Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht 'Kifid: bank mag betaalrekening beëindigen als consument geen US TIN of CLN wil aanvragen' en het bericht 'Wijziging annex II FATCA-verdrag'
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris en de Minister van Financiën over het bericht «Kifid: bank mag betaalrekening beëindigen als consument geen US TIN of CLN wil aanvragen» en het bericht «Wijziging annex II FATCA-verdrag» (ingezonden 2 september 2020).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Financiën
– Fiscaliteit en Belastingdienst (ontvangen 6 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 77.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kifid: bank mag betaalrekening beëindigen als consument
geen US TIN of CLN wil aanvragen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat een van de argumenten van de bank om de bankrekening stop te
zetten, «het bewust onjuist informatie verstrekken2» op de vraag «bent u fiscaal inwoner van een ander land?» meer zegt over de vraagstelling
dan over het gegeven antwoord? Deelt u de mening dat de vraag te technisch en onduidelijk
is geformuleerd, dat sommige Nederlanders niet weten wat een «fiscaal inwoner» is
en dat deze informatie ook onvoldoende actief door de bank wordt verstrekt? Zo ja,
bent u voornemens om de banken te wijzen op hun informatieverplichting richting de
consument en hen te vragen de communicatie over een uiterst ingewikkeld onderwerp
als de regelgeving rond de wet naleving belastingplicht buitenlandse rekeningen (FATCA)
zowel in vragenlijsten als op de website en andere communicatiemiddelen te verbeteren?
Zo nee, waarom niet?
Deelt u tevens de mening dat ook de informatieverstrekking en de communicatie van
de Belastingdienst hierin tekortschiet, gezien het feit dat er op de site van de Belastingdienst
alleen FATCA-informatie is te vinden voor bedrijven (naast de link naar een artikel
in de Staatscourant uit 2016)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier wilt u
ook de communicatie vanuit de Belastingdienst over dit ingewikkelde onderwerp verbeteren
richting de individuele Accidental Americans? Kunt u hierin samen optrekken met de
banken, de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), de Accidental Americans en de
Americans Overseas?
Antwoord 2 en 3
De casus waarover het KIFID besliste kent hele specifieke feitelijke omstandigheden.
Ik ben daarom van mening dat uit de gang van zaken in die casus geen algemene conclusies
kunnen worden getrokken.
Ik ben het met u eens dat de vragen technisch zijn. Daarom is er door de Nederlandse
Vereniging van Banken (NVB) en de banken de afgelopen jaren veel informatie verstrekt
over de gevolgen van de FATCA. Ook in het kader van de Common Reporting Standard (CRS)
– die ziet op de uitwisseling van bankinformatie tussen belastingdiensten in ruim
100 landen, waaraan de VS niet mee doen – zijn de banken verplicht aan hun klanten
te vragen wat hun fiscale woonstaat is en het fiscaal identificatienummer (TIN) van
die staat. Voor de uitvraag van deze gegevens is een formulier ontwikkeld door de
banken en de NVB, in nauw overleg met het Ministerie van Financiën.
In dit formulier wordt aan de hand van enkele vragen vastgesteld waar iemand fiscaal
inwoner is. Om de term «fiscaal inwoner» uit te leggen, is er een verklarende woordenlijst
toegevoegd aan het formulier. De formulieren zijn voorgelegd aan een bureau dat is
gespecialiseerd in overheidscommunicatie. Het bureau heeft de formulieren aangepast
op leesbaarheid.
De NVB heeft de formulieren ter beschikking gesteld aan alle banken en heeft aandacht
besteed aan de FATCA en de CRS op zijn website. Dat is overigens ook gedaan op de
websites van het Ministerie van Financiën en van de Belastingdienst. Op de website
van de Belastingdienst is sinds 2016 FATCA-informatie te vinden voor bedrijven en
particulieren.3 Ik zal erop toezien dat die sites gemakkelijk bereikbaar en toegankelijk blijven.
