Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over het openzetten van extern salderen door verschillende provincies
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het openzetten van extern salderen door verschillende provincies (ingezonden 18 september 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 13 oktober
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de stappen die verschillende provincies hebben gezet omtrent
het openzetten van extern salderen in de landbouw?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe waardeert u de grote verschillen in aanpak tussen de verschillende provincies?
Antwoord 2
Gegeven de karakteristieken van de betrokken gebieden, kan het stikstofvraagstuk in
iedere provincie anders uitpakken. Ik heb daarom begrip voor eventuele onderlinge
verschillen.
Vraag 3
Deelt u de zorgen van onder meer de provincie Gelderland over ongecontroleerde opkoop
van agrarische bedrijven door kapitaalkrachtige partijen buiten de landbouw?2
Antwoord 3
Met de provincies heb ik beheersmaatregelen getroffen om grip te houden op extern
salderen met veehouderijen. Er is bestuurlijk afgesproken dat extern salderen voor
één jaar wordt opengesteld, met een evaluatie om te besluiten over voortzetting. Daarnaast
vindt er een maandelijkse monitoring plaats en wordt na zes maanden een tussenbalans
opgemaakt. In de maandelijkse monitoring wordt ook gekeken naar het aantal intersectorale
transacties, waarbij extern salderen met veehouderijbedrijven plaatsvindt voor ontwikkelingen
in andere sectoren. Bovendien geldt voor initiatiefnemers dat zij bij het bevoegd
gezag een melding moeten doen van voorgenomen transacties met extern salderen. Zodoende
houden we zicht op de ontwikkelingen. Indien eventuele ongewenste effecten zich voordoen,
zal ik samen met de provincies ingrijpen. De evaluatie van extern salderen, en desgewenst
de tussenbalans, is een goed moment om aanpassingen te overwegen.
Vraag 4
Zijn door u en de provincies afspraken gemaakt over het extern salderen en verleasen
van stikstofruimte? Zo ja, welke?
Antwoord 4
Er zijn bestuurlijke afspraken dat het Rijk en verschillende provincies na de zomer
een besluit nemen over het openstellen van extern salderen met veehouderijbedrijven
en het verleasen van stikstofruimte. Er is geconcludeerd dat de randvoorwaarden voor
openstelling van extern salderen met de veehouderijbedrijven en verleasen voldoende
in kaart zijn gebracht. Het is aan de gedeputeerde staten van de verschillende provincies
om te besluiten wanneer extern salderen met veehouderijen en verleasen binnen een
provincie mogelijk wordt gemaakt.
Vraag 5
Hoe waardeert u de kritiek vanuit de sector op het ontbreken van een goed registratiesysteem
en/of een stikstofbank?3
Antwoord 5
Het stikstofregistratiesysteem is een gesloten systeem dat vanaf 24 maart jl. operationeel
is, met bronmaatregelen gelinkt aan vergunningverlening voor specifieke doelen. Zoals
aangegeven in de Kamerbrief van 24 april jl. (Kamerstuk 35334, nr.4 werk ik daar bovenop aan een systeem dat bedoeld is om eventueel onbenutte stikstofruimte
bij extern salderen op hexagoon-niveau efficiënt in te zetten. De provincies werken
momenteel ook aan een regionaal stikstofregistratiesysteem. Hierbij zullen de ervaringen
met extern salderen in de praktijk worden benut.
Vraag 6
Hoe gaat u ongecontroleerde opkoop van agrarische bedrijven door kapitaalkrachtige
partijen buiten de landbouw voorkomen?
Antwoord 6
Zie voor de beantwoording van deze vraag het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Bent u voornemens maatregelen tegen ongecontroleerde opkoop op te nemen in het wetsvoorstel
stikstofreductie en natuurverbetering?
Antwoord 7
De regelgeving over salderingstechnieken zijn mogelijk gemaakt via (provinciale) beleidsregels.
Zodoende ben ik niet voornemens dergelijke maatregelen in het wetsvoorstel op te nemen.
Zie voor de (verdere) beantwoording van deze vraag het antwoord op vraag 2.
Vraag 8
Bent u voornemens in het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering zo nodig
een kapstok op te nemen voor het mogelijk maken van het verleasen van stikstofruimte
die gecreëerd wordt door emissiereducerende maatregelen op het boerenerf, zoals voorgesteld
door een groep melkveehouders rond de Nieuwkoopse Plassen?5
Antwoord 8
Op dit moment ben ik in gesprek met de initiatiefnemers van dit initiatief in de Nieuwkoopse
Plassen om stikstofreductie te realiseren. Onder andere wordt gekeken of deze aanpak
past binnen bestaande regelgeving of dat aanpassing van regelgeving nodig zou zijn.
Vraag 9
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het legaliseren van de zogenaamde PAS-melders?
Antwoord 9
Het kabinet heeft in diverse brieven aangegeven dat de meldingen legaal gehouden zullen
worden (onder meer Kamerstuk 35 334, nr. 1 en nr. 82). Op dit moment is een uitvraag aan de initiatiefnemers voorbereid. Daarin wordt
informatie opgevraagd die nodig is om de meldingen te verifiëren. Dat is een voorwaarde
voor het verlenen van een vergunning. In de laatstgenoemde brief is ook aangekondigd
dat een ontwikkelreserve zal worden ingesteld als onderdeel van de structurele aanpak
van de stikstofproblematiek. Met die ontwikkelreserve kan onder meer de depositie
van de meldingen worden gemitigeerd. Om daadwerkelijk van die ruimte gebruik te kunnen
maken, moet het effect van de betreffende maatregel vaststaan. Ik ben blijvend op
zoek om dit proces waar mogelijk te versnellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.