Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Dam en Von Martels over het bericht ‘Bewapening boa stelselmatig afgewezen: Groene boa’s te vaak zonder bewapening het bos ingestuurd’
Vragen van de leden Van Dam en Von Martels (beiden CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Bewapening boa stelselmatig afgewezen: Groene boa’s te vaak zonder bewapening het bos ingestuurd» (ingezonden 9 september 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 oktober 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 154.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bewapening boa stelselmatig afgewezen: Groene boa’s
te vaak zonder bewapening het bos ingestuurd» van de Koninklijke Nederlandse Vereniging
voor Natuurtoezicht van 31 augustus 2020 en de uitzending van EenVandaag van 7 september
2020?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of het klopt dat er buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) zijn
van natuurbeheerorganisaties die al jaren kunnen beschikken over volledige bewapening,
inclusief vuurwapen, maar dat een verlenging van deze ontheffing thans niet meer wordt
gehonoreerd? Geldt voor deze groep boa’s (nog steeds) dat indien zij in de periode
voor verlenging geen feitelijk gebruik hebben gemaakt van hun geweldsmiddelen, dat
zij deze moeten inleveren? Zou dat niet grond zijn om ook van de overgrote meerderheid
van de Nederlandse politieambtenaren periodiek hun dienstwapen af te nemen? Hoe verhoudt
deze uiterst restrictieve houding bij de verlenging van het toekennen van geweldsmiddelen
zich tot de intentie zoals verwoord in uw brief van 5 juni 2020 dat toegekende geweldsmiddelen
zoveel mogelijk gecontinueerd worden?3
Antwoord 2
In mijn brief van 5 juni jl.4 heb ik aangegeven dat boa’s niet standaard met geweldsmiddelen worden uitgerust,
maar uitzonderingen op deze hoofdregel zijn toegestaan. Daarbij geldt ook dat de ene
boa, de andere niet is. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw besluit bewapening en
uitrusting boa’s, waarin veiligheidsrisico’s meer maatgevend zullen zijn, in de besluitvorming
over de bewapening van boa’s, dan nu reeds het geval is. Bewapening van boa’s zal
zodanig worden uitgewerkt dat er zo min mogelijk lokale verschillen kunnen ontstaan.
De nieuwe regeling zal meer dan tot op heden ruimte bieden om meer boa-specifiek te
kijken naar geschikte uitrusting en geweldsmiddelen. Dat biedt de gelegenheid om te
differentiëren en zo nodig af te wijken van wat voor de politie geschikt is. Per boa-domein
zal duidelijk worden gemaakt welke uitrusting en geweldsmiddelen ter beschikking kunnen
komen.
Boa’s werkzaam bij natuurbeheerorganisaties (ook wel groene boa’s genoemd) behoren
conform de Beleidsregels boa tot domein II milieu, welzijn en infrastructuur. Deze
boa’s kunnen optioneel beschikken over de volgende geweldsmiddelen: handboeien, wapenstok,
pepperspray, uitschuifbare wapenstok, surveillancehond, vuurwapen.
Indien op een gemotiveerd verzoek van de werkgever positief wordt beslist kan een
boa beschikken over één van de of meerdere geweldsmiddelen zoals genoemd. Bij het
verlopen van de termijn voor de geweldsbevoegdheid, is het mogelijk een verzoek te
doen voor de verlenging hiervan. Bij de afweging voor de verlenging zullen de toezichthouders
rekening houden met de taak waarvoor de boa wordt ingezet en de omstandigheden van
die taakuitvoering van de boa, zoals bijvoorbeeld de mate waarin snel een beroep kan
worden gedaan op de politie en de veiligheid van de boa. Van een meer restrictief
beleid dan voorheen is geen sprake. In mijn brief van 5 juni jl.5 staat dat daar waar in bestaande situaties in het verleden aan boa’s in de openbare
ruimte (domein I) een wapenstok is toegekend, deze toestemming in beginsel zal worden
verlengd wanneer de lokale driehoek hierom verzoekt. Het betreft dus een specifiek
geweldsmiddel voor een specifieke categorie boa’s.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat groene boa’s uit domein II werkzaamheden uitvoeren in natuurgebieden
en daarbij dikwijls geconfronteerd worden met delicten als drugscriminaliteit, dumpingen
en stroperij en dat zij daarom moeten kunnen beschikken over adequate bewapening,
inclusief vuurwapen?