Naast de ontwikkeling van formulieren en informatie op hun websites hebben de banken
vanaf de inwerkingtreding van de FATCA, brieven gestuurd aan hun klanten om hen te
informeren dat zij mogelijk Amerikaan zijn en dat dat betekent dat zij ook belastingverplichtingen
hebben in de VS. Deze brieven zijn herhaaldelijk gestuurd, omdat banken weinig respons
ontvingen van klanten.
Het blijft belangrijk dat het voor Nederlandse klanten met ook de Amerikaanse nationaliteit
duidelijk is wanneer een klant onder de FATCA-regelgeving valt en dus wanneer de klant
een US TIN aan moet leveren of desgewenst afstand kan doen van de Amerikaanse nationaliteit.
Ik zal banken vragen aandacht te blijven houden voor duidelijke informatieverstrekking
over FATCA.
Vraag 4
Betekent deze uitspraak uit het bericht in vraag 1 dat deze consument straks niet
meer beschikt over een basisbetaalrekening wanneer de betreffende financiële instelling
het niet-bindende advies opvolgt? Zo ja/nee, kunt u garanderen dat Nederlandse US
persons (die niet de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
(Wwft) overtreden) te allen tijde kunnen beschikken over een betaalrekening?
Antwoord 4
In algemene zin is de vraag of al dan niet een basisbetaalrekening moet worden geopend
pas aan de orde als de aanvrager niet (meer) beschikt over een andere betaalberekening.
Daarnaast geldt, zoals ook door het Kifid is onderschreven, dat ook bij een basisbetaalrekening
voldaan moet worden aan de eisen gesteld bij of krachtens de Wet ter voorkoming van
witwassen en financiering van terrorisme (Wwft).
In de uitspraak geeft het Kifid aan dat de bank in dit specifieke geval het openen
van een basisbetaalrekening onder de richtlijn Betaalrekeningen mag weigeren als de
consument hiervoor een aanvraag indient. Het Kifid geeft ook aan dat het Convenant
inzake een Pakket Primaire Betaaldiensten (het Convenant Basisbankrekening) van toepassing
is op de consument. De bank kan, in het geval dat wordt overwogen een basisbetaalrekening
te weigeren, verplicht stellen dat de consument samen met een erkende hulpverleningsinstantie
de aanvraag voor een basisbetaalrekening indient onder het Convenant Basisbankrekening.
Ook kan de bank verplicht stellen dat de basisbetaalrekening door een erkende hulpverleningsinstantie
wordt beheerd. Het is aan de consument om een erkende hulpverleningsinstantie te vinden
die bereid is om samen een aanvraag voor een basisbetaalrekening in te dienen. Of
het risico op witwassen en/of belastingontduiking in dit geval voldoende gemitigeerd
is door het inschakelen van een hulpverleningsinstantie (conform het Convenant Basisbankrekening),
is in de eerste plaats ter beoordeling van de betreffende bank.
Vraag 5
Zijn financiële instellingen alleen op basis van vermoedens van overtreding van de
Wwft al bevoegd rekeningen te sluiten/blokkeren of moeten banken hier ook daadwerkelijk
hard bewijs voor aanleveren? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Onder de Wwft zijn de daar onder vallende instellingen verplicht om een cliëntenonderzoek
uit te voeren. De bank moet dit cliëntenonderzoek met succes uitvoeren, voordat zij
een relatie met een klant aan mag gaan. Het cliëntenonderzoek houdt onder meer in
dat de instelling gegevens vergaart over de identiteit van de cliënt. Ook worden er
met het cliëntenonderzoek gegevens vergaard die de instelling in staat moeten stellen
een inschatting te maken van het risico op witwassen en terrorismefinanciering. Dit vereist in de meeste gevallen medewerking
van de cliënt. De financiële instelling dient de ontvangen informatie te verifiëren.
Als de financiële instelling niet in staat blijkt te zijn voldoende gegevens te vergaren
en/of de gegevens te verifiëren zal de financiële instelling moeten besluiten om de
zakelijke relatie niet aan te gaan of deze te beëindigen. Banken kunnen op grond van
de Wwft het openen of aanhouden van een betaalrekening ook weigeren zonder vermoeden
van overtreding of hard bewijs. Een te hoog risico op betrokkenheid bij witwassen
of terrorismefinanciering is voldoende grond voor weigering.
