Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 552 (R2148) Wijziging van de Paspoortwet in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2019/1157 van het Europees parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten van burgers van de Unie en van verblijfsdocumenten afgegeven aan burgers van de Unie en hun familieleden die hun recht van vrij verkeer uitoefenen (PbEU 2019, L 188) (uitvoering verordening identiteitskaarten)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 9 oktober 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
1
2.
De inhoud van het wetsvoorstel
2
3.
Geografische toepasbaarheid verordening
2
4.
Verhouding tot hoger recht en nationale regelgeving
2
5.
Gevolgen
3
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
inzake wijziging van de Paspoortwet ter uitvoering van de verordening van de Europese
Unie inzake identiteitskaarten (EU 2019/1157). Met de verordening wordt het verplicht
om ook op de Nederlandse identiteits-kaarten twee vingerafdrukken op te nemen. Graag
willen zij de regering daar een aantal vragen over stellen. Allereerst merken deze
leden op dat zij het verbeteren van de veiligheid in en bij de grenzen van de Europese
Unie door middel van de aanpak van fraude met identiteitskaarten een goede zaak vinden.
Dat steunen zij dan ook.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel
tot wijziging van de Paspoortwet. Deze leden onderschrijven de doelen van de EU-Verordening,
namelijk enerzijds het verbeteren van de veiligheid in en bij de grenzen van de EU
door middel van de aanpak van fraude met identiteitskaarten en verblijfsdocumenten
en anderzijds het faciliteren en stimuleren van de uitoefening van het recht op vrij
verkeer van EU-burgers en hun gezinsleden. Deze leden hebben over het voorliggende
wetsvoorstel nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoor-stel waarmee
uitvoering wordt gegeven aan de betreffende EU-verordening. Deze leden hebben nog
enkele vragen aan de regering hierover.
2. De inhoud van het wetsvoorstel
Verschijningsplicht aanvraag identiteitskaart
De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen dat bij het aanvragen van een paspoort
of een identiteitskaart, maar ook bij bijvoorbeeld een rijbewijs, het logisch is dat
de betreffende persoon dient te verschijnen zodat de identiteit van de betreffende
persoon kan worden vastgesteld. Deze leden hebben even-wel zorgen over deze eis voor
personen die wegens ziekte of andere zwaarwe-gende omstandigheden niet in persoon
kunnen verschijnen in bijvoorbeeld een gemeentehuis. Daarom vinden zij het van belang
dat er zo snel mogelijk een passend alternatief in alle gemeenten, openbare lichamen
en in de andere landen van het Koninkrijk wordt georganiseerd waar iedereen, die een
paspoort of identiteitskaart nodig heeft, gebruik van kan maken. Kan de regering toezeggen
dat dit spoedig wordt geregeld op zo’n manier dat het voor iedereen een wettelijk
recht is?
3. Geografische toepasbaarheid verordening
De leden van de GroenLinks-fractie stellen vragen bij de opmerking van de regering
dat de autoriteiten op de eilanden zelf niet hoeven te voldoen aan het Europees recht.
Deze leden vragen de regering nog eens specifiek in te gaan op het aspect hoe het
Europees recht werking heeft in de bijzondere openbare lichamen en in de andere landen
van het Koninkrijk, waar het gaat om situaties waarin Nederlandse voorzieningen, zoals
het verstrekken van paspoorten of identiteitskaarten, aan Europees recht zijn gebonden.
4. Verhouding tot hoger recht en nationale regelgeving
Voor de verzameling van biometrische gegevens in het kader van de uitgifte van de
identiteitskaart dienen, zo lezen de leden van de CDA-fractie, op basis van artikel
10 van de verordening passende en doeltreffende procedures te worden vastgesteld.
De Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) vraagt in haar advies over het wetsvoorstel
aandacht voor het probleem dat het afnemen van vingerafdrukken van personen op leeftijd
een tijdrovende inspanning is, dikwijls zonder het gewenste resultaat. De NVVB stelt
daarom voor dat deze doelgroep ook wordt opgenomen in de regelingen omtrent uitzonderingsposities.
Terecht stelt de regering dat dat passende procedures voorhanden dienen te zijn om de waardigheid van de betrokken persoon te eerbiedigen. In
de memorie van toelichting (blz. 16) zegt de regering toe, dat bij afwegingen rond
deze doelgroep van de expertise van de NVVB en de VNG gebruik zal worden gemaakt.
De leden van de CDA-fractie vragen de regering ook de doelgroep zelf bij deze afwegingen
te betrekken.
