Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over vriendjespolitiek bij het toewijzen van nieuwbouwwoningen
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over vriendjespolitiek bij het toewijzen van nieuwbouwwoningen (ingezonden 26 augustus 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
13 oktober 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Heb je een netwerk, dan krijg je het nieuwbouwhuis»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat geen enkele beperking voor projectontwikkelaars geldt bij het toewijzen
van nieuwbouwwoningen? Zo nee, welke beperkingen gelden wel?
Antwoord 2
Er gelden enkele beperkingen voor projectontwikkelaars in het toewijzen van nieuwbouwwoningen,
dit zijn met name generieke regels die niet exclusief op projectontwikkelaars van
toepassing zijn. Op grond van de Algemene wet gelijke behandeling is het o.a. verboden
om onderscheid2 te maken bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot goederen of diensten en
bij het sluiten, uitvoeren of beëindigen van overeenkomsten ter zake, indien dit geschiedt
in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Dat geldt dus ook voor projectontwikkelaars.
Daarnaast is het mogelijk dat gemeenten middels privaatrechtelijke afspraken, al dan
niet gekoppeld aan publiekrechtelijke verantwoordelijkheden van de gemeente zoals
bestemmingsplannen, afspraken maken over de toewijzing van woningen. Deze afspraken
zijn dan tussen de betreffende projectontwikkelaars en de gemeente en de beperkingen
die daaruit volgen zijn afhankelijk van de inhoud van die afspraken.
Vraag 3
Acht u het mogelijk dat projectontwikkelaars bij de toewijzing discrimineren op grond
van seksuele gerichtheid, huidskleur, handicap, politieke opvatting etc.? Deelt u
de mening dat dit absoluut onaanvaardbaar is?
Antwoord 3
Ik acht dat mogelijk en ik deel de mening van de vraagsteller dat discriminatie onaanvaardbaar
is. Discriminatie op bovengenoemde gronden is niet toegestaan op grond van de Algemene
wet gelijke behandeling. In voorkomende gevallen is dit ook strafbaar op grond van
de artikelen 137g en 429quater van het Wetboek van Strafrecht.
Vraag 4
Bent u bereid eindelijk over te gaan tot maatregelen om discriminatie bij de toewijzing
van woningen te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Op dit moment is het onduidelijk in welke mate discriminatie voorkomt bij het toewijzen
van nieuwbouwwoningen. Ik vind het van belang om te verkennen in welke mate discriminatie
voorkomt bij het toewijzen van nieuwbouwwoningen. Ik ga hierover het gesprek aan met
de betrokken branche- en consumentenorganisaties. Daarnaast zal ik informeren bij
de relevante antidiscriminatiemeldpunten. Op basis hiervan zal ik me beraden op eventuele
vervolgstappen en aansluiten op de aanpak van discriminatie op de (huur)woningmarkt
zoals geschetst bij brief d.d. 15 juni 20203.
Vraag 5
Welke maatregelen gaat u treffen om te voorkomen dat projectontwikkelaars populaire
nieuwbouwwoningen toewijzen aan vrienden, familie of kennissen?
Antwoord 5
Dit is in principe toegestaan, mits dit niet raakt aan wet op gelijk behandeling en
er met de gemeente geen afspraken gemaakt zijn over toewijzing. Daarom zie ik geen
aanleiding om maatregelen te treffen.
Vraag 6
Kunt u reflecteren op voorstellen voor een «makelaarsvergunning», waarbij discriminatie
of het bevoordelen van vrienden, familie en kennissen aanleiding zou kunnen vormen
om een dergelijke vergunning in te trekken? Bent u bereid over te gaan tot invoering
hiervan?
Antwoord 6
In uw vraag gaat u zowel in op discriminatie als vormen van bevoordeling. Discriminatie
is ook zonder een eventuele makelaarsvergunning verboden. Zoals in mijn antwoord op
vraag 5 aangegeven ligt dit voor eventuele andere bevoordeling anders.
Er bestaan naast de eventuele makelaarsvergunning andere wijzen waarop makelaars gebonden
worden aan kwaliteitseisen. Er bestaat een certificering voor makelaars die ingaat
op algemene kwaliteitseisen. Daarnaast zijn veel makelaars lid van een branchevereniging.
Zij stellen eisen aan de kwaliteit van makelaars en leggen hiervoor sancties op als
dit binnen hun vereniging naar boven komt. Zo ook op het gebeid van discriminatie.
In het kader van Goed Verhuurderschap wordt onder meer de mogelijkheid bezien om een
keurmerk voor verhuurmakelaars in te voeren. Hier wordt op dit moment aan gewerkt
en ik zal bezien of dit aanleiding geeft voor maatregelen in de koopmarkt.
Wat er omvat wordt door een «makelaarsvergunning» is echt ook niet eenduidig. Naar
verwachting wordt er bedoelt dat makelaar zijn een beschermd beroep zou moeten worden.
In het verleden is het beroep makelaar een beschermd beroep geweest. Op dit moment
ben ik niet voornemens om in te zetten op het reguleren van het beroep. Dit omdat
het naar verwachting aanvullende certificering vraagt die prijsverhogend kan werken
en marktverstoring kan veroorzaken. Bovendien zijn de activiteiten die een makelaar
verricht lastig te isoleren, omdat veel mensen een rol kunnen spelen in het bemiddelen
in een transactie van onroerend goed. Het is verder van belang om op te merken dat
er niet bij iedere koop of verkoop van een woning een makelaar is betrokken. Dit geldt
ook voor nieuwbouwprojecten.