Vraag 6
Welke middelen heeft u om te voorkomen dat financiële instellingen alleen op basis
van het ontbreken van een TIN/SSN bankrekeningen blokkeren of sluiten? Bent u bereid
deze middelen in te zetten?
Antwoord 6
Ik blijf in gesprek met de banken over de redenen van het sluiten en bevriezen van
rekeningen van US Persons. Zoals ik in mijn beantwoording op eerdere Kamervragen heb
aangegeven is het in beginsel aan banken zelf om te bepalen welke klantengroepen zij
bedienen. Als banken rekeningen sluiten of bevriezen van Nederlanders met ook de Amerikaanse
nationaliteit, is van belang dat daarbij de geldende wet- en regelgeving wordt nageleefd.
Als de betrokken cliënt het niet eens is met het oordeel van de bank om de dienstverlening
te beëindigen kan de cliënt hiertegen een klacht indienen bij de bank en vervolgens
bij het Kifid dan wel de kwestie voorleggen aan de rechter.
Vraag 7
Herinnert u zich uw antwoord op vragen van de leden Omtzigt, Van Weyenberg en Lodders4 «Ik wil overigens wel nogmaals benadrukken dat ik het voorbarig vind als banken rekeningen
sluiten, blokkeren of bevriezen met als enige reden dat geen TIN is verkregen»?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Hoe valt uw antwoord onder vraag 5 te rijmen met het besluit van nota bene een staatsbank
om de rekening van een consument te sluiten op basis van het ontbreken van een TIN
en de hiertoe ondersteunende uitspraak van het onafhankelijke klachteninstituut Kifid?
Wat betekenen uw woorden in het licht van deze uitspraak?
Antwoord 8
Ik verwijs hiervoor naar de uitspraak van het Kifid. In deze uitspraak oordeelt het
Kifid dat er naast het ontbreken van een US TIN ook sprake is van andere redenen op
grond waarvan de bank bevoegd was de relatie met de betrokken klant te ontbinden.5
Vraag 9
Klopt het dat
– wanneer een basisbetaalrekening van een consument na 30 juni 2014 is geopend er geen
drempel van USD 50.000 geldt voor een rapportageverplichting aan de Amerikaanse belastingdienst
IRS;
– dit betekent dat de naam en het adres van de US person die de rekening houdt alsmede
zijn rekeninggegevens gerapporteerd moeten worden aan de IRS, ook als de rekeninghouder
geen TIN/SSN heeft verstrekt aan de bank;
– dit de IRS in staat stelt de rekeninghouder te benaderen met het verzoek aangifte
te doen? Zo ja, deelt u de conclusie dat een US person die geen TIN/SSN aan de bank
heeft verstrekt geen basisbetaalrekening mag worden geweigerd, aangezien de verplichte
rapportage aan de IRS voorkomt dat er een reëel risico van belastingontduiking is?
Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
Banken kunnen ervoor kiezen om, «depositorekeningen» met een saldo van minder dan
50.000 dollar (peildatum 31 december) niet te rapporteren, ongeacht wanneer zij zijn
geopend. Onder depositorekening vallen ook (basis)betaalrekeningen.6
Een rekening van een US person wordt gerapporteerd aan de VS ongeacht of er een TIN
aanwezig is. Een financiële instelling loopt dan echter eventueel het risico om door
de IRS aangemerkt te worden als niet compliant. Op grond van Amerikaanse wetgeving moeten Amerikaanse staatsburgers namelijk over
een TIN beschikken. Ongeacht of US persons wel of geen belasting ontduiken voldoen
zij zonder TIN niet aan de Amerikaanse regelgeving. Bij het ontbreken van een TIN
zal de VS niet zelf de belastingplichtige gaan benaderen maar zal er eerst met de
financiële instelling en Belastingdienst in gesprek worden gegaan om vast te stellen
waarom de TIN ontbreekt. Bij de beoordeling of een financiële instelling eventueel
sancties zouden worden opgelegd speelt de inspanning die de financiële instelling
heeft geleverd om de TIN te bemachtigen, een rol.7
Banken zijn verplicht om op aanvraag een basisbetaalrekening te openen tenzij er een
weigeringsgrond van toepassing is op grond van artikel 4:71f Wet financieel toezicht (Wft). Een van de weigeringsgronden is als niet wordt voldaan aan de eisen
van de Wwft. Het enkel ontbreken van een US TIN is geen weigeringsgrond in de zin
van artikel 4:71f Wft. Voor de eisen van de Wwft verwijs ik u naar het antwoord bij
vraag 4.
