Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kerstens en Kuiken over de toegankelijkheid van gemeentelijke websites voor slechtzienden en slechthorenden
Vragen van de leden Kerstens en Kuiken (beiden PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de toegankelijkheid van gemeentelijke websites (ingezonden 24 september 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
29 oktober 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Overheden lappen regels voor toegankelijke websites
aan hun laars»?1 en herinnert u zich de antwoorden op de eerdere schriftelijke vragen van de leden
Kerstens en Kuiken (beiden PvdA) over hetzelfde onderwerp (antwoorden ontvangen 22 april
2020)?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat ieder mens kan deelnemen in de samenleving
en dat het daarmee essentieel is dat de overheid toegankelijk is voor iedereen, ook
voor mensen met een beperking?
Antwoord 2
Ja. Daarom heb ik de afgelopen jaren werk gemaakt van digitale inclusie. Want iedereen
moet kunnen meedoen, óók in de informatiesamenleving. Het kabinetsplan voor digitale
inclusie is in december 2018 gepresenteerd. De toegankelijkheid van de online informatie
en dienstverlening van de overheid maakt deel uit van dat plan en de uitvoering ervan
is in volle gang.3
Vraag 3
Herkent u het beeld dat op dit moment de toegankelijkheid van overheidswebsites nog
steeds onvoldoende is, en dat er slechts zeventig van de tweeduizend in kaart gebrachte
overheidswebsites voldoen aan de wettelijke eisen? Zo ja, waarom is de toegankelijkheid
van deze websites nog steeds onvoldoende, terwijl er in 2018 al verbetering is beloofd?
Zo nee, waarom zijn deze websites in haar huidige vorm volgens u voldoende toegankelijk?
Antwoord 3
Het beeld is juist dat de toegankelijkheid van overheidswebsites op dit moment nog
niet op het gewenste niveau is. Het beeld dat wordt geschetst in het bericht van de
NOS behoeft echter enige toelichting. In het antwoord op de vragen 4, 5 en 6 wordt
daarop nader ingegaan.
Vraag 4, 5 en 6
Hoe kan het dat het kabinet dit probleem al sinds 2015 als zorgwekkend bestempelt
maar dat het probleem op dit moment nog steeds in zo veel gemeenten niet is verholpen?
Wat heeft u tot nu toe ondernomen om de toegankelijkheid van overheidswebsites te
verbeteren? Waarom heeft dit niet tot een beter resultaat geleid?
Wat bent u voornemens te doen om deze problemen te verhelpen en zodoende de toegankelijkheid
voor een ieder in onze samenleving te waarborgen?
Antwoord 4, 5 en 6
De wettelijke verplichting die op 23 september 2020 is ingegaan voor alle overheidswebsites
houdt in dat overheidsinstanties «de noodzakelijke maatregelen» moeten nemen om hun
websites toegankelijker te maken. Tevens dienen overheidsinstanties daarover verantwoording
af te leggen in een openbare, gestandaardiseerde toegankelijkheidsverklaring. Deze
verklaringen bieden een beeld van de mate van toegankelijkheid van websites. Enkel
bij verklaringen met de status «voldoet volledig» wordt aan alle toegankelijkheidseisen
voldaan. Inmiddels is voor 20184 websites een toegankelijkheidsverklaring gepubliceerd. De waarde van de verklaringen
is dat het heeft geleid tot aanzienlijk meer inzicht in de mate van toegankelijkheid
van overheidswebsites. Gevolg van dat inzicht is dat overheidsinstanties doelgerichter
maatregelen kunnen nemen om de toegankelijkheid verder te verbeteren. Doel is het
bereiken van genoemde status «voldoet volledig»; de statussen «eerste maatregelen
genomen» en «voldoet gedeeltelijk» zijn de tussenstappen op weg naar het einddoel.
Vermeldenswaardig is dat de openbare verklaringen belanghebbenden in staat stellen
om actief bij te dragen aan de verbetering van de toegankelijkheid. Een aansprekend
voorbeeld hiervan is de Toolkit toegankelijke gemeentewebsites die is ontwikkeld door
Ieder(in), het netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte.5
Sinds de publicatie van de Europese webtoegankelijkheidsrichtlijn in 2016 is veel
werk gemaakt van het vergroten van bewustwording rondom toegankelijkheid. Zo is de
nieuwe verplichting op verschillende manieren bij overheidsinstanties onder de aandacht
gebracht; via informatiebijeenkomsten, workshops, webinars, publicaties, antwoorden
op veel gestelde vragen en een informatieve website www.digitoegankelijk.nl. Ook is actief gestuurd op publicatie van toegankelijkheidsverklaringen vóór 23 september.
