Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over haperende warmtepompen en stijgende energierekeningen
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over haperende warmtepompen en stijgende energierekeningen (ingezonden 23 september 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 19 oktober 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Haperende Haagse warmtepompen: «Trillen van de kou»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u zich herinneren hoe vaak u met droge ogen hebt beweerd dat de energietransitie
zou leiden tot een «comfortabeler» huis én een lagere energierekening? Staat u nog
steeds achter deze woorden? Zo ja, hoe is het dan in ’s-hemelsnaam mogelijk dat bewoners
van de Haagse wijk Spoorwijk in de kou zitten omdat de warmtepomp niet werkt en óók
nog eens hun energielasten fors zien stijgen? Hoe «comfortabel» is dit volgens u?
Antwoord 2
De energietransitie moet voor iedereen betaalbaar zijn. Dat is en blijft het uitgangspunt
voor het kabinet. In mijn brief van 17 december 2019 (Kamerstuk 32 847 nr. 585) heb ik toegelicht dat hier veel voor nodig is: de kosten van verduurzamingsmaatregelen
moeten omlaag door innovatie en opschaling, de inrichting van de energiebelasting
moet de omschakeling naar duurzame warmteopties gaan ondersteunen, subsidiemogelijkheden
zijn nodig om investeringen aantrekkelijk en rendabel te maken en er is aantrekkelijke
financiering nodig. Veel van deze maatregelen zijn inmiddels in gang gezet.
Specifiek voor de huursector heb ik in mijn brief van 22 februari 2019 (Kamerstuk
32 847, nr. 470) aangegeven, dat het kabinet het Sociaal Huurakkoord ondersteunt. De partijen in
dit akkoord hebben een systematiek afgesproken gebaseerd op energielabelstappen waarbij
de gemiddelde besparing op de energielasten, de mogelijke huuraanpassing overtreft,
zodat huurders er gemiddeld niet op achteruit gaan.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het schandalig is dat deze bewoners de afgelopen zeven jaar
gemiddeld € 104 per jaar – met uitschieters naar € 1.200 – hebben moeten bijbetalen?
Hoe rijmt u dit met uw belofte van «lagere energielasten»?
Antwoord 3
Eerst ga ik in op de Warmtewet en dan zal ik ingaan op de lagere energielasten. Met
betrekking tot de bijbetalingen wil ik u wijzen op de regelingen die al zijn opgenomen
in de Warmtewet. De Warmtewet bevat bepalingen die erop gericht zijn dat warmteverbruikers
niet meer kwijt zijn dan verbruikers van aardgas. De gasreferentie is hier een voorbeeld
van. Dit houdt in dat voor de warmtetarieven voor kleinverbruikers jaarlijks maximumtarieven
worden vastgesteld door de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Specifiek, de tarieven
voor levering en meting mogen niet hoger zijn voor een gemiddelde warmtegebruiker
dan voor een gemiddelde gasgebruiker waardoor de warmteverbruiker beschermd is tegen
te hoge tarieven. Daarnaast is in de Warmtewet geregeld dat warmteverbruikers kunnen
terugvallen op financiële compensatie bij storingen en geschillenbeslechting. In de
Warmtewet is ook opgenomen dat de verantwoordelijkheid bij het warmtebedrijf ligt
om de levering van warmte te borgen en technische storingen op te lossen. Het is dan
ook niet de rol van de Minister om deze individuele gevallen te beoordelen.
Als reactie op uw vraag over lagere energielasten kan ik aangeven dat de inzet van
het kabinet is dat de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Er
zijn verschillende instrumenten die hieraan bijdragen. Als gevolg van de toezegging
van het kabinet bij het Klimaatakkoord waren voor een huishouden met een gemiddeld
aardgas- en elektriciteitsverbruik in 2020 de belastingen op de energierekening ongeveer
100 euro lager ten opzichte van 2019. Het daadwerkelijke effect is afhankelijk van
het specifieke energieverbruik van een huishouden. Er bestaat spreiding rondom het
gemiddelde verbruik, dit is ook door het CBS in kaart gebracht door middel van 10
huishoudprofielen. Door deze spreiding gingen sommige huishoudens in de praktijk er
meer of juist minder op vooruit dan 100 euro.
Volgens het CBS is de daadwerkelijke daling van de totale energierekening inclusief
de marktprijzen en nettarieven bij een gemiddeld verbruik hoger geweest dan 100 euro
als gevolg van onder andere de daling in de belastingen op energie en de daling van
de marktprijzen (zie publicatie Huishoudens betalen bijna 10 procent minder voor energie,
maart 2020).
