Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over compensatie van mutatiedagen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over compensatie van mutatiedagen (ingezonden 9 september 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 12 oktober
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 245.
Vraag 1
Klopt het dat de compensatie van mutatiedagen alleen kan worden aangevraagd door zorgaanbieders
met zorg in natura en dat deze compensatie dus niet geldt voor zorgaanbieders met
een pgb-indicatie (met 24-uurs verblijf)?1
Antwoord 1
Het klopt dat in de sector Verpleging en Verzorging (VV) de compensatie van mutatiedagen
alleen kan worden aangevraagd door zorgaanbieders die verblijfszorg leveren via zorg
in natura. Zorgaanbieders die via het pgb zorg leveren aan cliënten met een Wlz indicatie
kunnen dat niet.
Vraag 2
Kan precies toegelicht worden wie voor een dergelijke compensatie in aanmerking komen
en welke uitzonderingssituaties er zijn?
Antwoord 2
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt vast op welke wijze naturazorg bekostigd
wordt. De hoofdlijn is daarbij dat zorgaanbieders alleen voor geleverde verblijfszorg
kunnen declareren. De NZa stelt vast welke uitzonderingen daarop zijn. Zo bestaan
er uitzonderingen voor het geval van tijdelijke afwezigheid van een bewoner van een
natura instelling. Zorginstellingen in de VV sector kunnen gebruik maken van een mutatieregeling
die dient om de bekostiging te regelen indien een plaats voor verblijf leeg is achtergelaten
ten gevolge van overlijden of verhuizen van een bewoner.
Voorwaarden om voor deze regeling in aanmerking te komen zijn:
• Het betreft een kalenderdag waarop de plaats voor verblijf leeg is achtergelaten ten
gevolge van overlijden of verhuizing van een bewoner;
• Indien een cliënt verhuist van locatie A naar locatie B binnen dezelfde zorgaanbieder
(rechtspersoon), kan één mutatiedag gedeclareerd worden. Hetzelfde geldt wanneer een
cliënt binnen een locatie van kamer verandert;
• Bij overlijden of verhuizing naar een andere zorgaanbieder (rechtspersoon) van een
bewoner van een éénpersoonskamer kunnen maximaal 13 mutatiedagen voor de overleden
of vertrekkende cliënt worden gedeclareerd. De declaratie betreft uitsluitend het
werkelijke aantal mutatiedagen;
• Bij overlijden of verhuizing van een bewoner van een tweepersoonskamer kunnen mutatiedagen
worden gedeclareerd voor elke kalenderdag dat de overblijvende bewoner de kamer alleen
heeft bewoond. Hiervoor geldt een maximum van 26 mutatiedagen. De declaratie betreft
uitsluitend het werkelijke aantal mutatiedagen. Dit maximum geldt ook indien de overgebleven
bewoner niet verhuist naar een éénpersoonskamer.
• In geval van deeltijdverblijf kunnen er geen mutatiedagen gedeclareerd worden.
Vraag 3
Zou het niet logisch zijn als ook de zorgaanbieders met een pgb (met 24-uurs verblijf)
recht zouden hebben op mutatiedagen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het is met een pgb niet mogelijk verblijf in te kopen. Wel zijn er instellingen waar
cliënten met een pgb samenwonen. Het verblijf wordt dan uit eigen middelen bekostigd.
Uit een pgb kan alleen daadwerkelijk geleverde zorg worden betaald. Dit betekent dat
wanneer een persoon overlijdt het pgb niet langer kan worden ingezet. Wanneer iemand
verhuist en geen zorg meer ontvangt van de instelling kan het pgb ook niet langer
worden ingezet.
Daarbij komt dat de NZa geen regels kan stellen over pgb-zorg. De budgethouder is
verantwoordelijk voor het afsluiten van een zorgovereenkomst met de zorgverlener.
Op basis van deze overeenkomst kan daadwerkelijk geleverde zorg worden gedeclareerd.
De NZa regels omtrent mutatiedagen passen bij instellingsbekostiging waarbij de instelling
door het zorgkantoor is gecontracteerd, niet bij pgb-gefinancierde zorg. Bij naturazorg
via het modulair pakket thuis (MPT) en volledig pakket thuis (VPT) is ook geen sprake
van mutatiedagen.
Wel zijn er dit jaar in verband met de gevolgen van de coronapandemie maatregelen
getroffen om budgethouders tegemoet te komen. Zo hebben budgethouders van maart tot
en met juli (en in uitzonderingsgevallen tot en met augustus) niet-geleverde zorg
kunnen declareren. Tot en met 31 december 2020 bestaat daarnaast de mogelijkheid extra
budget aan te vragen bij het zorgkantoor via de regeling «Extra Kosten Corona». Wanneer
er in een pgb-wooninitiatief in de periode maart tot en met augustus sprake is geweest
van leegstand en een wooninitiatief hierdoor in financiële nood is geraakt is er ook
de mogelijkheid gecreëerd om via het zorgkantoor voor extra budget in aanmerking te
komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.