Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid van Nispen over het interview met de broer van kroongetuige Nabil B.
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het interview met de broer van een kroongetuige (ingezonden 28 september 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 27 oktober 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 392.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het interview met de broer van kroongetuige Nabil B.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de constatering dat de broer van kroongetuige Nabil B. een hoogoplopend
conflict heeft met het openbaar ministerie (OM) over zijn beveiliging, en het bericht
dat zijn advocaat het werk neer dreigt te leggen, dat hij zich onveilig voelt en zich
niet serieus genomen voelt door het OM?
Antwoord 2
Allereerst wil ik benadrukken dat ik het betreur dat de familieleden van de kroongetuige
zich in deze moeilijke omstandigheden bevinden, die begrijpelijkerwijs een grote impact
hebben op hun leefsituatie.
Het komt helaas voor dat te beveiligen personen ontevreden zijn over de (al dan niet)
getroffen beveiligingsmaatregelen. Er wordt voortdurend nauw samengewerkt door de
betrokken diensten om op basis van dreiging en risico passende en proportionele beveiligingsmaatregelen
te treffen, waarbij de veiligheid van de te beveiligen personen centraal staat. Het
bevoegd gezag beslist welke maatregelen worden getroffen en houdt daarbij waar mogelijk
rekening met de wensen van de te beveiligen personen. De persoonlijke wensen en veiligheidseisen
zijn niet altijd verenigbaar, hetgeen soms kan leiden tot conflicten.
Vraag 3
Hoe kan het dat het nieuws over de kroongetuigedeal bekend is gemaakt nog voordat
de beveiliging van familieleden geregeld was, terwijl expliciet en herhaaldelijk gewaarschuwd
was voor de risico’s?
Antwoord 3
Voorafgaand aan het bekendmaken van de deal met de kroongetuige, zijn ten aanzien
van meerdere familieleden maatregelen getroffen, waardoor deze familieleden vóór de
presentatie van de kroongetuige elders waren ondergebracht. Ook met de andere familieleden
werd contact gezocht om te spreken over beveiliging. Dit resulteerde in de meeste
gevallen in afspraken over te nemen maatregelen. Alle afgesproken maatregelen waren
geïmplementeerd op het moment dat de kroongetuige gepresenteerd werd.
Vraag 4
Hoe ver strekt de zorgplicht van de staat als familieleden van kroongetuigen buiten
hun schuld gevaar lopen?
Antwoord 4
Voor alle personen, dus ook familieleden van kroongetuigen, geldt dat de overheid
een verantwoordelijkheid heeft en neemt voor de bescherming van burgers op het moment
dat zij of hun werkgever daarvoor vanwege de dreiging en het risico niet zelf kunnen
zorgen. Welke beveiligingsmaatregelen passend zijn en of, en in hoeverre het functioneren
van een persoon gefaciliteerd kan worden, vergt een zorgvuldige afweging waarbij veiligheid
en maatwerk leidend zijn.
Vraag 5, 6, 7
Erkent u, net als de verantwoordelijke bij het OM, dat de mening van de familie van
de kroongetuige zwaarder meegewogen had moeten worden? Hoe moet deze erkenning opgevat
worden? Wordt hiermee nu erkend dat er fouten zijn gemaakt?
Welke gevolgen zou deze erkenning moeten hebben voor wat betreft de huidige omgang
met de familieleden, maar ook voor eventuele toekomstige gevallen?
Op welke wijze wil het OM dit in toekomstige gevallen verbeteren, zoals gesteld wordt
in het artikel in de Volkskrant? Wat wordt bedoeld met de opmerking «Maar het maatschappelijk
belang speelt ook mee bij de afweging»?
Antwoord 5, 6, 7
Met de uitspraak waarop wordt gedoeld in vraag 5, is bedoeld dat in de besluitvorming
over een deal met een kroongetuige nadrukkelijker de mogelijke positie van familieleden
en andere betrokkenen in de afwegingen hadden kunnen worden betrokken, zoals dat nu
ook gebeurt in nieuwe zaken. Meer aandacht aan de voorkant voor de belangen van familieleden
kan ook leiden tot meer draagvlak voor het beveiligingstraject.
Dat betekent overigens niet dat de uiteindelijke afweging anders zou zijn uitgevallen.
De belangen van criminaliteitsbestrijding en ook nadrukkelijk het voorkomen van nieuwe
liquidaties – soms ook van volstrekt onschuldige derden – waren en zijn juist in deze
casus van bijzonder groot gewicht in de afweging om de deal al dan niet te sluiten.
Dat wordt ook bedoeld met de opmerking «maar het maatschappelijk belang speelt ook
mee bij de afweging». Er was en is veel aan gelegen om dit geweld te stoppen.
Met betrekking tot de huidige omgang met de familieleden zijn de getroffen maatregelen
in overeenstemming gebracht met de ernst van de dreiging die zich heeft gemanifesteerd
in het daadwerkelijk om het leven brengen van onschuldige derden. Het is daarbij van
belang te benadrukken dat bij het nemen van beveiligingsmaatregelen sprake is van
risicomanagement in plaats van risico-uitsluiting.