Vraag 10
Deelt u de zorgen over de positie van de belastingbetaler/consument in zaken tegen
de overheid of financiële instellingen, aangezien de individuele burger niet dezelfde
middelen heeft als de overheid en/of financiële instellingen? Op welke manier worden
de rechten van de consument in zaken tegen financiële instellingen met een leger aan
adviseurs, advocaten en juristen beschermd?
Antwoord 10
Ik zie ook dat burgers vaak niet dezelfde middelen hebben als financiële instellingen
in het geval van een geschil, maar ben van mening dat de rechten van de consument
in zaken tegen financiële instellingen voldoende worden beschermd, onder andere doordat
consumenten een klacht in kunnen dienen bij het Kifid. Het Kifid is onpartijdig en
onafhankelijk. De geschillencommissie streeft naar een gelijk speelveld voor consumenten,
ondernemers en financiële dienstverleners. Het Kifid geeft aan rekening te houden
met een eventuele kennisachterstand van consumenten en ondernemers. Bovendien is het
aanhangig maken van een procedure bij de geschillencommissie van Kifid gratis.
Vraag 11
Bent u bekend met het bericht «Wijziging annex II FATCA-verdrag»?8
Antwoord 11
Ja
Vraag 12 en 13
Waarom heeft de VS eenzijdig besloten de regelgeving rond de FATCA-registraties te
veranderen met alle gevolgen voor «sponsered entities» en «sponsoring entities» van
dien? Deelt u de mening dat dit weer een typisch voorbeeld is van het wijzigen van
de spelregels tijdens het spel? Zo nee, waarom niet?
Om welke reden heeft Nederland er in eerste instantie niet voor gekozen de «sponsored
entities» aan te wijzen als «non reporting financial institutions» in de Annex II
van de intergouvernementele overeenkomst (IGA)? Waarom hebben andere landen hier wel
meteen afspraken over gemaakt met de VS?
Antwoord 12 en 13
Door Bijlage II van de NL IGA aan te passen is kort gezegd bewerkstelligd dat, ondanks
de aanpassingen van de regelgeving door de VS, de huidige situatie met betrekking
tot sponsored entities in stand blijft. De regelgeving over de werking van FATCA staat
primair beschreven in de US Final Regulations. Deze zeer uitgebreide Amerikaanse regelgeving
werkt in feite unilateraal vanwege de grote rol en betekenis van de Amerikaanse financiële
markten en de dollar voor het business model van financiële instellingen. Hierdoor zijn financiële instellingen wereldwijd verplicht
aan die regels te voldoen.
Eind maart 2019 heeft de VS nieuwe regels gepubliceerd die zien op de sponsored entities9 onder de FATCA. Voor 25 maart 2019 was het zo dat een sponsored entity compliant
was als de sponsoring entity alle FATCA-registraties voldeed, zonder dat de sponsored
entity daarvoor zelf actie moest ondernemen en moest worden geregistreerd bij de IRS.
Met de wijziging van de regelgeving van de VS was dat niet langer het geval.