Dit heeft niet het gewenste resultaat gehad, want nog niet alle overheidswebsites
hebben een toegankelijkheidsverklaring. In de praktijk blijkt er niet zozeer sprake
te zijn van onwil om toegankelijkheidsproblemen te verhelpen, maar van belemmeringen
die worden ervaren. De meest voorkomende redenen die worden opgegeven waarom websites
nog niet (volledig) toegankelijk zijn, zijn te weinig kennis, beperkt organisatorisch
vermogen, beperkte middelen en te weinig bestuurlijke betrokkenheid.6 Door meer prioriteit te geven aan digitale toegankelijkheid zijn de genoemde belemmeringen
weg te nemen.
Na 23 september is in kaart gebracht welke overheidsinstanties nog geen invulling
hebben gegeven aan de wettelijke verplichting. Dat overzicht wordt door het Ministerie
van BZK actueel gehouden aan de hand van de nieuw gepubliceerde verklaringen op www.toegankelijkheidsverklaring.nl.
Om zo snel mogelijk alsnog alle overheidsorganisaties een toegankelijkheids-verklaring
te laten publiceren, worden in elk geval de komende maanden alle gemeenten, waterschappen,
provincies en rijksoverheidsorganisaties zonder een (geldige) verklaring benaderd
door toegankelijkheidsteams van de overheid en het expertisecentrum Digitoegankelijk.
De teams wijzen de organisatie op de wettelijke verplichting dat voor elke website
ten minste een toegankelijkheidsverklaring moet worden gepubliceerd. De benaderde
overheidsinstanties dienen in kaart te brengen hoeveel websites onder hun verantwoordelijkheid
vallen, dienen voor elke in kaart gebrachte website de belangrijkste verbetermaatregelen
te benoemen en vervolgens een toegankelijkheidsverklaring op te stellen.
Ook de overheden die een verklaring hebben gepubliceerd met status «voldoet niet»
worden benaderd. Ook zij worden aangespoord om verbetermaatregelen te nemen en op
basis daarvan hun toegankelijkheidsverklaring bij te werken. Deze toegankelijkheidsteams
gaan overheden niet alleen aanjagen om de toegankelijkheid te verbeteren, maar zullen
ook adviseren over het wegnemen van de organisatorische obstakels die het volledig
voldoen aan de eisen in de weg staan. Het effect van de inzet van deze teams zal nog
voor het einde van dit jaar zichtbaar worden bij mijn eigen ministerie en bij andere
onderdelen van de rijksoverheid en voor medeoverheden in de eerste maanden van 2021.
Vraag 7
Hoe lang gaat het duren voordat u «handhavend» zal optreden tegen gemeenten die niet
bereid zijn dit probleem te verhelpen en welke middelen heeft u daartoe tot uw beschikking?
Antwoord 7
In de laatste alinea’s van de vorige vraag ben ik reeds ingegaan op de maatregelen
die achterblijvende overheidsinstanties moeten aanzetten tot actie.
In aanvulling daarop: de vooruitgang in toegankelijkheid zal de komende jaren worden
gemeten aan de hand van de stand in het register op peildatum 23 september 2020. En
dan niet door enkel te kijken naar verklaringen met status «voldoet volledig», maar
ook naar de andere nalevingsstatussen, naar de verbetermaatregelen en naar de erbij
horende planning die overheidsinstanties in hun verklaringen hebben opgenomen. In
december 2021 moeten de lidstaten voor het eerst aan de Europese Commissie rapporteren
over de voortgang van de toegankelijkheidsverplichting. Ook de Tweede Kamer zal deze
rapportage ontvangen.
De bepalingen over toezicht en handhaving zullen in de komende Wet digitale overheid
(Wdo) na inwerkingtreding van toepassing zijn op het, nu nog tijdelijk, Besluit digitale
toegankelijkheid overheid. Het toezicht tussen overheden wordt interbestuurlijk vormgegeven.
Zo zijn in geval van gemeenten en waterschappen de gemeente- en waterschapsraden verantwoordelijk
voor de horizontale controle op de naleving en de provincie voor het verticale toezicht.
De Wdo ligt momenteel ter behandeling in de Eerste Kamer.
De nieuwe aanpak vergt gewenning, zowel voor overheidsorganisaties als voor de organisaties
die een rol gaan spelen in het toezicht op digitale toegankelijkheid, zoals provincies,
provinciale staten, gemeente- en waterschapsraden. De eerste praktijkervaringen zijn
opgedaan en andere Europese lidstaten bevinden zich in dezelfde fase. In december
2021 moeten de lidstaten voor het eerst aan de Europese Commissie rapporteren over
de voortgang van de toegankelijkheidsverplichting. Ook de Tweede Kamer zal deze rapportage
ontvangen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.