Hoewel het kabinet het belastingdeel van de energierekening kan beïnvloeden, is de
ontwikkeling van de totale energierekening ook afhankelijk van de prijs voor inkoop
of de kosten voor de productie van warmte. Afhankelijk van het type warmtebron spelen
marktprijzen van elektriciteit en gas ook een rol in de totale energierekening én
de transporttarieven. Het kabinet heeft geen invloed op deze kosten en marktprijzen
en kan dus ook geen beloftes doen over de ontwikkeling van de totale energierekening.
Wel houdt het kabinet een vinger aan de pols. Het kabinet weegt in de koopkrachtbesluitvorming
jaarlijks alle plussen en minnen voor huishoudens, waaronder de energierekening.
Vraag 4, 5
Wat vindt u ervan dat Eneco deze duurzaamheidsellende afdoet met de woorden: «Het
gaat structureel gewoon niet fout»? Deelt u de conclusie dat de energietransitie voor
o.a. energiebedrijven niets anders is dan een verdienmodel, maar dat huishoudens hierdoor
regelrecht de financiële afgrond en de energiearmoede in worden gestort? Zo nee, bent
u wel op de hoogte van het onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving, waaruit
blijkt dat het verduurzamen van woningen «voor vrijwel niemand rendabel» is? Bent
u daarnaast op de hoogte van het onderzoek van Ecorys, waaruit blijkt dat het aantal
huishoudens dat in energiearmoede leeft zal toenemen van 650.000 naar 1.500.000 in
2030 als direct gevolg van uw besluit om alle woningen van het gas af te halen?
Als u dit tot u laat doordringen, hoe kunt u de energietransitie dan in vredesnaam
«haalbaar en betaalbaar» noemen? Wanneer stopt u met deze waanzin?
Antwoord 4, 5
Nee, die mening deel ik niet. Het klimaat- en energiebeleid voeren we uit om de hoeveelheid
CO2 te reduceren overeenkomstig met het Klimaatakkoord van Parijs. Geleidelijk overstappen
van fossiele naar duurzame energie is daarvoor nodig. Om de overgang naar andere energiebronnen
zoals warmtepompen haalbaar en betaalbaar te houden, neemt het Kabinet verschillende
maatregelen zoals het Warmtefonds en het verlenen van subsidies (onder andere de Investeringubsidie
Duurzame Energie (ISDE), de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) en
de Subsidieregeling Renovatieversneller).
Verder ben ik op de hoogte van het Ecorys-onderzoek, maar ik deel die conclusie niet.
Het Ecorys-rapport dateert van februari 2019 en komt op basis van een aantal veronderstellingen
tot de conclusie dat de groep energiearme huishoudens zal groeien naar 1,5 mln. in
2030. Als onderdeel van het Klimaatakkoord zijn belastingmaatregelen aangekondigd
ten gunste van huishoudens. Deze maatregelen zijn hierin nog niet meegenomen. Juist
door deze maatregelen profiteren huishoudens met een lager inkomen relatief het meest
en, zoals ook aangegeven in de conclusie van het Ecorys-rapport, zal het aantal energiearme
huishoudens dan naar verwachting lager uitvallen.
Of een huishouden zijn energierekening kan betalen, hangt niet alleen af van de uitgaven
aan energie, maar ook van het besteedbare inkomen en de andere noodzakelijke uitgaven
van huishoudens. Uit het rapport van het PBL »Meten met twee maten» uit december 2018
blijkt overigens dat Nederland in Europees perspectief relatief goed scoort op betaalbaarheid
van de energierekening voor huishoudens en relatief weinig energiearmoede kent.
Vraag 6
Waarom zijn de Kamervragen van 23-7-2020 over bewoners in de Haagse wijk Transvaal,
die immers soortgelijke ellende ondergaan, nog niet beantwoord?2 Deelt u de conclusie dat de problemen met de energietransitie zich sneller opstapelen
dan dat u Kamervragen daarover kunt beantwoorden?
Antwoord 6:
1) De antwoorden op de Kamervragen zijn inmiddels naar uw Kamer gestuurd.
2) Nee, die conclusie deel ik niet. Voor het kabinet blijft het doel voorop staan om
de uitstoot van CO2 fors te reduceren overeenkomstig met het Klimaatakkoord van Parijs. Geleidelijk overstappen
van fossiele naar duurzame energie is daarvoor nodig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.