Schriftelijke vragen : Schijnconstructies en wanpresterende uitzendbureaus
Vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Bruins (ChristenUnie) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over schijnconstructies en wanpresterende uitzendbureaus (ingezonden 27 oktober 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Veka Shipyard in Lemmer wacht miljoenenclaim na
vonnis over onderbetaling van Roemenen»?1
Vraag 2
Wat vindt u van de door Veka Shipyard gehanteerde schijncontructie, namelijk het
oprichten van buitenlandse onderaannemers om werknemers minder te betalen?
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat het onacceptabel lang heeft geduurd, aangezien FNV deze
zaak al in 2015 heeft aangekaart en het dus vijf jaar heeft geduurd voordat is vastgesteld
dat er sprake is van onderbetaling?
Vraag 4
Bent u bereid iets te doen, bijvoorbeeld door een boetebeding op te nemen in Artikel
8 vd Waadi aangezien de naleving van de cao bij sociale partners ligt terwijl deze
zaak aantoont dat de instrumenten die daarbij ter beschikking gesteld worden, beperkt
zijn?
Vraag 5
Wat onderneemt u tegen het feit dat de schadevergoeding die Veka als gevolg van de
uitspraak moet betalen aan FNV, in geen verhouding staat tot het achterstallige loon
dat niet is betaald, waardoor het verdienmodel zeer lucratief blijft?
Vraag 6
Wat onderneemt u om het probleem te ondervangen dat de Wet aanpak schijnconstructies
(WAS) zo is ingericht dat individuele werknemers zelf een loonvordering moeten instellen,
ook als de onderbetaling al is vastgesteld (zoals in de zaak FNV/Veka) en dit in het
geval van arbeidsmigranten – zeker na vijf jaar – lastig is te realiseren, zodat arbeidsmigranten
betere bescherming krijgen alsmede het loon waar ze recht op hebben?
Vraag 7
Hoe staat het met de uitvoering van de op 30 januari 2020 aangenomen motie van de
leden Smeulders en Palland om het mogelijk te maken dat ook vakbonden in naam van
werknemers de WAS kunnen inschakelen opdat zij kunnen optreden voor collectieven van
individuele werknemers?2
Vraag 8
Hoeveel bedrijven in Nederland hanteren vergelijkbare schijnconstructies als het veroordeelde
bedrijf?
Vraag 9
Wat onderneemt de Inspectie SZW tegen dit soort schijnconstructies? Hoe vaak worden
(preventieve) controles uitgevoerd?
Vraag 10
Bij hoeveel bedrijven zijn de afgelopen jaren schijnconstructies blootgelegd door
de Inspectie SZW? Om hoeveel werknemers ging het en wat is hun nationaliteit? Hoeveel
inkomsten zijn zij als gevolg van deze schijnconstructies misgelopen?
Vraag 11
Gaat u dit soort schijnconstructies en onderbetaling met alle mogelijke middelen bestrijden?
Vraag 12
Gaat u ook op Europees niveau aandringen op het tegengaan van dit soort schijnconstructies
en premieshoppen?
Vraag 13
Wat is uw oordeel over het bericht «Verplicht vergunning voor uitzendbureaus in strijd
tegen belabberde huisvesting»?3
Vraag 14
Erkent u dat het toezicht op de huisvesting en arbeidsomstandigheden zeer onoverzichtelijk
en verbrokkeld is, waardoor er veel te weinig gebeurt aan misstanden?
Vraag 15
Deelt u de mening dat een vergunningplicht voor uitzendbureaus noodzakelijk is om
een eind te maken aan wanpresterende uitzendbureaus?
Vraag 16
Hoe staat het met de uitvoering van de motie aangenomen juni 2020, om dit te realiseren?4
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.