Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Baudet over de gezondheidsschade van windturbines
Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gezondheidsschade van windturbines (ingezonden 29 september 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat),
mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 30 oktober 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 389.
Vraag 1
Bent u bekend met de wetenschappelijke onderzoeken die onomstotelijk bewijzen dat
het (laagfrequente) geluid van windturbines (ernstige) gezondheidsklachten veroorzaakt
bij omwonenden?1
Antwoord 1
Voor zover mij bekend zijn er geen wetenschappelijke onderzoeken die onomstotelijk
bewijzen dat het (laagfrequente) geluid van windturbines (ernstige) gezondheidsklachten
veroorzaakt bij omwonenden. De resultaten van het medische onderzoek van het LUMC
dat in de radiouitzending wordt genoemd, zijn nog niet gepubliceerd. Het RIVM heeft
er ook geen kennis van kunnen nemen, ook niet van voorlopige onderzoeksgegevens. Ik
zal het RIVM vragen naar de onderzoeksresultaten te kijken wanneer deze gepubliceerd
worden.
Vraag 2
Erkent u dat mensen met hartklachten door windturbines een vergroot risico lopen op
beroertes en hartinfarcten? Erkent u dat windturbines ook oorsuizen, geheugen- en
concentratieverlies, hoofdpijn en slaapstoornissen veroorzaken?
Antwoord 2
Vooralsnog is er geen wetenschappelijke basis om te erkennen wat u noemt in uw vragen.
Ik sluit mij aan bij het standpunt van het RIVM hierover.
Vraag 3
Bent u bekend met de Deense maximale geluidsnorm voor laagfrequent geluid van 20 decibel
binnenshuis? Waarom gelden er in Nederland geen maximale geluidsnormen voor laagfrequent
geluid binnenshuis?
Antwoord 3
Ja, die Deense geluidsnorm voor laagfrequent geluid is mij bekend. De Nederlandse
normen voor windturbinegeluid beslaan het hele geluidsspectrum, dus ook het laagfrequente
deel van het geluid. Van een aparte norm voor laagfrequent geluid, zoals in Denemarken,
wordt geen meerwaarde verwacht, aangezien deze een vergelijkbare bescherming biedt,
zoals ik reeds heb aangegeven in antwoord op een vraag over windpark Spui (Aanhangsel
van de Handelingen 2019–2020, nr. 2793, p. 8, vraag 30). De Nederlandse normen voor windturbinegeluid blijken in de praktijk
ongeveer even streng als de Deense norm voor laagfrequent geluid.
Vraag 4
Bent u bekend met de Duitse minimale afstandsnorm van 1.000 meter tussen windturbines
en woningen? Waarom mogen in Nederland in principe wél windturbines worden gebouwd
in de omgeving van woningen?
Antwoord 4
Ja, ik ben bekend met die Duitse afstandsnorm. In Nederland hebben we indertijd gekozen
voor normering van geluidbelasting op de gevel. De normering voor geluid van windturbines
is gebaseerd op onderzoek naar de ervaren hinder van windturbines bij een bepaalde
geluidbelasting op de gevel. De normering beoogt de hinder te beperken en heeft, afhankelijk
van de omstandigheden, gevolgen voor de maximale afstand tot bebouwing. Bij de toepassing
van de geluidnormen wordt onder andere gekeken naar het type ondergrond in de omgeving;
geluid draagt bijvoorbeeld verder over water dan over land. Ook het type windturbine
en de meteorologische omstandigheden spelen een rol. Door rekening te houden met dergelijke
omstandigheden kan de toepassing van geluidnormen veel preciezer zijn dan de toepassing
van een afstandsnorm.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat de gezondheid van kwetsbare groepen nooit mag worden opgeofferd
voor uw «klimaatdoelstellingen»?
Antwoord 5
Bij het realiseren van klimaatdoelstellingen vindt een integrale afweging plaats,
waarbij meerdere belangen worden betrokken. Ook het belang van gezondheid wordt meegenomen
in deze afweging. Daarom zijn er normen waaraan elk windpark moet voldoen, zoals voor
geluid en slagschaduw.
Vraag 6
Bent u bekend met de tekst «In hoeverre laagfrequent geluid zorgt voor overlast is
nog in onderzoek» op uw website? Op welk onderzoek doelt u hier precies? Wanneer verwacht
u de uitkomsten van dat onderzoek?2
Antwoord 6
Ja, ik ben bekend met de tekst op deze website. Er wordt niet op één specifiek onderzoek
gedoeld, maar dat de kennisvergaring over laagfrequent geluid een continu proces is.
Laagfrequent geluid is een complex onderwerp en meer onderzoek naar de gezondheidseffecten
is gewenst.
Ik heb het RIVM gevraagd om de bestaande kennis omtrent laagfrequent geluid in het
algemeen beter toegankelijk te maken en na te gaan naar welke aspecten van laagfrequent
geluid nader onderzoek gewenst is. Binnen het onderzoeksprogramma wordt ook aandacht
besteed aan de omvang van de problematiek. Ik verwacht u voor de zomer van 2021 nader
te informeren over dit onderzoeksprogramma. Bij de voorbereiding ervan werkt mijn
ministerie samen met de Ministeries van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Vraag 7, 8
Waarom wordt er nu al massaal ingezet op de bouw van duizenden extra windturbines,
terwijl er naar uw eigen oordeel nog onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gezondheidsschade
die hierdoor wordt veroorzaakt? Hoe verhoudt zich dat tot het voorzorgsbeginsel, inhoudende
dat de overheid uit voorzorg geen ingrijpende besluiten neemt die mogelijk nadelig
zijn voor de gezondheid van mensen?
Bent u bereid om alle plannen voor de bouw van windturbines in de omgeving van woningen
per direct te stoppen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7, 8
Het geluidsspectrum van windturbines wijkt niet noemenswaardig af van dat van andere
bronnen, zoals bijvoorbeeld transportgeluid. Er is geen indicatie dat het laagfrequente
deel van windturbinegeluid andere effecten heeft op omwonenden dan geluid in het algemeen,
noch dat infrasoon geluid onder de hoorbaarheidsgrens enig effect kan hebben. In het
wetenschappelijk onderzoek dat tot nu toe is gedaan zijn geen duidelijke aanwijzingen
gevonden voor een direct verband met gezondheidseffecten, anders dan hinder en mogelijk
slaapverstoring. De huidige geluidsnormering is al gericht op het beperken van hinder
en slaapverstoring.
Zoals ik in mijn beantwoording van een vraag over windpark Spui reeds heb aangegeven
(Aanhangsel van de Handelingen 2019–2020, nr. 2793, p. 8, vraag 32), zie ik geen aanleiding om projecten in voorbereiding uit voorzorg
stil te leggen. Bij de totstandkoming van een windmolenproject wordt door het bevoegd
gezag getoetst of aan de wettelijke normen, zoals bijvoorbeeld geluid en slagschaduw,
kan worden voldaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.