Vraag 7
Vindt u het wenselijk dat mensen bevoordeeld worden omdat ze meer eigen geld inleggen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Bij de keuze van de verkoper om in zee te gaan met een specifieke koper spelen bij
bestaande woningen en nieuwbouwwoningen dezelfde elementen een rol. Het meest in het
oog springende element is daarbij de hoogte van het bedrag dat een potentiële koper
voor de woning biedt. De mate van zekerheid dat de koper het geboden bedrag daadwerkelijk
kan overmaken is eveneens relevant voor de overwegingen van de verkopende partij.
De aanschaf van woningen wordt veelal gefinancierd met een hypotheeklening, waardoor
deze zekerheid sterk afhankelijk is van het risicoprofiel van de potentiële koper
voor een verstrekker van hypothecair krediet. Het inbrengen van meer eigen geld heeft
een gunstige invloed op het risicoprofiel; dit maakt het dan ook aannemelijker dat
een hypotheekaanvraag resulteert in de gewenste lening. Daarmee is het voor de verkopende
partij dus aannemelijker dat hij het geboden bedrag daadwerkelijk ontvangt.
Ik heb daarom begrip voor het feit dat partijen die woningen te koop aanbieden een
voorkeur hebben voor potentiële kopers die over iets meer eigen middelen beschikken.
Tegelijkertijd zie ik hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor mij, gemeenten,
ontwikkelaars en investeerders om voor voldoende aanbod van betaalbare koopwoningen
te zorgen, zodat ook huishoudens met iets minder spaargeld op een financieel verantwoorde
wijze hun woonwensen kunnen realiseren.
Vraag 8
Deelt u de mening dat gemeenten wel voorwaarden zouden moeten kunnen verbinden aan
het toewijzen van nieuwbouwwoningen om specifieke inkomensgroepen of vitale beroepen
te huisvesten?
Antwoord 8
Met de bestemmingscategorie sociale koop beschikken gemeenten reeds over de mogelijkheid
om actief te sturen op de bouw van betaalbare koopwoningen die binnen de budgettaire
mogelijkheden vallen van bijvoorbeeld koopstarters. Momenteel kijk ik in het kader
van de evaluatie van de Huisvestingswet of het wenselijk is dat gemeenten deze sociale
koopwoningen ook daadwerkelijk aan specifieke huishoudcategorieën kunnen toewijzen.
Ik zal de uitkomsten van deze evaluatie voor het einde van het jaar met uw Kamer delen.
Vraag 9
Wat vindt u ervan dat ontwikkelaars onbewoonbare woningen opleveren, om zo gemeentelijke
regels te omzeilen? Hebben gemeenten de mogelijkheid om eveneens eisen te stellen
aan de faciliteiten en bewoonbaarheid bij het hanteren van een maximum koopsom?
Antwoord 9
Er zijn verscheidene manieren waarop er eisen gesteld worden aan de oplevering van
een woning. Er zijn verschillende regels die eisen stellen aan de functionaliteit
en kwaliteit van een woning, waaronder het bouwbesluit. Daarnaast regelt de koop-
en aannemingsovereenkomst de aansprakelijkheid voor eventuele gebreken. Hierin staan
ook eisen over bijvoorbeeld de keuken en badkamer. Een aanvullende wijze waarom bij
nieuwbouwwoningen gekeken wordt naar de kwaliteit is middels een garantie die verscheidene
partijen specifiek voor nieuwbouwwoningen aanbieden.
Vraag 10
Wilt u ervoor zorgen dat gemeenten effectieve eisen kunnen stellen aan de betaalbaarheid
van nieuwe woningen? Hoe wordt voorkomen dat degene met de grootste portemonnee voorrang
krijgt en de middeninkomens stelselmatig achter het net vissen?
Antwoord 10
In de Kamerbrief over onderzoek prijseffect op woningen door aankopen door particuliere
beleggers4 gaf ik reeds aan dat ik het belangrijk vind dat goedkope nieuwbouwwoningen worden
gebouwd en dat deze langjarig betaalbaar en beschikbaar blijven voor starters en middeninkomens.
In deze Kamerbrief kondigde ik aan de maximale verkoopgrens voor de bestemmingscategorie
sociale koop te koppelen aan de NHG-kostengrens; deze wijziging zal optreden bij de
inwerkingtreding van de Omgevingswet. Hiermee maak ik de bestemmingscategorie aantrekkelijk
voor gemeenten om te gebruiken. Vooruitlopend hierop ga ik gemeenten via de Crisis-
en herstelwet in staat stellen te experimenteren met deze verhoogde maximale verkoopgrens.
Zoals aangegeven in mijn reactie op vraag 8, bezie ik in het kader van de evaluatie
van de Huisvestingswet tevens de mogelijkheid om het toewijzen van sociale koopwoningen
aan specifieke groepen, zoals huishoudens met een middeninkomen. Daarin zal ik tevens
bezien of voor deze categorie aanvullende maatregelen nodig zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.