Schriftelijke vragen : Het bericht 'Radboud Universiteit en Radboudumc in Nijmegen mogen zich niet langer 'katholiek' noemen'
Vragen van het lid Paternotte (D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Radboud Universiteit en Radboudumc in Nijmegen mogen zich niet langer «katholiek» noemen» (ingezonden 22 oktober 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het NOS-artikel 'Radboud Universiteit en Radboudumc in Nijmegen
mogen zich niet langer «katholiek» noemen»?1
Vraag 2
Hoe vaak heeft de Bisschoppenconferentie een voordracht voor een benoeming in de raad
van toezicht van de Radboud Universiteit en de Radboudumc – via het benoemingsrecht
ten aanzien van het bestuur van de Stichting Katholieke Universiteit (SKU) – in de
afgelopen jaren afgewezen?
Vraag 3
Op welke wijze wordt toegezien op de naleving van de wettelijke eis dat «de samenstelling,
taken en bevoegdheden van de raad van toezicht zijn zodanig dat de raad een deugdelijk
en onafhankelijk toezicht kan uitoefenen» zoals bepaalt in artikel 9.7, eerste volzin
van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)?
Vraag 4
Zijn de regels die de Bisschoppenconferentie heeft opgesteld om in Nederland de apostolische
constitutie over de katholieke universiteiten Ex Corde Ecclesiae (ECE) toe te passen – zoals de bepaling dat in een meerderheid van de beschikbare
plaatsen voor wetenschappelijk personeel en staffuncties rooms-katholieken benoemd
moeten worden en de bepaling dat een meerderheid van het college van bestuur van de
universiteit bestaat uit rooms-katholieken – niet in strijd met artikel 1 van de Grondwet
en de Algemene wet gelijke behandeling?
Vraag 5
Zijn de regels die de Bisschoppenconferentie in de praktijk aan leden van de raad
van toezicht stellen – te weten «(i) de kandidaat moet geloven; (ii) de kandidaat
moet praktiserend rooms-katholiek zijn en regelmatig de kerk bezoeken; (iii) de kandidaat
moet – indien gehuwd – kerkelijk gehuwd zijn; (iv) de kandidaat mag niet gescheiden
zijn; en (v) de kinderen van de kandidaat moeten gedoopt zijn» – niet in strijd met
artikel 1 van de Grondwet en de Algemene wet gelijke behandeling en mogen dergelijke
regels gelden voor benoemingen van toezichthouders bij publiek gefinancierde organisaties?2
Vraag 6
Zijn de bezittingen van de Radboud Universiteit en Radboudumc, zoals de gebouwen en
ict-infrastructuur, in deze juridische constructie eigendom van de Radboud Universiteit
en Radboudumc of kan de Rooms-Katholieke Kerk daar aanspraak op maken?
Vraag 7
Betekent het besluit van de Bisschoppenconferentie om het predicaat «katholiek» in
te trekken en het oordeel van de Ondernemingskamer dat de raden van toezicht van de
Radboud Universiteit en Radboudumc voortaan onafhankelijk zijn, en dat de benoemingen
van toezichthouders, behoudens één lid, niet langer afhankelijk zijn van de instemming
van de Bisschoppenconferentie?3
Vraag 8
Bij hoeveel onderwijsinstellingen spelen de Bisschoppenconferentie of andere kerkelijke
instanties een rol bij het benoemen van bestuurders en toezichthouders?
Vraag 9
Welke rol en bevoegdheden hebben studenten en medewerkers bij het benoemen van leden
van een raad van toezicht bij hogescholen en universiteiten?
Vraag 10
Vind u het van deze tijd dat kerkelijke instanties goedkeuring moeten verlenen bij
het benoemen van bestuurders en toezichthouders van grote publiek gefinancierde organisaties?
Zo ja, kunt u dit toelichten?
Vraag 11
Bent u bereid om de Inspectie van het Onderwijs te vragen onderzoek te doen naar de
onafhankelijkheid en de samenstelling van de raden van toezicht van hogescholen en
universiteiten?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Jan Paternotte, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.