Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Geluk-Poortvliet en Van den Berg over de uitzending van Max meldpunt 'Driekwart mantelzorgers overbelast na coronaperiode'
Vragen van de leden Geluk-Poortvliet en Van den Berg (beiden CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitzending van Max meldpunt «Driekwart mantelzorgers overbelast na coronaperiode» (ingezonden 22 september 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 oktober
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Max meldpunt over het onderzoek van Mantelzorg.nl,
«Driekwart mantelzorgers overbelast na coronaperiode»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Wat vindt u van dit onderzoek?
Wat vindt u ervan dat 51% van de mantelzorgers aangeeft dat dagbesteding, dagactiviteiten
of andere vormen van tijdelijke overname van zorg niet of slechts deels zijn opgestart
en dat uit het onderzoek naar voren kwam dat de professionele zorg voor thuiswonenden
nog lang niet terug is op het niveau van voor de coronacrisis?
Antwoord 2, 3
Mantelzorgers zijn van groot belang voor de zorg thuis. In de afgelopen maanden is
er door het wegvallen van dagbesteding en zorg thuis veel op het bordje van mantelzorgers
terecht gekomen. Het is dan extra zuur als ik verneem in het rapport van MantelzorgNL
dat in sommige gemeenten de dagbesteding en zorg thuis nog niet op het oude niveau
is (binnen de geldende coronaregels).
Ik snap dat het soms lastig kan zijn om met 1,5m afstand goede dagbesteding en zorg
te kunnen bieden. We hebben gemeenten daarom financiële compensatie gegeven zodat
zij noodzakelijke meerkosten, voor bijvoorbeeld het huren van grotere zalen of de
inzet van meer professionals, te kunnen vergoeden.
Want dagbesteding kan in principe onder de huidige omstandigheden op een goede en
veilige manier aangeboden worden. Het vraagt soms wat meer doorpakken en creativiteit
van zorgaanbieders en gemeenten. Een goed voorbeeld is het Parkhuis in Dordrecht,
waar de gemeente, samen met de wijkteams, een praktisch draaiboek heeft gemaakt voor
de dagbesteding van mensen met dementie. In het Parkhuis wordt binnen de coronarichtlijnen
dagbesteding aangeboden. Ook heeft Sociaal Werk Nederland een coronaprotocol gemaakt
voor het werken op de locaties zoals buurthuizen en wijkcentra.
Want dagbesteding is er niet voor niets: het verlicht ook tijdelijk de zorgtaken van
mantelzorgers.
Vraag 4
Zijn er afspraken gemaakt tussen het Ministerie van VWS en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) over het weer opstarten van dagbesteding en dagactiviteiten? Zo ja,
wat is precies afgesproken? Zo nee, waarom zijn deze afspraken niet gemaakt?
Antwoord 4
Ja, er zijn afspraken gemaakt met de VNG en zorgaanbieders over het weer opstarten
van dagbesteding. Dagbesteding kan met inachtneming van de richtlijnen van het RIVM
plaatsvinden. Van zorgaanbieders wordt verwacht dat zij zorgen voor een goede invulling
van de dagbesteding en dat daarover overleg is met de cliënt en diens naasten. Daar
waar de dagbesteding niet in dezelfde vorm of omvang geleverd kan worden, gezien de
geldende maatregelen, wordt verwacht dat de zorgaanbieder een alternatief aanbiedt.
Van cliënten verwacht ik dat ze er begrip voor hebben dat de dagbesteding soms niet
kan plaatsvinden op de oorspronkelijke manier. Daar waar cliënten aangeven er met
hun aanbieder niet uit te komen, is het Juiste Loket gevraagd eraan bij te dragen
dat aanbieder en cliënt in overleg tot een passende oplossing komen.
Gemeenten hebben financiële compensatie ontvangen voor de meerkosten die zij moeten
maken om de zorgcontinuïteit veilig te stellen.
Vraag 5, 6
Bieden gemeenten specifieke ondersteuning aan mantelzorgers die na de eerste coronaperiode
overbelast zijn? Zo ja, waarom wel, zo nee waarom niet?
Wat doen gemeenten om deze overbelaste mantelzorgers te vinden?
Antwoord 5, 6
Gemeenten kunnen de ondersteuning aan mantelzorgers in de thuissituatie versterken.
Daarbij kan het gaan om; het activeren van het eigen netwerk, de samenwerking versterken
met de formele zorg, vrijwilligers inzetten, (extra) Wmo hulp bieden, de samenwerking
tussen partijen in de verpleging en verzorging beter laten aansluiten en crisisopvang
organiseren.
Tijdens de eerste weken van de lockdown was het vooral belangrijk dat gemeenten zicht
kregen op mantelzorgers in hun gemeenten. Zo heeft de gemeente Arnhem bijvoorbeeld
een belteam ingesteld om alle mantelzorgers in de gemeente te bellen met de vraag
hoe het (zorgen) gaat en of de mantelzorger behoefte heeft aan extra ondersteuning.
De gemeente Leusden heeft een vrijwilliger coördinatiepunt («De Huiskamer van Leusden»)
ingericht. Inwoners kunnen bellen voor het stellen van vragen of voor informatie die
hen helpt in tijden van corona. Gezamenlijk wordt gekeken of het gaat om een informele
hulpvraag of om geïndiceerde zorg.
Vraag 7, 8
Wat doet u om gemeenten en zorgaanbieders te stimuleren creatieve oplossingen te bedenken
om dagbesteding en dagactiviteiten weer op te starten?
Worden creatieve oplossingen voor dagbesteding en dagactiviteiten en andere vormen
van respijtzorg door zorgaanbieders en gemeenten gedeeld? Zo nee, zou u dit willen
en kunnen stimuleren?
Antwoord 7, 8
Vanuit mijn ministerie wordt samen met patiënt- en cliëntorganisaties en zorgaanbieders
intensief overlegd over o.a. dagbesteding en dagactiviteiten. Samen met de VNG, Movisie
en MantelzorgNL is de «zorgladder mantelzorg» opgesteld. De zorgladder laat in 5 stappen
zien waar mantelzorgers hulp en ondersteuning kunnen vinden:
• Stap 1 Wat kunnen mantelzorgers en mensen uit hun omgeving zelf doen?
• Stap 2 Hulp van vrijwilligers en buurtgenoten
• Stap 3 Hulp en ondersteuning vanuit de gemeente (Wmo)
• Stap 4 Verpleging en verzorging aan huis
• Stap 5 Tijdelijk verblijf (bij crisis).
Binnen de zorgladder is ook specifiek aandacht voor dagbesteding. Hierover heeft Movisie
bijvoorbeeld een uitgebreid dossier gemaakt, op haar website, om zo gemeenten en professionals
te inspireren. Goede voorbeelden maken daar onderdeel vanuit en die variëren van virtuele
huiskamers, digitale programma’s, telefonische (groeps)gesprekken, wandelingen, «raamkoffie»
tot aan concrete hulp met boodschappen doen voor iemand.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.