Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Staatsvijand Nr.1’
Vragen van het lid Yeşilgöz-Zegerius (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Staatsvijand Nr. 1» (ingezonden 21 oktober 2020).
Vraag 1
Kent u de documentaire «Staatsvijand Nr.1» over terrorist en crimineel Samir A.?1
Vraag 2
Bent u het eens dat met deze documentaire nogmaals pijnlijk zichtbaar wordt dat zogenaamde
de-radicaliseringstrajecten zowel in de praktijk als in de wetenschap weinig bewezen
effectief zijn, aangezien de casus van Samir A inmiddels een van de vele cases is
waarbij radicaal gedachtengoed diepgeworteld en blijvend blijkt? Zo ja, welke conclusie
trekt u daaruit? Zo nee, op basis van welke analyse niet?
Vraag 3
Hoeveel gedetineerden met een terroristische achtergrond zitten momenteel in een dergelijk
traject? Hoe lang duurt een gemiddeld traject, wat zijn hier de kosten van en hoe
wordt geëvalueerd hoe succesvol de trajecten zijn?
Vraag 4
Hoeveel (ex-)gedetineerden met een terroristische achtergrond hebben een dergelijk
traject afgerond, wat was de gemiddelde duur hiervan, wat waren de kosten en wat kunt
u zeggen over het slagingspercentage?
Vraag 5
Bent u bereid het beleid omtrent de zogenaamde de-radicaliseringstrajecten te herzien,
conform onze eerdere oproepen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Uit de documentaire blijkt dat betrokkene vermoedt dat hij gedoogd wordt door de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten, deelt u de mening dat inlichtingendiensten terecht dergelijke
afwegingen kunnen maken in het kader van het algemeen belang en de nationale veiligheid,
maar dat het niet zo kan zijn dat in dat proces gefaciliteerd wordt dat gevaarlijke
jihadisten ons land binnenkomen? Zo ja, welke acties onderneemt u? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 7
Bent u bereid met de inlichtingen- en veiligheidsdiensten het gesprek aan te gaan
of in de afweging of (voor)tijdig ingrijpen opportuun is, het voorkomen van terugkeer
van uitreizigers zeer zwaar wordt meegewogen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Hoe wordt voorkomen dat mensen vanuit ons land jihadisten financieel of op andere
wijze, in ons land of in het buitenland, kunnen ondersteunen? Welke interventies zijn
momenteel mogelijk? Zowel bestuurlijk als strafrechtelijk? Hoe vaak worden deze ingezet?
Vraag 9
Klopt het dat financiering van gevaarlijke uitgereisde jihadisten in veel gevallen
via Hawala-bankieren zal gebeuren wat gebaseerd is op vertrouwen en een min of meer
gelijke geldstroom? Klopt het dat via Hawala-bankieren ook geldstromen vanuit Nederland
Syrië bereiken en andersom en met welk doel gebeurt dit?
Vraag 10
De brute moord op de Franse leraar Samuel Paty laat zien dat de dreiging van het jihadisme
heel dichtbij is, ook in ons land is het dreigingsniveau nog steeds aanzienlijk, deelt
u de analyse van terrorismeonderzoeker De Roy van Zuidewijn2 dat ons land «jihadismemoe» is en de maatschappelijke alertheid ontbreekt? Zo ja,
welke analyse maakt u over de oorzaak van de verslapping van de maatschappelijke alertheid
en welke maatregelen kunnen worden genomen om de alertheid te verhogen? Zo nee, waarom
niet? Kunt u hierop een toelichting geven?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Dilan Yeşilgöz-Zegerius, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.