Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bromet over het bericht ‘Jaar van de Wilde eend, toch worden ze afgeschoten’
Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Jaar van de Wilde Eend, toch worden ze afgeschoten» (ingezonden 10 september 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 16 oktober
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,vergaderjaar 2020–2021, nr. 68.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Jaar van de Wilde Eend, toch worden ze afgeschoten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat in 2017 90.000 wilde eenden zijn afgeschoten, 90.000 individuen
op een winterpopulatie van 600.000–800.000 individuen, dus meer dan 10%?
Antwoord 2
Gezien het grote reproductievermogen van de wilde eend vind ik de aantallen wilde
eenden die jaarlijks worden afgeschoten, aanvaardbaar. Ik wijs u ook op het rapport
van Sovon, waarin staat vermeld dat er geen aanwijzingen zijn dat de jacht in Nederland
de oorzaak is van de afname van de populatie wilde eenden.
U kunt dit rapport vinden via de volgende weblink: https://www.sovon.nl/nl/onderzoek/waarom-gaat-de-wilde-eend-achteruit.
Vraag 3
Bent u zich ervan bewust dat de jacht ook een zeer verstorend effect heeft op vele
andere soorten watervogels die bij wet beschermd zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Bij het afschieten van vogels kan enig verstorend effect («opvliegen») uitgaan op
andere watervogels die zich in de nabijheid bevinden van de plek waar het afschot
plaatsvindt. Ik acht dit aanvaardbaar, omdat deze vorm van verstoring niet van invloed
is op de staat van instandhouding van deze vogels.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de achteruitgang van de wilde eend illustratief is voor de achteruitgang
van de basiskwaliteit in het landelijk gebied? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
De recente achteruitgang van de wilde eend volgt op een periode van groei. De populatie
wilde eend is nu weer op het niveau van 1970. De totale Europese populatie wilde eend,
waar de Nederlandse populatie deel van uitmaakt, laat een stabiele tot licht positieve
trend zien. De recente achteruitgang van de wilde eend mag daarom naar mijn mening
niet illustratief genoemd worden voor ontwikkelingen van de basiskwaliteit van het
landelijk gebied.
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat dit jaar het Jaar van de Wilde eend is uitgeroepen
door Sovon en de Vogelbescherming omdat de soort met 30% is afgenomen sinds 1990?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6, 7
Deelt u de mening dat dit een zorgelijke ontwikkeling is en kunt u toelichten hoe
u kijkt naar de positie van de eend op de wildlijst in relatie tot deze ontwikkeling?
Wanneer zou u een einde maken aan de jacht op de wilde eend, gelet op de slechte instandhouding
van de soort?
Antwoord 6, 7
In het antwoord op vraag 4 heb ik aangegeven dat de populatie-ontwikkeling van de
wilde eend in de loop van de afgelopen decennia schommelingen vertoont. In Nederland
is er thans sprake van een zekere afname van de populatie-omvang. De gunstige staat
van instandhouding is evenwel niet in het geding. Om die reden zie ik geen aanleiding
om de positie van de wilde eend op de wildlijst te heroverwegen. Het onderzoek door
Sovon en Vogelbescherming Nederland richt zich met name op de overleving van de kuikens
van de wilde eend.
Vraag 8
Klopt het dat ook de fazant, een andere soort op de Nationale Wildlijst, sterk achteruitgaat
maar wel vrij bejaagd mag worden? Zo ja, wat vindt u ervan dat deze dieren, ondanks
het hard achteruitgaan van de soort, vrij bejaagd mogen worden?
Antwoord 8
In sommige delen van ons land is de fazant in de afgelopen decennia achteruit gegaan.
De laatste jaren is er sprake van een stabiele populatie. Voor soorten op de wildlijst
heeft de jachthouder de wettelijke plicht te streven naar een redelijke stand van
deze soorten. Er zijn geen aanwijzingen dat de positie op de wildlijst van invloed
is op de populatie-ontwikkeling van de fazant.
Vraag 9
Klopt het dat ooit de patrijs en de korhoender op de Nationale Wildlijst stonden,
waarvan respectievelijk één onder een Europees gesubsidieerd beschermingsprogramma
valt en er van de ander nog maar een handvol in ons land leven? Zo ja, wat vindt u
hiervan?
Antwoord 9
Onder de Flora- en faunawet stond de patrijs op de wildlijst, maar is de jacht erop
nooit geopend. Op de Korhoen wordt al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw niet
meer gejaagd.
Vraag 10
Heeft u een langetermijnvisie ontwikkeld op de wilde eend en andere soorten op de
wildlijst? Zo ja, wat is deze? Zo nee, deelt u de mening dat een langetermijnvisie
wenselijk is voor de soorten op de wildlijst voor het geval dat deze soorten in aantallen
sterk achteruitgaan?
Antwoord 10
Voor het plaatsen van soorten op de wildlijst bestaan wettelijke criteria. Zo mag
de staat van instandhouding van de betreffende soort niet in het geding zijn dan wel
in het geding komen door de jacht. Soorten op de wildlijst mogen worden bejaagd voor
benutting (voedsel) en ter voorkoming van schade. De periode waarin de soorten op
de wildlijst mogen worden bejaagd, is eveneens wettelijk vastgelegd. De Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan indien ontwikkelingen in de populatie van
een soort op de wildlijst daartoe aanleiding geeft, de jacht op deze soort gesloten
verklaren.
In internationaal verband wordt nagedacht over de ontwikkelingen van de populaties
van soorten in relatie tot de bejaagbaarheid van deze soorten. Mijn ministerie is
daar nauw bij betrokken.
Vraag 11
Deelt u de zienswijze dat historisch gezien elke soort die op de wildlijst heeft gestaan,
er steeds af wordt gehaald omdat het vanzelf slechter gaat en heeft u onderzocht of
het hier gaat om een causaal verband? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 11
Bij het van kracht worden van de Flora- en faunawet in 2002 is het aantal soorten
op de wildlijst sterk beperkt. Nadien is ook de patrijs nog van de wildlijst gehaald,
waarmee de wildlijst op dit moment bestaat uit de huidige vijf soorten. Het beperken
van het aantal soorten op de wildlijst van de Flora- en faunawet was de uitkomst van
politieke besluitvorming waarbij niet alleen de omvang van de populatie een rol speelde.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het instrument wildlijst intrinsiek niet gericht is op de bescherming
van soorten in de natuur, omdat deze soorten vogelvrij zijn en er dus pas kan worden
ingegrepen nadat het slechter gaat met een soort? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 12
Soorten op de wildlijst zijn zeker niet vogelvrij. De jachthouder heeft de wettelijke
plicht zorg te dragen voor een redelijke stand van deze soorten. In jachtvelden waar
zich weinig wild van een bepaalde soort bevindt, zal deze soort dan ook niet bejaagd
kunnen worden. Daarnaast kent de jacht wettelijk vastgelegde periodes van openstelling.
De samenhang tussen jacht, populatiebeheer en schadebestrijding is geborgd in de provinciale
Faunabeheerplannen.
Vraag 13
Bent u bereid een alternatief voor de wildlijst te onderzoeken? Zo ja, op welke termijn
zou u dit kunnen doen?
Antwoord 13
Er is geen aanleiding om de wildlijst nu te herzien of een andere systematiek te onderzoeken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.