Amendement : Amendement van het lid Van den Berge over extra middelen voor de MBO Card
35 570 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021
Nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN BERGE
Ontvangen 6 oktober 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 2.500 (x € 1.000).
II
In artikel 14 Cultuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 2.500 (x € 1.000).
Toelichting
De Minister heeft voorgesteld de subsidie voor de MBO Card af te schaffen. Uit de
evaluatie van de kaart blijkt echter dat deze kaart van grote waarde is voor de culture
ontwikkeling van mbo-studenten. Dit wordt ook onderschreven door docenten, studenten
en de culturele sector. De onafhankelijke evaluatie stelt dat de kaart nog meer van
waarde zal zijn, wanneer deze aanvullende financiering zal krijgen van het Ministerie
van OCW, net zoals dit gebeurt bij de Cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs.
Uit het perspectief van kansengelijkheid en het rechttrekken van het grote verschil
in cultuuronderwijs tussen mbo- en havo/vwo leerlingen, regelt dit amendement hetzelfde
budget op de MBO Card als op de Cultuurkaart, namelijk 5 euro per student. Dit kost
het ministerie maximaal 2,5 miljoen per jaar. Met dit amendement vergroten we de toegankelijkheid
tot cultuur alsmede de vraag naar cultuur. Daar zullen mbo-studenten en de culturele
sector van profiteren. De dekking voor dit amendement wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte middelen die zijn
bestemd voor de subsidie «verbreden inzet cultuur» op de begroting cultuur (artikel
14).
Van den Berge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid