Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bromet en Van den Nieuwenhuijzen over de artikelen 'Milieuwetten Brazilië versoepeld: bescherming kustbossen opgeheven» en «Import sojabonen uit Brazilië 40 procent hoger'
Vragen van de leden Bromet en Van den Nieuwenhuijzen (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de artikelen «Milieuwetten Brazilië versoepeld: bescherming kustbossen opgeheven» en «Import sojabonen uit Brazilië 40 procent hoger» (ingezonden 2 oktober 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 28 oktober
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen «Milieuwetten Brazilië versoepeld: bescherming kustbossen
opgeheven» en «Import sojabonen uit Brazilië 40 procent hoger»?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de vrijgekomen kustgebieden vooral voor economische doeleinden
zullen worden gebruikt? Kunt u toelichten of u via diplomatieke kanalen uw zorgen
hierover heeft geuit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Op 28 september jl. heeft de Nationale Raad voor Milieu van Brazilië een aantal bestuursrechtelijke
besluiten ingetrokken, inclusief een besluit uit 2002 over de bescherming van bepaalde
kustgebieden, zoals mangroves en loofbossen langs de kust genaamd restingas. De Braziliaanse regering heeft vermindering van bureaucratie als reden hiervoor
aangevoerd. Zij is van mening dat de bestaande boswet van 2012 bescherming biedt voor
deze gebieden. De specifieke kustgebieden worden beschermd onder deze boswet, maar
in mindere mate. Onder het oude besluit werd een gebied van 300 meter rondom deze
specifieke kustgebieden beschermd. Onder de huidige boswet worden alleen de specifieke
kustgebieden beschermd. Een aantal milieuorganisaties en ngo’s heeft kritiek geuit
op de intrekking van deze besluiten. Zij waarschuwen voor negatieve gevolgen en wijzen
o.a. op een negatieve impact op ecosystemen. Het is nog niet bekend of genoemde intrekking
juridisch of politiek zal worden aangevochten.
Nederland voert, bilateraal en met Europese partners, een actieve dialoog met de Braziliaanse
regering over het belang van klimaat- en milieubescherming en de bestrijding van ontbossing.
Zorgen over pogingen om de effectiviteit van het geheel van wet- en regelgeving in
te perken worden daarbij ook geuit. Daarnaast benadrukt Nederland het belang van effectieve
handhaving.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat Nederland in de eerste zes maanden van 2020 40% meer
sojabonen uit Brazilië heeft geïmporteerd dan in het eerste halfjaar van 2019? Hoe
komt het dat de import zo is gegroeid?
Antwoord 3
Ja. Deze toename hangt waarschijnlijk vooral samen met de dit jaar verder teruggelopen
Europese productie van raapzaadolie en aanbod van Europees raapzaadmeel. Deze afname
wordt deels gecompenseerd door geïmporteerde soja.
Brazilië en de VS zijn de allergrootste exporteurs van sojabonen. De import van sojabonen
uit Brazilië in Europa is sinds 2018 sterk toegenomen. Dit heeft te maken met handelspolitieke
en geopolitieke ontwikkelingen tussen de VS en China (een sterke stijging van de export
van sojabonen uit de VS naar China en een grote daling van de export van Braziliaanse
sojabonen naar China), en de voor export gunstige wisselkoers van de Braziliaanse
Reaal.
