Schriftelijke vragen : Het bericht 'IND ontdekt fraude met asielzoekers'
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «IND ontdekt fraude met asielzoekers» (ingezonden 8 oktober 2020).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «IND ontdekt fraude met asielzoekers»?1
Vraag 2
            
Kunt u de Kamer inzicht geven in de aard en de omvang van de fraude en op welk moment
               dit binnen de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bekend is geworden en welk
               moment dit met u is gedeeld?
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat honderden asielzoekers ten onrechte
               verblijfspapieren lijken te hebben gekregen door te liegen over hun seksuele geaardheid
               en dat dit niet mag worden beloond? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Klopt het signaal dat het merendeel van de aan deze groep verstrekte verblijfsvergunningen
               niet kan worden ingetrokken omdat de IND moet aantonen dat het verhaal verzonnen is
               en de asielzoeker zelf niet hoeft te bewijzen dat hij of zij de feiten waarheidsgetrouw
               heeft weergegeven?
            
Vraag 5
            
Hoe is de bewijslastverdeling geregeld binnen het asielrecht met betrekking tot het
               aantonen van de geaardheid of religie als grond voor asiel in verband met risico op
               vervolging in het land van herkomst? Volgt deze bewijslastverdeling uit EU-recht of
               is de vaststelling van de bewijslastverdeling een nationale bevoegdheid?
            
Vraag 6
            
Is het juist dat uit de Kwalificatierichtlijn (2011/95/EU) volgt dat intrekking van
               de verblijfsstatus mogelijk is wanneer de verkeerde voorstelling van feiten essentieel
               is geweest voor het verkrijgen van de verblijfsvergunning?
            
Vraag 7
            
Bent u bereid om bij alle Oegandese asielzoekers – die de laatste jaren een verblijfsvergunning
               hebben gekregen in verband met risico op vervolging in verband met de geaardheid –
               te onderzoeken of zij de waarheid hebben gesproken over hun geaardheid?
            
Vraag 8
            
Bent u bereid de verblijfstatus te ontnemen als blijkt dat de feiten verkeerd zijn
               weergegeven die doorslaggevend zijn geweest voor de verlening van de verblijfsstatus?
               In hoeveel gevallen is dat mogelijk? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 9
            
Uit welke andere herkomstlanden komen aanzienlijke aantallen asielzoekers die aangeven
               te vluchten uit vrees slachtoffer te worden in verband met hun geaardheid? Bestaat
               daarbij een vergelijkbaar risico op het liegen over de geaardheid? Zo ja, hoe gaat
               de IND om met dit risico om te voorkomen dat dit loont?
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat het bewust verkeerd weergeven van de feiten in de asielprocedure
               nooit mag lonen, ook niet als dit niet van doorslaggevend belang kan zijn voor het
               verlenen van de verblijfsstatus? Zo ja, is het mogelijk liegen in de asielprocedure
               te sanctioneren met bijvoorbeeld een boete en bent u bereid dit ook te doen?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Indiener
Bente Becker, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.