Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de huidige visie van het kabinet op het gebruik van hydroxychloroquine in de strijd tegen COVID-19
Vragen van de leden Van Haga (Van Haga) en Baudet (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de huidige visie van het kabinet op het gebruik van hydroxychloroquine in de strijd tegen COVID-19. (ingezonden 12 oktober 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 28 oktober 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het Nederlandse onderzoek, getiteld «Early Hydroxychloroquine
but not Chloroquine use reduces ICU admission in COVID-19 patients», waarvan op 23 september
2020 de resultaten zijn gepubliceerd?1
en
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4 en 5
Wat vindt u van de belangrijkste bevinding uit het onderzoek, dat er 53% minder kans
bestaat op een IC-opname wanneer een patiënt binnen één dag na opname in het ziekenhuis
hydroxychloroquine krijgt toegediend?
Bent u, nu wederom uit onderzoek is gebleken dat vroege behandeling met – onder andere
– hydroxychloroquine het risico verkleint op progressie van COVID-19 in het lichaam
van een patiënt, nog steeds van mening dat er geen objectiveerbare aanleiding bestaat
om over te gaan tot extra inspanningen met betrekking tot het beschikbaar houden van
hydroxychloroquine ter bestrijding van COVID-19? Zo ja, waarom?
Vindt u niet dat er in de laatste maanden veel nieuwe en hoopvolle onderzoeksresultaten
zijn gepubliceerd en dat u het aan de Nederlandse burger verplicht bent dit serieus
te nemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen naar aanleiding van de nieuwe
informatie?
Vindt u niet dat er tenminste sprake zou moeten zijn van een vervolg op de hiervoor
aangehaalde studie, daar de resultaten hoopvol zijn en er mogelijk mensenlevens kunnen
worden gered met de vroege toediening van hydroxychloroquine? zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3, 4 en 5
In lijn met eerdere antwoorden3 op vragen van uw Kamer benadruk ik dat het met name aan de deskundigen4 is om zich een oordeel te vormen over de inzet van hydroxychloroquine – eventueel
in combinatie met andere middelen – ter voorkoming of behandeling van Covid-19. Daarbij
zullen we de ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen om in overleg met de partijen
in de gehele geneesmiddelenketen de beschikbaarheid van hydroxychloroquine te bewaken.
Ook is eerder aangegeven dat een adviespanel is ingesteld om te adviseren over wetenschappelijk
onderzoek naar mogelijke medicijnen voor Covid-19. De vraag naar meerwaarde van onderzoek
naar hydroxychloroquine ligt ook bij hen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.