De NVVB adviseert de regering burgers op voorhand duidelijke informatie te verstrekken
over de veranderingen die deze Europese verordening met zich meebrengt. De NVVB noemt
vraagstukken van privacy, het opslaan van biome-trische gegevens, waarvoor vingerafdrukken
gebruikt gaan worden en wat de tijdsplanning is. De regering bevestigt, «dat hier
zoals gebruikelijk voor zal wor-den gezorgd». De leden van de CDA-fractie vragen de
regering nader inhoude-lijk in te gaan op de communicatie rond dit wetsvoorstel.
5. Gevolgen
De leden van de VVD-fractie merken op dat de toepassing van de verordening een aantal
gevolgen heeft. De introductie van een nieuw document gaat ten koste van een restvoorraad
blanco Nederlandse documenten. Daarmee zou ongeveer één miljoen euro zijn gemoeid.
Hoe kan worden bereikt dat deze voorraad zo klein mogelijk is en er dus minder kosten
mee zijn gemoeid? Is op de één of andere manier na te gaan hoeveel aanvragen voor
een identiteits-kaart er nog gedaan kunnen worden, opdat de restvoorraad zo klein
mogelijk wordt gehouden? De leden van de VVD-fractie vragen de regering daar op in
te gaan.
Gesteld wordt dat de introductie van de vingerafdrukken op de identiteitskaarten zal
betekenen dat de leges voor deze kaarten worden verhoogd. Kan worden aangegeven aan
welke orde van grootte wordt gedacht, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Voor de groep Nederlanders in het buitenland, die om fysieke dan wel psychische redenen
langdurig niet in staat zijn te verschijnen op de aanvraag-locatie, wordt gedacht
aan de inzet van een mobiele vingerafdrukopname (MVA). Is bekend hoe andere Europese
landen dit gaan doen? Zo ja, kan Nederland daarvan leren? Wat betekent de inzet van
deze MVA voor de kosten voor degene die een identiteitskaart aanvraagt? Gaarne krijgen
de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Uitwisseling certificaten
De leden van de CDA-fractie brengen in herinnering dat in reactie op een eerder verzoek
van de Kamer over het gebruik van vingerafdrukken in het Nederlandse paspoort (TK
25 764, nr. 108), de Staatssecretaris heeft aangege-ven dat controlerende instanties dienen te beschikken
over een digitaal certificaat. De Europese Commissie heeft daarvoor normen gesteld.
Zijn er inmiddels door Nederland certificaten aan andere lidstaten verstrekt, zo vragen
de leden van de CDA-fractie. Voldoet Nederland inmiddels aan de eisen van de Europese
Commissie, zoals voorzien voor 2018?
Financiële gevolgen voor de uitgevende instanties en de burger
De leden van de CDA-fractie wijzen er op dat het gerechtvaardigd aanscherpen van de
veiligheidseisen voor identiteitsbewijzen tot kostenstijging zou kunnen leiden. Is
dat de verwachting, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Welke kosten maken onderdeel
uit van de kostprijs van een paspoort en welke niet? Hoe is de verdeling van de kosten
tussen het Ministerie van BZK, de gemeen-ten en de burger voor het ontwerpen, ontwikkelen,
produceren, personaliseren en distribueren van reisdocumenten en identiteitskaarten?
Worden alle kosten volledig gedekt uit de prijs van het paspoort? Of zijn er ook voorzieningen
die niet aan de burger worden doorberekend en die gefinancierd worden door het Rijk
of door gemeenten? Kan de regering de kostprijs van een paspoort aange-ven per lidstaat
van de Europese Unie? Is het juist dat de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens de
productie van het Nederlandse paspoort aanbesteedt? Zo ja, op welk moment dient opnieuw
aanbesteed te worden? Hoe verhoudt de noodzaak tot aanbesteding en daarbij het zicht
op meerdere geïnteresseerde partijen zich tot het Besluit van de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 april 2019 tot geheimverklaring
van de opdracht ten behoeve van het ontwerpen, ontwikkelen, produceren, personaliseren
en distri-bueren van reisdocumenten en identiteitskaarten zoals bedoeld in artikel
2 van de Paspoortwet?
De leden van de CDA-fractie constateren dat sommige lidstaten van de Europese Unie
van de uitgifte van paspoorten een businessmodel maken, waardoor derdelanders vrije
toegang krijgen tot de gehele Europese Unie. Deze leden vragen de regering welke stappen
inmiddels zijn gezet om striktere naleving af te dwingen van de voorwaarden voor het
uitgeven van paspoorten.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.