Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over "flexibele premie"
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over flexibele pensioenpremie (ingezonden 24 september 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 9 oktober
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ook experts PGGM willen aanpassing pensioenakkoord»
van 17 september 2020?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het voorstel van deze PGGM experts voor een flexibele pensioenpremie?
Antwoord 2
PGGM heeft de resultaten van een door hen uitgevoerd onderzoek gedeeld (Zie: https://www.pggm.nl/blogs/ variabele-premie-geeft-beter-pensioen). PGGM heeft inzichtelijk gemaakt hoe een variabele premie in geval van individuele
pensioenopbouw bij kan dragen aan het optimaal spreiden van inkomen en consumptie
over het leven. Het PGGM-onderzoek bevestigt de al langer bestaande economische theorie
dat iedere vergroting van het risicodraagvlak, bijvoorbeeld door een flexibele premie,
hieraan een positieve bijdrage levert en welvaartsverhogend is. Dat geldt ook voor
andere elementen die het risicodraagvlak vergroten, zoals een variabele beleggingsmix
en een variabele pensioenleeftijd. PGGM wijst overigens ook nadrukkelijk op de nadelen
van een variabele premie, zoals het risico dat premies bij financiële tegenvallers
soms zeer hoog zouden moeten worden om de welvaartswinst die uit de PGGM-berekeningen
naar voren komt, vast te kunnen houden. Er zijn dan soms premies nodig van wel 50%.
Dit gaat uiteraard ten koste van andere belangrijke economisch wenselijke uitkomsten,
zoals behoud van koopkracht, stabiele lasten voor werkgevers en zoveel mogelijk macro-economische
stabiliteit.
Vraag 3
Is de mogelijkheid van een flexibele pensioenpremie binnen een bepaalde bandbreedte
door uw ministerie eerder onderzocht?
Antwoord 3
Bij de invulling van het nieuwe contract, zoals weergegeven in de Hoofdlijnennotitie
Pensioenakkoord, is het uitgangspunt geweest dat de verhouding tussen de premie en
de afgesproken pensioendoelstelling periodiek door decentrale sociale partners wordt
besproken. Dat zal naar verwachting minimaal 5-jaarlijks gebeuren, omdat er dan een
nieuw advies van de Commissie Parameters zal zijn dat invloed kan hebben op de balans
tussen premie en pensioendoelstelling. Er zullen echter geen belemmeringen worden
opgeworpen om die balans door sociale partners met een andere frequentie te beoordelen.
Het is de verantwoordelijkheid van sociaal partners. Dit betekent dat de hoogte van
de premie bijvoorbeeld ook jaarlijks door decentrale sociale partners in ogenschouw
genomen zou kunnen worden. Zoals hierboven al aangegeven, kunnen er ook goede redenen
zijn waarom een jaarlijkse aanpassing van de premie door sociale partners niet wenselijk
wordt gevonden.
Vraag 4
Bent u van mening dat een flexibele pensioenpremie het eenvoudiger maakt voor werkgevers
en sectoren om in te varen?
Antwoord 4
In het antwoord op vraag 3 geef ik aan dat de wetgever geen belemmeringen zal opwerpen
om binnen de fiscale grenzen een flexibele pensioenpremie af te spreken.
Een variabele premie maakt invaren – het omzetten van opgebouwde pensioenaanspraken
en -rechten naar pensioenvermogens en -uitkeringen in het nieuwe contract – niet eenvoudiger.
De toekomstige premie-inleg in het nieuwe contract, en de mate van flexibiliteit van
deze premies, hebben immers geen invloed op het bestaande pensioenvermogen van een
pensioenfonds dat zal worden ingevaren. Wel zal voor maximaal 10 jaar extra fiscale
premieruimte worden geboden ten behoeve van de compensatie van de afschaffing van
de doorsneesystematiek, zodat sociale partners deze compensatie evenwichtig vorm kunnen
geven.
Vraag 5
Vindt u dat een flexibele pensioenpremie bijdraagt aan meer draagvlak voor een collectieve
pensioenregeling?
Antwoord 5
Op decentraal niveau zullen sociale partners zich buigen over de gewenste mate van
collectiviteit in de pensioenregeling. Een pensioenpremie die omhoog of omlaag kan
bij financiële schokken is een van de manieren om het risicodraagvlak van de pensioenregeling
te vergroten. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 sluit het Pensioenakkoord
niet uit dat decentrale sociale partners periodiek bezien of de hoogte van de vastgestelde
pensioenpremie voldoende is om de afgesproken pensioendoelstelling naar verwachting
te behalen.
Vraag 6
Bent u bereid om te onderzoeken of een flexibele pensioenpremie er uiteindelijk toe
leidt dat meer werkgevers overstappen naar een DC-regeling?
Antwoord 6
Aan de decentrale arbeidsvoorwaardentafel wordt de hoogte van de premie vastgesteld,
voor een bepaalde periode, passend bij de afgesproken pensioendoelstelling. Indien
decentrale sociale partners het wenselijk achten de – in beginsel vaste – premie jaarlijks
aan te passen dan sluit het Pensioenakkoord die mogelijkheid niet uit. Een onderzoek
acht ik om die reden niet nodig.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u dit voorstel voor flexibele pensioenpremies in het licht van de doelstelling
om het pensioenstelsel eenvoudiger en transparanter te maken?
Antwoord 7
Een belangrijke doelstelling van het Pensioenakkoord was de mogelijkheid voor sociale
partners om te komen tot stabiele premies. Een stabiele pensioenpremie leidt tot meer
stabiliteit in de werkgeverslasten, maar heeft ook voordelen in de uitvoering en de
communicatie aan deelnemers. Dat neemt niet weg dat het in bepaalde omstandigheden
door sociale partners wenselijk kan worden gevonden om de premie aan te passen, bijvoorbeeld
omdat een herijking van de parameters tot een hernieuwde overweging van de balans
tussen premie en pensioendoelstelling leidt. Dat kan overigens ook betekenen dat de
premie constant wordt gehouden en de pensioendoelstelling wordt aangepast of beide
tegelijkertijd. Die afweging is volledig aan decentrale sociale partners.
Vraag 8
Bent u bereid om te onderzoeken of er draagvlak is bij vakbonden en werkgeversvertegenwoordigers
voor het voorstel van de PGGM experts voor flexibele pensioenpremies? In hoeverre
past dit voorstel in de afspraken van het pensioenakkoord?
Antwoord 8
Zoals hierboven aangegeven, past een variabele pensioenpremie nadrukkelijk binnen
de kaders van het Pensioenakkoord. PGGM geeft dit ook aan op de website waarop het
onderzoek is gepubliceerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.