Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Weverling over het bericht 'Natuurorganisaties moeten mogelijk honderden miljoenen aan subsidie terugbetalen'
Vragen van het lid Weverling (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Natuurorganisaties moeten mogelijk honderden miljoenen aan subsidie terugbetalen» (ingezonden 8 september 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 15 oktober
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «EU-hof: toestemming voor aankoopsubsidie natuurgebied
deugde niet» inzake het genoemde arrest van het Europese Hof?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een overzicht geven van de op dit moment geldende landelijke en provinciale
subsidieregelingen voor de aankoop van (natuur-)gronden en de mate waarin deze op
basis van het arrest van het Europees Hof te verenigen zijn met het Europese recht,
in het licht van het genoemde arrest?
Antwoord 2
Op dit moment kan subsidie worden verleend op grond van provinciale subsidieregelingen
voor grondaankopen voor natuur. Nederland heeft in 2009 de Modelsubsidieregeling grondaankopen
EHS (zie bijlage bij Kamerstuk 30 825, nr. 181) gemeld bij de Europese Commissie, die deze regeling vervolgens op 13 juli 2011 verenigbaar
heeft verklaard met de gemeenschappelijke markt.
Vraag 3
Zijn er ook na 2012 nog subsidies verstrekt aan deze terreinbeherende organisaties
(TBO’s) voor de aankoop van gronden of zijn er nog gronden aan hen geleverd om niet
of onder de marktwaarde? Zo ja, kunt u hier een uitgebreid overzicht van geven per
ontvangende organisatie?
Antwoord 3
Na 2012 is door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) geen
subsidie verstrekt aan TBO’s voor de aankoop van gronden of zijn gronden om niet of
onder de marktwaarde aan TBO’s geleverd. De provincies hebben mogelijk na 2012 gronden
overgedragen aan TBO’s, die voortkomen uit projecten die een wettelijk traject hebben
doorlopen, zoals landinrichtingsprojecten, reconstructiegebieden en kavelruilen en
diverse inspraak- en bezwaarmomenten hebben gekend. Daarnaast hebben provincies na
2012 subsidies verstrekt aan particuliere beheerders (waaronder TBO's) voor aankopen
van gronden voor natuur op basis van de nieuwe door de Europese Commissie goedgekeurde
Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS en de tevens goedgekeurde Modelsubsidieregeling
Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap.
Vraag 4
Kunt u, per ontvangende organisatie, inzichtelijk maken op welk subsidiebedrag het
arrest van het Hof potentieel betrekking heeft?
Antwoord 4
Nee. Door de lange periode van ruim 20 jaar is het totaal subsidiebedrag per ontvangende
organisatie niet te achterhalen.
Vraag 5
Kunt u aangeven op welke manier TBO’s verantwoording afleggen over de wijze waarop
zij subsidies besteden? Wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen natuurbeheer
en secundaire economische activiteiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Aan TBO’s worden alleen subsidies verleend voor primaire taken op het gebied van natuurontwikkeling
en natuurbeheer. De voorwaarden waaronder deze subsidies worden verleend zijn opgenomen
in de provinciale subsidieregelingen voor aankopen voor natuur, inrichting en beheer.
Deze subsidieregelingen zijn door de Commissie verenigbaar met de gemeenschappelijke
markt verklaard en staan open voor alle particuliere beheerders van natuur. Subsidie
voor aankopen van natuur betreft uitsluitend de waardedaling van de gronden. Subsidies
voor natuurbeheer zijn gebaseerd op een forfaitair bedrag voor de kosten van natuurbeheer
gecorrigeerd voor inkomsten uit natuurbeheer. De subsidie bedraagt 75% van het forfaitair
bedrag.
Vraag 6
In hoeverre ziet het arrest van het Europese Hof toe op een materieel oordeel over
de legaliteit van de verleende subsidies? Kunt u in dit verband ingaan op de reactie
van Natuurmonumenten? Kunt u aangeven op basis van welke correspondentie of welke
toezegging door hen wordt aangegeven dat de natuurorganisaties in hun oordeel worden
bijgevallen door de Nederlandse Staat?
