekomst eruit ziet en er, in het
belang van het land en daarmee ook in het belang van Tata Steel Nederland, voor te
zorgen dat hier een innovatief en uiteindelijk renderend en duurzaam staalbedrijf
bestaat.
Vraag 7
Ziet u redenen om wet- en regelgeving zodanig aan te passen dat bedrijven in Nederland
meer worden gestimuleerd om opbrengsten niet weg te sluizen, maar te investeren in
werkgelegenheid, innovatie en verduurzaming? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
wijze gaat u dat vormgeven en op welke termijn?
Antwoord 7
Nee. In zijn algemeenheid zijn bedrijven zelf verantwoordelijk voor hun organisatiestructuur
en financiële geldstromen tussen verschillende bedrijfsonderdelen. Volgens het Nederlandse
vennootschapsrecht komt de winst van een vennootschap de aandeelhouders van die vennootschap
ten goede, tenzij de statuten anders bepalen. De aandeelhoudersvergadering keurt de
dividenduitkering goed, maar het bestuur bepaalt de hoogte van het bedrag en de wijze
van uitbetaling van het dividend. Aandeelhouders hebben, onder voorwaarden, recht
op winstuitkering. Het inperken van het dit recht in de vorm van regelgeving kan in
strijd zijn met Europese wetgeving, zoals het recht op ongestoord genot van eigendom
zoals wordt gewaarborgd door artikel 1, eerste protocol van het Europees verdrag tot
bescherming van de rechten van de Mens. Ook kan er sprake zijn van een belemmering
van het vrij verkeer van kapitaal zoals gewaarborgd door artikel 56 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie.
In dit specifieke geval geldt dat Tata Steel Nederland onderdeel is van een grotere
groep met verschillende vestigingen in diverse landen. Deze groep draagt door bijvoorbeeld
synergievoordelen bij aan het positieve resultaat van de vestiging in Nederland. Het
is gebruikelijk dat winsten van verschillende bedrijfsonderdelen binnen een groep
kunnen worden ingezet. Het inzetten van winsten van de Nederlandse vestiging voor
de overige onderdelen van de groep, hoeft op zichzelf niet schadelijk te zijn voor
de positie van de Nederlandse staalindustrie en investeringen in werkgelegenheid,
innovatie en verduurzaming. Naar aanleiding van het verzoek van het lid Van der Lee
wordt uw Kamer separaat nog nader geïnformeerd over de investeringen van Tata Steel
in Nederland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.