Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van Beukering-Huijbregts en Verhoeven over het gebruik van discriminerende algoritmes en massasurveillance door de politie
Vragen van de leden Van Beukering-Huijbregts en Verhoeven (beiden D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het gebruik van discriminerende algoritmes en massasurveillance door de politie. (ingezonden 1 oktober 2020).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 22 oktober 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederland: maak een einde aan gevaarlijke politie-experimenten
met massasurveillance»?1
Vraag 2
Hoeveel projecten zijn er op dit moment waarbij de politie gebruik maakt van «predictive
policing»? Op welke locaties lopen deze projecten? Welke systemen worden in elk van
deze projecten gebruikt?
Vraag 3
Hoe toetst de politie projecten waarbij surveillance data verzameld wordt aan eisen
op het gebied van privacy?
Vraag 4
Hoe wordt voorkomen dat bestaande vooroordelen doorwerken in «predictive policing»
systemen en op die manier leiden tot discriminatie?
Vraag 5
Hoe duidt u het oordeel van Amnesty International dat projecten als het Sensing-project
in Roermond de rechten op privacy, databescherming en non-discriminatie schenden?
Vraag 6
Hoe duidt u de analyse van Amnesty International die uiteenzet hoe het Sensing-project
door het ontwerp («discrimination by design») automatisch leidt tot etnisch profileren?
Kunt u daarbij bijvoorbeeld in gaan op het gegeven dat de politie in de definitie
van «mobiel banditisme» alleen bepaalde nationaliteiten meeneemt?
Vraag 7
Hoe verhoudt het staande houden van voertuigen op basis van een algoritmisch model
zich tot het handelingskader proactief controleren, dat stelt dat proactieve controles
plaats dienen te vinden op basis van een redelijk vermoeden van schuld?
Vraag 8
Heeft de politie een kader aan de hand waarvan de bewezen positieve effecten van nieuwe
technologieën worden afgewogen tegen de mogelijke negatieve maatschappelijke effecten,
bijvoorbeeld op het gebied van privacy en discriminatie? Zo ja, tot welke afweging
heeft dit geleid bij de inzet van «predictive policing»? Zo nee, op basis waarvan
wordt dan een afweging gemaakt om nieuwe technologieën te implementeren?
Vraag 9
Bent u bereid de aanbeveling van Amnesty International over te nemen om het Sensing-project
stop te zetten en de verzamelde data te vernietigen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Welke andere projecten worden uitgevoerd door de overheid waarbij geëxperimenteerd
wordt met kunstmatige intelligentie? Bij welk van die projecten wordt gehandeld op
basis van voorspellingen die gedaan worden door een algoritme? Welke wettelijke kaders
dienen daarbij als basis en wie ziet toe op de naleving daarvan?
Vraag 11
Hoe staat het met de uitwerking van de waarborgen tegen risico’s van data-analyses
door de overheid, zoals aangekondigd in uw brief van 8 oktober 2019? Hoe bent u van
plan toezicht te houden op lopende experimenten met voorspellende algoritmes totdat
de richtlijnen voor de gehele rijksoverheid zijn geïmplementeerd die privacy en non-discriminatie
waarborgen?2
Mededeling
Hierbij deel ik u mede namens de Minister voor Rechtsbescherming dat de schriftelijke
vragen van de leden Van Beukering-Huijbregts en Verhoeven (beiden D66), van uw Kamer
aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het gebruik van discriminerende algoritmes
en massasurveillance door de politie (ingezonden 1 oktober 2020) niet binnen de gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.