Antwoord 3
De veiligheid van boa’s bij de taakuitvoering staat voorop. Het algemeen uitgangspunt
ten aanzien van geweldsmiddelen is dat het geweldsmonopolie behoort bij de Staat (krijgsmacht
en politie). Daarom beschikken boa’s optioneel over de geweldsbevoegdheid en worden
zij niet standaard toegerust met geweldsmiddelen. Echter, er zijn criteria voor het
bepalen van uitzonderingssituaties waarin boa’s toch kunnen worden toegerust met een
geweldsmiddel. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer boa’s minder snel kunnen terugvallen
op assistentie van de politie of de aard van de werkomstandigheden dit vergt. Zie
ook het antwoord bij vraag 2.
Vraag 4
Kunt u aangeven of het klopt dat groene boa’s uit domein II niet langer kunnen beschikken
over voldoende adequate bewapening? Hoe verhoudt zich dat tot uw brief van 5 juni
2020, waarin u aangeeft dat er uitzonderingen op het geweldmonopolie van de politie
mogelijk zijn, waaronder bij boa’s in het groene domein (domein II) die minder makkelijk
op assistentie van de politie kunnen terugvallen?
Antwoord 4
Indien daartoe aanleiding is kunnen groene boa’s volgens de geldende wet- en regelgeving
nog steeds beschikken over geweldsmiddelen. Met de wijziging van de Beleidsregels
boa in juli jl. is de uitschuifbare wapenstok toegevoegd aan de beschikbare geweldsmiddelen
waar de groene boa aanspraak op kan maken.
Vraag 5
Bent u van mening dat er groene boa’s zijn in domein II die inderdaad minder makkelijk
kunnen terugvallen op assistentie van de politie, omdat zij werkzaamheden uitvoeren
op tamelijk moeilijk te bereiken plekken in natuurgebieden en dat zij daarom zouden
moeten kunnen beschikken over adequate bewapening? Zo ja, waarom wordt de verlenging
van hun ontheffing om bewapend te worden dan niet gehonoreerd?
Antwoord 5
Indien de taakuitvoering en werkomstandigheden van de groene boa daarom vragen kan
de werkgever van de groene boa een gemotiveerd verzoek doen. Conform de geldende wet-
en regelgeving voor toekenning van een geweldsmiddel, kan na positief advies van de
toezichthouders, een of meerdere geweldsmiddelen worden toegekend. Hierbij zullen
individuele gevallen individueel worden beoordeeld.
Zo beschikken thans meer dan 700 groene boa’s over de korte wapenstok en bijna honderd
groene boa’s over een uitschuifbare wapenstok, pepperspray en een vuurwapen. Sommigen
van hen beschikken daarnaast ook over een diensthond. Niet in alle gevallen zal echter
worden geoordeeld dat de groene boa bewapend moet worden. Die beslissing moet telkens
lokaal worden beoordeeld, waarbij nauw wordt gekeken naar de specifieke taakomschrijving
en omstandigheden waarin de betreffende groene boa opereert.
Vraag 6
Waarom worden groene boa’s soms in identieke situaties verschillend bejegend qua toekenning
van geweldsmiddelen en in het bijzonder het vuurwapen? Komt dit door wisselend advies
per bevoegd gezag? Zou daar niet een landelijke toets, die toeziet op landelijke uniformiteit,
boven moeten zitten? Bent u bereid landelijke uniformiteit qua bewapening van (groene)
boa’s te bewerkstelligen?
Antwoord 6
In mijn brief van 5 juni 20206 heb ik aangekondigd dat wordt gewerkt aan een afzonderlijke regeling bewapening en
uitrusting boa’s. Hierin zal o.a. de bewapening voor boa’s zodanig worden uitgewerkt
dat er zo min mogelijk lokale verschillen kunnen ontstaan. Dit draagt bij aan meer
uniformiteit. Er zal daarnaast meer ruimte worden geboden voor meer specifieke uitrusting
en geweldsmiddelen per boa-domein. Hierdoor kan daar waar nodig worden gedifferentieerd.
Zie ook antwoord bij vraag 1.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.