Vraag 8
Wat vindt u er van dat door een hoge politiefunctionaris die belast is met de beveiliging
van de familie in een gesprek tegen de broer van de kroongetuige zegt «Jullie zitten
gewoon in een soort experiment»?
Antwoord 8
Laat ik vooropstellen dat ik er groot belang aan hecht dat functionarissen die in
dienst staan van de rechtsorde, zoals advocaten, hun professie veilig en zonder vrees
kunnen uitoefenen en daartoe bescherming krijgen als dat nodig is. Mijn beeld en ervaring
is dat de diensten en functionarissen betrokken bij het vormgeven van de beveiliging
professioneel zijn en de veiligheid van personen zo goed mogelijk waarborgen.
Vraag 9
Bent u bereid zelf met de familieleden van de kroongetuige te spreken om hen te horen
hoe het met hen gaat, hoe zij de afgelopen tijd hebben ervaren en wat hen dwars zit?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
De verantwoordelijkheid voor de beveiligingsmaatregelen van de familieleden van de
kroongetuige ligt bij de coördinerend Hoofdofficier van Justitie. Dit is de Hoofdofficier
van Justitie van het arrondissement Midden-Nederland. Het is daarom niet aan mij om
inhoudelijk in te gaan op de door hen geuite zorgen en de besluiten over de al dan
niet getroffen beveiligingsmaatregelen.
Vraag 10
In hoeverre werd en wordt altijd eerst een inschatting gemaakt of de betrokkenen wel
te beveiligen zijn, voordat een deal tussen OM en kroongetuige wordt gesloten?
Antwoord 10
Voordat met een kroongetuige een overeenkomst wordt gesloten zal in het kader van
getuigenbescherming vooraf per situatie bekeken worden of er bescherming nodig is
voor de kroongetuigen, diens naasten en hun rechtsbijstandsverleners en zo ja, voor
wie in welke mate. De veiligheid van betrokkenen wordt steeds zo goed mogelijk gewaarborgd,
vanzelfsprekend wordt de impact van de beveiligingsmaatregelen op het leven van betrokkenen
hierbij in ogenschouw genomen. Daarnaast geldt dat scherp wordt gekeken welke variatie
er mogelijk is in beveiligingsconcepten.
Vraag 11
Vindt u in algemene zin dat, naast inschattingen van veiligheidsrisico’s bij naasten
van personen met wie een deal wordt gesloten, ook overwegingen die te maken hebben
met (beperkte) capaciteit bij de diensten die uiteindelijk voor bescherming en beveiliging
moeten zorgen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
In het kader van het stelsel bewaken en beveiligen is de dreiging en het risico leidend
voor het vaststellen van de benodigde beveiligingsmaatregelen. Proportionaliteit van
de maatregelen is hierbij eveneens een uitgangspunt. Dat neemt niet weg dat de mensen
en middelen die nodig zijn voor het instellen en uitvoeren van de beveiligingsmaatregelen
per definitie schaars zijn. Het vraagt daarom een voortdurende en zorgvuldige afweging
van de overheid om maatregelen proportioneel en efficiënt in te zetten.
Ik heb uw Kamer in juni jl.2 laten weten dat dat het aantal personen en objecten dat langdurig en intensief bewaakt
en beveiligd wordt, is toegenomen. Dit zal naar verwachting niet verminderen. Daarom
versterk ik structureel het stelsel bewaken en beveiligen over de gehele linie zodat
steeds passende beveiligingsmaatregelen geboden kunnen worden aan personen die dat
nodig hebben, zonder dat opschaling onmiddellijk leidt tot druk op de capaciteit elders.
Daarbij blijft proportionaliteit van de maatregelen nog steeds een van de uitgangspunten.
Vraag 12
Wat is op dit moment de exacte stand van zaken met de capaciteit bij deze diensten?
Antwoord 12
In mijn brief van 16 december jl.3 ben ik in gegaan op de voortgang van de verbeteringen in de stelsels bewaken en beveiligen
en getuigenbescherming. In mijn brief van 18 juni jl. 4 heb ik uiteengezet welke investeringen ik heb gedaan in de stelsels van bewaken en
beveiligen en getuigenbescherming. Hiermee worden deze stelsels over de gehele linie
versterkt, zodat beveiligingsmaatregelen tijdig, effectief en adequaat ingezet kunnen
worden wanneer er sprake is van dreiging, risico of de mogelijkheid van geweld. De
investering wordt tevens ingezet om de uitvoering van beveiligingsmaatregelen te flexibiliseren.
Het doel is steeds passende beveiligingsmaatregelen te bieden aan de personen die
dat nodig hebben, zonder dat opschaling onmiddellijk leidt tot druk op de capaciteit
elders.
Op dit moment wordt door de betrokken organisaties hard gewerkt aan de uitbreiding
van capaciteit ten behoeve van de uitvoering en doorontwikkeling van het stelsel bewaken
en beveiligen. Ik houd u van de voortgang op de hoogte in mijn brieven over de maatregelen
in het kader van het breed offensief tegen de georganiseerde criminaliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.