Schriftelijke vragen : De huidige visie van het kabinet op het gebruik van hydroxychloroquine in de strijd tegen COVID-19
Vragen van de leden Van Haga (Van Haga) en Baudet (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de huidige visie van het kabinet op het gebruik van hydroxychloroquine in de strijd tegen COVID-19. (ingezonden 12 oktober 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het Nederlandse onderzoek, getiteld «Early Hydroxychloroquine
but not Chloroquine use reduces ICU admission in COVID-19 patients», waarvan op 23 september
2020 de resultaten zijn gepubliceerd?1 en 2
Vraag 2
Wat vindt u van de belangrijkste bevinding uit het onderzoek, dat er 53% minder kans
bestaat op een IC-opname wanneer een patiënt binnen één dag na opname in het ziekenhuis
hydroxychloroquine krijgt toegediend?
Vraag 3
Bent u, nu wederom uit onderzoek is gebleken dat vroege behandeling met – onder andere
– hydroxychloroquine het risico verkleint op progressie van COVID-19 in het lichaam
van een patiënt, nog steeds van mening dat er geen objectiveerbare aanleiding bestaat
om over te gaan tot extra inspanningen met betrekking tot het beschikbaar houden van
hydroxychloroquine ter bestrijding van COVID-19? Zo ja, waarom?
Vraag 4
Vindt u niet dat er in de laatste maanden veel nieuwe en hoopvolle onderzoeksresultaten
zijn gepubliceerd en dat u het aan de Nederlandse burger verplicht bent dit serieus
te nemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen naar aanleiding van de nieuwe
informatie?
Vraag 5
Vindt u niet dat er tenminste sprake zou moeten zijn van een vervolg op de hiervoor
aangehaalde studie, daar de resultaten hoopvol zijn en er mogelijk mensenlevens kunnen
worden gered met de vroege toediening van hydroxychloroquine? zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Thierry Baudet, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.