Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Haga en Baudet over het opgelaaide conflict in Nagorno-Karabach
Vragen van de leden Van Haga (Van Haga) en Baudet (FvD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het opgelaaide conflict in Nagorno-Karabach (ingezonden 5 oktober 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 2 november 2020).
         
Vraag 1
            
Hoe beoordeelt u de inval van Azerbeidzjan, gesteund door Turkije, in het betwiste
               gebied Nagorno-Karabach?
            
Antwoord 1
            
Op dit moment doet het kabinet geen uitspraken over attributie, daarvoor moeten de
               feiten eerst vaststaan. Het kabinet is evenwel zeer bezorgd over het aanhoudende geweld
               in het conflict in en rond Nagorno-Karabach dat ook veel burgerslachtoffers heeft
               gemaakt. Het geweld moet zo snel mogelijk stoppen. Daartoe heeft Nederland beide zijden
               opgeroepen. Dit conflict kan niet militair worden opgelost. Het is van groot belang
               dat de partijen terugkeren naar de onderhandelingstafel van de OVSE Minsk Groep.
            
Vraag 2
            
Bent u op de hoogte van de geluiden dat er ook doelwitten binnen de Armeense landsgrenzen
               worden getroffen?
            
Antwoord 2
            
Ja.
Vraag 3
            
Hoe verklaart u uw afzijdige houding in dit conflict aan de grens van Europa?
Antwoord 3
            
Ik heb reeds op 29 september jl. met beide Ministers van Buitenlandse Zaken gebeld
               en hen opgeroepen tot de-escalatie en terugkeer naar onderhandelingen. Premier Rutte
               belde op 13 oktober jl. met de Armeense premier. Mede dankzij Nederlandse inzet heeft
               de Europese Raad op 1 oktober jl. ook opgeroepen tot de-escalatie en zich uitgesproken
               tegen elke inmenging van buitenaf. De Minsk Groep is het aangewezen platform en is
               nauw betrokken.
            
Vraag 4
            
Bent u bereid om de Azerbeidzjaanse ambassadeur ter verantwoording te roepen over
               het oplaaien van het conflict en het starten van deze militaire operatie?
            
Antwoord 4
            
Beide partijen wijzen naar elkaar. Op dit moment doet het kabinet geen uitspraken
               over attributie, daarvoor moeten de feiten eerst vaststaan. Het is nu vooral belangrijk
               dat dit geweld zo snel mogelijk stopt. Nederland en de EU blijven beide partijen oproepen
               om de wapens neer te leggen.
            
Vraag 5
            
Bent u op de hoogte van de rol die Turkije inneemt in het conflict over Nagorno-Karabach
               en van het feit dat Turkije Syrische huurlingen naar Nagorno-Karabach stuurt?
            
Antwoord 5
            
Zoals medegedeeld in het verslag van de Europese Raad (Kamerstuk 2020Z19670), kan het kabinet inmiddels berichten dat Nederland het zeer waarschijnlijk acht
               dat Turkije militair betrokken is bij het conflict in en rond Nagorno-Karabach. De
               exacte aard van deze betrokkenheid kan vooralsnog niet worden vastgesteld. Daarnaast
               is het kabinet er inmiddels van op de hoogte dat Turkije inderdaad betrokken is bij
               de inzet van Syrische strijders aan Azerbeidzjaanse zijde. In algemene zin is bekend
               dat Azerbeidzjan en Turkije nauwe banden met elkaar onderhouden, waaronder samenwerking
               op militair terrein. Die samenwerking betreft onder andere gezamenlijke oefeningen
               en leveringen van militair materieel in de afgelopen jaren.
            
Vraag 6
            
Deelt u de opvatting dat de inmenging en het agressieve taalgebruik van president
               Erdogan leidt tot verdere escalatie van het conflict?
            
Antwoord 6
            
Het kabinet heeft conform moties Karabulut (22 501-02, nr. 2218), Voordewind cs. (35 373, nr. 8) en Van Helvert cs. (22 501-02, nr. 2216) de oorlogsretoriek van alle landen, waaronder Turkije, in EU verband veroordeeld,
               en zowel in EU als NAVO verband zorgen geuit over buitenlandse inmenging. Daarbij
               zijn alle landen, waaronder Turkije, opgeroepen om zich in te zetten voor het handhaven
               van het staakt-het-vuren en een terugkeer naar de onderhandelingstafel onder auspiciën
               van de OVSE Minsk Groep.
            
Vraag 7
            
Bent u bereid om, in navolging van Frankrijk en Rusland, opheldering te vragen van
               Turkije over de aanwezigheid van strijders uit Syrië in Nagorno-Karabach?
            
Antwoord 7
            
Het kabinet heeft in lijn met de motie Voordewind en Van Helvert (22 501-02, nr. 2216) in de Noord-Atlantische Raad zijn zorgen uitgesproken over de contra-productieve
               externe inmenging in het conflict, en alle landen, waaronder NAVO-bondgenoot Turkije,
               opgeroepen de implementatie van het staakt-het-vuren te bevorderen. Bovendien is deze
               kwestie ook aan de orde gesteld in bilaterale gesprekken met Turkije. Daarnaast wijs
               ik op de diverse verklaringen van de EU Hoge Vertegenwoordiger waarin de EU zich uitspreekt
               tegen externe inmenging. Dit geldt ook voor EU verklaringen binnen de OVSE en de Raad
               van Europa.
            
Vraag 8
            
Vindt u ook niet dat sancties opgelegd dienen te worden aan Azerbeidzjan en Turkije,
               indien niet spoedig een einde wordt gemaakt aan de oorlogsvoering?
            
Antwoord 8
            
Het kabinet zet in op een eensgezind EU optreden dat bijdraagt aan de inspanningen
               van de OVSE Minsk Groep om de partijen richting een staakt-het-vuren te bewegen. Daarbij
               staat Nederland in contact met de co-voorzitters van de OVSE Minsk Groep om te bezien
               hoe Nederland dat proces het beste kan ondersteunen. Op dit moment zijn sancties niet
               aan de orde.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