De hoeveelheid soja die in het Nederlandse veevoer wordt verwerkt is in de afgelopen
jaren niet substantieel toegenomen.3 De toegenomen hoeveelheid geïmporteerde sojabonen in Nederland is daarom waarschijnlijk
bestemd voor elders in Europa. De bijzondere Nederlandse importpositie wordt voor
een belangrijk deel bepaald door de havens van Amsterdam en Rotterdam en de aanwezigheid
van grote crushers die een groot deel van het Europese achterland bedienen van sojabonen, schroot en
olie.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat Nederland sojabonen importeert uit een land waar milieuwetten
worden opgeheven ten behoeve van economische doeleinden? Kunt u uw antwoord uitgebreid
toelichten?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 2, voert Nederland, bilateraal en met Europese
partners, een actieve dialoog met de Braziliaanse regering over het belang van klimaat-
en milieubescherming en de bestrijding van ontbossing. Nederland voert deze dialoog
aan de ene kant om zorgen over te brengen, maar ook om met Brazilië samen te werken
aan de samenhangende doelen van economische ontwikkeling, verduurzaming van landbouwproductie,
naleving van mensenrechten en behoud van waardevolle bossen en biodiversiteit. De
open brief die Nederland op 15 september jl. samen met 6 Europese partners uit het
Amsterdam Declarations Partnership (ADP) en België aan Brazilië heeft gestuurd, past
in de Nederlandse ambitie om de dialoog met Brazilië over het verduurzamen en ontbossingsvrij
maken van agrarische handelsketens te verdiepen. Daarnaast werkt Nederland samen met
de andere lidstaten van de Europese Unie, mede in het kader van de Green Deal, aan
het verduurzamen van de vraag naar agrarische grondstoffen als soja in de EU. Samen
met de ADP-landen zet Nederland ook in op een ambitieuze uitwerking van de EU-mededeling
over bescherming en herstel van bossen wereldwijd, gericht op effectieve maatregelen
om de import van agrarische grondstoffen in de EU ontbossingsvrij te maken. Daarmee
wordt een sterk signaal afgegeven aan landen als Brazilië om de productie van deze
grondstoffen verder te verduurzamen.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat de groei van de Nederlandse import van sojabonen voor met
name veevoer uit Brazilië invloed heeft op de ontbossing in Brazilië? Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De Nederlandse consumptie van sojabonen via veevoer in vlees, zuivel en eieren is
de afgelopen jaren niet substantieel toegenomen. Het volume van die consumptie is
sinds 2015 afgedekt met duurzaamheidscertificaten die o.a. garanderen dat de productie
vrij was van ontbossing.
Volgens de laatste Europese sojamonitor (meetjaar 2018) komt 77% van de soja die uit
Brazilië naar Europa wordt geëxporteerd uit gebieden in het noorden van Brazilië,
met een laag risico op ontbossing. Die regio is dus niet vrij van ontbossing. Zoals
verder toegelicht in het antwoord op vraag 4, zet Nederland daarom in op Europese
samenwerking en EU-maatregelen die gericht zijn op het helpen creëren van één Europese
markt voor ontbossingsvrije en duurzaam geproduceerde soja.
Vraag 6
Deelt u de mening dat Nederland als grote importeur medeverantwoordelijk is voor het
voorkomen dat Brazilië de milieuwetten daadwerkelijk opheft? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Er is voor zover mij bekend geen direct verband tussen het intrekken van het hierboven
genoemde besluit over de bescherming van kustgebieden en sojateelt.
Twee andere besluiten die op 28 september jl. zijn ingetrokken respectievelijk aangepast
door de Nationale Raad voor Milieu, hebben wel effect op de agrosector en daarmee
mogelijk ook op de sojateelt. Het gaat ten eerste om een besluit over het reguleren
van milieuvergunningen voor irrigatieprojecten. Dit besluit is ingetrokken en gaf
prioriteit aan irrigatiemethoden met een lager verbruik van water en energie. Ten
tweede is een besluit aangepast over de regulering van afvalverbrandingsovens. Volgens
het aangepaste besluit mogen pesticides wel verbrand worden in draaitrommelovens waar
dit voorheen was verboden.
Zie verder het antwoord op vraag 2 en 4.
Vraag 7
Bent u bereid in EU-verband uw zorgen te uiten over deze opheffing van milieuwetten
en in gesprek te gaan over mogelijke tegenmaatregelen, zowel op het diplomatieke vlak
als bij de import van soja?
Antwoord 7
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 2 en 4 voert Nederland een actieve dialoog met
de Braziliaanse regering over klimaat- en milieubescherming, zowel bilateraal als
met Europese partners. Tegenmaatregelen zijn hierbij niet aan de orde.
Vraag 8
Deelt u de mening dat in het kader van kringlooplandbouw en de eiwittransitie de import
van sojabonen voor veevoer buiten Europa aan banden gelegd moet worden? Zo ja, hoe
gaat u dit bewerkstelligen?
Antwoord 8
In de LNV-visie «Waardevol en verbonden» is aangekondigd dat de komende periode een
omslag gaat plaatsvinden waardoor veehouders steeds meer voer gebruiken dat zij zelf
hebben geteeld of dat zij hebben aangekocht van bij voorkeur lokale of regionale producenten.
Ook benutten zij in het veevoer steeds meer rest- en bijproducten uit de humane voedingsindustrie.
Zoals in de contouren van de Nationale Eiwitstrategie is toegelicht, wil het kabinet
meer inzetten op andere teelten, innovatie en het gebruik van reststromen om in de
nationale eiwitbehoefte te voorzien om zodoende de afhankelijkheid van o.a. geïmporteerde
soja te verminderen. De Nationale Eiwitstrategie zal eind 2020 aan uw Kamer worden
toegestuurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.