Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht dat zorgsectoren bakkeleien over opleidingsplaatsen gz-psychologen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat zorgsectoren bakkeleien over opleidingsplaatsen gz-psychologen (ingezonden 4 september 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
26 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 76.
Vraag 1, 2
Hoe reageert u op de berichtgeving dat er meer vraag is naar gz-psychologen dan er
opleidingsplaatsen worden toegewezen, terwijl de druk op de zorg toeneemt vanwege
complexere zorgvragen op het gebied van gedragsdeskundigheid?1
Waarom wilt u niet meer structurele opleidingsplaatsen voor gz-psychologen regelen?
Antwoord 1, 2
Sinds 2007 is voor enkele medische vervolgopleidingen, waaronder die tot gz-psycholoog,
een systeem van landelijke publieke financiering ingevoerd om de beschikbaarheid van
zorg te borgen. Om op de opleidingscapaciteit te kunnen sturen baseert VWS zich bij
het beschikbaar stellen van de aantallen subsidiabele opleidingsplaatsen op de (voorkeurs)-ramingen
van het Capaciteitsorgaan. VWS houdt daarbij rekening met de beschikbare financiële
ruimte voor opleiden.
Om de 3 jaar brengt het Capaciteitsorgaan een ramingsadvies uit voor onder meer de
ggz-opleidingen. Het gaat om langdurige meerjarige opleidingen. Het veld hecht voor
de opleidingsinfrastructuur aan stabiliteit en rust in de opleidingscapaciteit en
in het verlengde daarvan aan een meerjarig geldende raming.
De laatste integrale capaciteitsraming van het Capaciteitsorgaan is van december 2019.
Voor de instroom voor 2021 volgt VWS het maximumadvies van deze raming. De volgende
raming wordt in 2022 verwacht. Het Capaciteitsorgaan komt evenwel naar verwachting
medio november a.s. met een tussentijdse raming op verzoek van de HLA partijen.
In de afgelopen jaren zijn boven het maximumadvies incidenteel extra plekken toegekend,
omdat dat de uitdrukkelijke wens van het veld en de Tweede Kamer2 was en er toen geld voor beschikbaar was. Dat geld is er nu niet. De extra plaatsen
zijn geen verworven recht en passen niet goed bij de reguliere VWS beleidslijn om
de capaciteitsramingen te volgen, mits de budgettaire ruimte dat toelaat.
De extra opleidingsinzet gaat zich in de komende twee jaar uitbetalen: er stromen
in totaal naar verwachting ruim 2.000 gz-psychologen uit de opleiding. Dit kan dankzij
de inspanningen van diverse veldpartijen. Het effect daarvan zouden we moeten gaan
zien.
Voor het bepalen van de instroom in de medische vervolgopleidingen zijn voor VWS de
capaciteitsramingen leidend. Ik wacht de tussentijdse raming van medio november af
en wil daar niet op vooruitlopen.
Vraag 3
Waarom krijgen praktijkopleidingsinstellingen met meer opleidingsuren meer recht op
de toewijzing van nieuwe opleidingsplaatsen dan kleinere instellingen?
Antwoord 3
De toewijzingssystematiek is de verantwoordelijkheid van de stichting Toewijzend Overleg
opleidingsPlaatsen (TOP), waarin veldpartijen (brancheorganisaties van opleidende
zorginstellingen en beroepsorganisaties met een onafhankelijke voorzitter) bestuurlijk
participeren. TOP hanteert een verdeelsystematiek, die deze uitkomst tot gevolg heeft.
Veldpartijen kunnen de systematiek zelf veranderen, als ze daartoe aanleiding zien
en daartoe bereid zijn.
Vraag 4
Kunt u inzicht geven in het aantal opleidingsplaatsen dat het Capaciteitsorgaan heeft
geadviseerd in vergelijking met het aantal opleidingsplaatsen dat de stichting Toewijzend
Orgaan opleidingsPlaatsen (TOP-opleidingsplaatsen) daadwerkelijk heeft aangewezen?
Bent u van mening dat de capaciteitsramingen adequaat gevolgd zijn?
Antwoord 4
De subsidiabele instroom gz-psycholoog voor 2021 bedraagt 787 opleidingsplaatsen conform
het maximumadvies van het Capaciteitsorgaan. TOP heeft dit aantal ook daadwerkelijk
toegewezen. Daarmee is de raming adequaat gevolgd.
Vraag 5
Is het correct dat dit een probleem is dat al meerdere jaren speelt? Zo ja, waarom
is hier nog niets aan gedaan? Bent u van plan de structuur van toekennen van gesubsidieerde
opleidingsplaatsen voor gz-psychologen te vereenvoudigen?
Antwoord 5
Het is correct dat veldpartijen al langer aangeven meer behoefte te hebben aan opleidingsplaatsen
gz-psycholoog dan het Capaciteitsorgaan adviseert. Dit is opmerkelijk, omdat zij via
hun participatie in de Kamer Beroepen GGZ en het Algemeen Bestuur van het Capaciteitsorgaan
medeverantwoordelijk zijn voor en meebeslissen over de ramingsadviezen. De veldpartijen
hebben ingestemd met het laatste ramingsadvies.
Het Capaciteitsorgaan maakt voor de ramingen voor de circa 50 andere zorgberoepen
gebruik van hetzelfde rekenmodel en daar sluiten de ramingen juist goed aan bij de
praktijk. Het draagvlak voor het komende tussentijdse ramingsadvies in november a.s.
heeft dan ook uitdrukkelijk de aandacht van het Capaciteitsorgaan.
Het ramen van de benodigde instroom heeft geen relatie met de systematiek van toekennen
van opleidingsplaatsen voor gz-psychologen. Ik ben dan ook niet van plan om daarin
wijzigingen aan te brengen.
Vraag 6
Wilt u de Kamer op de hoogte houden van zowel het gesprek dat met de branchevereniging
van zorgorganisaties, ActiZ, en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) gaat
plaatsvinden over de tekorten aan gz-psychologen, als van de uitkomsten van de evaluatie
van Top Opleidingsplaatsen over de indeling voor volgend jaar?
Antwoord 6
Ja, daar ben ik toe bereid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.