Antwoord 6
Het arrest van het Europese Hof betreft geen materieel oordeel over de legaliteit
van de in het verleden verleende subsidies aan TBO’s. Het Hof oordeelt dat het Gerecht
op goede gronden tot de conclusie kon komen dat de Europese Commissie eerst de uitgebreidere
formele onderzoeksprocedure had moeten openen vóórdat ze tot de conclusie kon komen
dat er sprake was van toelaatbare staatssteun. Tegen onder andere dit oordeel van
het Gerecht zijn Natuurmonumenten en de 12 provinciale landschappen in hoger beroep
gegaan bij het Hof. Nederland heeft hierin geïntervenieerd aan de zijde van Natuurmonumenten
en de 12 provinciale landschappen. De reactie van Natuurmonumenten is in lijn met
de opvatting van het Ministerie van LNV over het oordeel van het Hof.
Vraag 7
Hoe duidt u het feit dat het Hof het oordeel van het Gerecht heeft bevestigd dat er
gedurende de periode waarin de betwiste subsidies verleend zijn een concurrentieverhouding
bestond tussen de TBO’s en (een aantal van) de in verzet gekomen grondbezitters? Kunt
u toelichten of deze vaststelling naar uw oordeel gevolgen moet hebben voor het huidige
natuurbeleid in Nederland, op nationaal en provinciaal niveau?3
Antwoord 7
Het Hof heeft de door de TBO’s en de Commissie aangedragen argumenten over het (ontbreken
van het) bestaan van een concurrentieverhouding tussen de TBO’s en een aantal van
de in verzet gekomen leden van de VGG procedureel benaderd. Het huidige natuurbeleid
is gebaseerd op het beginsel van gelijkberechtiging. Nederland heeft in 2009 de Modelsubsidieregeling
grondaankopen EHS gemeld bij de Commissie, die deze regeling vervolgens op 13 juli
2011 verenigbaar heeft verklaard met de gemeenschappelijke markt (zie ook het antwoord
op vraag 3).
Vraag 8
Klopt het dat in afwachting van de uitspraak in hogere voorziening door de Europese
Commissie nog geen formeel onderzoek is geopend naar de Nederlandse staatssteun aan
de TBO’s?
Antwoord 8
Voor zover mij bekend heeft de Europese Commissie tot op heden de formele onderzoeksprocedure
niet gestart.
Vraag 9
Kunt u aangeven wat de vervolgstappen op Europees en nationaal niveau (dienen te)
zijn om vervolg te geven aan dit arrest van het Europese Hof? Leidt dit arrest er
wat u betreft toe dat de Europese Commissie een formeel onderzoek moet openen naar
de Nederlandse staatssteun aan de TBO’s? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het ligt voor de hand dat de Europese Commissie zal besluiten tot het openen van de
formele onderzoeksprocedure. Mijn vervolgstappen zal ik bepalen als ik het besluit
van Europese Commissie, na afronding van de formele onderzoeksprocedure, heb ontvangen.
Vraag 10
Mocht het nieuwe besluit dat de Europese Commissie dient te nemen over het al dan
niet goedkeuren van de oude subsidieregelingen zodanig zijn dat de in het arrest genoemde
TBO’s ontvangen subsidies terug moeten betalen, welke concrete gevolgen heeft dit
dan voor deze organisaties? Kunt u aangeven hoe hoog het terug te betalen subsidiebedrag
in dat geval zou zijn (inclusief rente)?
Antwoord 10
Indien de Europese Commissie na de uitgebreidere onderzoeksprocedure tot de conclusie
komt dat de subsidies verstrekt op grond van de oude subsidieregelingen (wederom)
kunnen worden goedgekeurd, dan heeft dat geen concrete gevolgen voor het terug betalen
van de ontvangen subsidies. Mocht de Europese Commissie tot een ander oordeel komen
dan haar eerdere standpunt en besluiten dat er sprake is van onverenigbare staatssteun,
dan kan zij een terugvorderingsbevel uitvaardigen. De Commissie kan in het terugvorderingsbesluit
de methodiek bepalen waarmee de lidstaat de begunstigden moet identificeren en het
terug te vorderen steunbedrag moet bepalen. Welke methodiek de Commissie zal kiezen,
is nu niet bekend. Het is derhalve nu nog niet aan te geven welke concrete gevolgen
dit kan hebben voor deze organisaties. Ik kan daarom geen schatting van de omvang
van eventueel terug te vorderen bedragen aangeven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.