De reden dat in eerste instantie er niet voor is gekozen om de sponsored entities
specifiek aan te wijzen als «non reporting financial institutions» is dat de VS destijds
met alle landen in de wereld IGA’s moest sluiten. Zij bleken toen al snel te weinig
capaciteit te hebben om met elk land te overleggen over de op te nemen vrijgestelde
financiële instellingen en rekeningen. De VS heeft om die reden een model Annex II
opgesteld waarin verschillende typen Non-Reporting FI’s en Excluded Accounts zijn
opgenomen. Door middel van artikel 4, zevende lid, van de IGA kon een land ervoor
kiezen dat financiële instellingen ook toegang hebben tot begrippen die gedefinieerd
zijn in de Final Regulations als die gunstiger voor hen uitwerken dan dezelfde begrippen
zoals opgenomen in de IGA. Nederland heeft toen besloten om de vrijstellingen die
al in de Final Regulations stonden niet op te nemen. Opname werd als overbodig beschouwd
nu daar ook via artikel 4, zevende lid, van de IGA een beroep op zou kunnen worden
gedaan.
Beide verdragspartijen hebben echter niet voorzien dat de IRS jaren later de vereisten
rondom het Sponsoring regime heeft aangepast, waardoor sponsored entities zelf zouden
moeten gaan rapporteren. De VS hebben toen meegewerkt aan het herstellen van een situatie
die tussen verdragspartners niet beoogd was.
Vraag 14
Wat waren de gevolgen geweest voor deze 1700 «sponsored entities» en 130 «sponsoring
entities» als Nederland deze aanvullende afspraken met de VS niet had gemaakt?
Antwoord 14
Nederland heeft deze aanvullende afspraken gemaakt, zodat de IRS zich niet op het
standpunt zou kunnen stellen dat Nederlandse financiële instellingen niet aan de certificeringsvoorwaarden
hebben voldaan. Zij zouden als non-compliant of zelfs significant non-compliant kunnen
worden aangemerkt waarbij de VS een 30% bronbelasting als sanctie kan inroepen als
de financiële instellingen niet binnen 18 maanden na het aangemerkt worden als significant
non-compliant de omissie hebben hersteld. De aanvullende afspraken maken duidelijk
dat de VS dit niet zullen doen en dat de Nederlandse financiële instellingen ook niet
aan de periodieke certificeringsverplichting hoeven te voldoen.
Vraag 15
Welke (extra) informatie moeten deze 1700 «sponsored entities» en 130 «sponsoring
entities» aanleveren bij de IRS en op welke manier wordt de privacy van deze bedrijven
en hun klanten gewaarborgd?
Antwoord 15
Door de aanvullende afspraken hoeven deze entiteiten geen extra informatie aan te
leveren. Zij zullen net als daarvoor de informatie die zij volgens de Nederlandse
regelgeving ter implementatie van FATCA aan de Nederlandse belastingdienst verstrekken,
rapporteren, zonder additionele verplichtingen.
Vraag 16
Welke garantie is er, in het licht van het Amerikaanse besluit om de regelgeving voor
«sponsored entities» en «sponsoring entities» aan te passen, dat de regelgeving voor
andere soorten entiteiten die nog niet verplicht zijn te rapporteren aan de IRS niet
wordt aangepast?
Antwoord 16
Het zou kunnen dat er in de toekomst een situatie ontstaat waarin de VS de Final Regulations
wijzigt waardoor er een discrepantie kan ontstaan met de verplichtingen voor financiële
instellingen die voortvloeien uit de IGA. De VS heeft zich in dit geval als goede
verdragspartner opgesteld door ervoor te zorgen dat financiële instellingen van partnerlanden
niet slechter af zijn door een wijziging van de Final Regulations. Ik acht het daarom
niet aannemelijk dat regelgeving voor andere soorten entiteiten die nog niet verplicht
zijn te rapporteren eenzijdig door de VS wordt gewijzigd.
Vraag 17
Deelt u de steeds groter wordende zorgen over de FATCA-regelgeving, nu, naast de in
eerdere sets schriftelijke vragen van (onder andere) het lid Lodders benoemde problematiek10, ook blijkt dat steeds meer Nederlandse/Europese bedrijven specifieke informatie
moeten delen met de Amerikaanse belastingdienst en dat het nu zelfs voor het Kifid
klaarblijkelijk gerechtvaardigd is om bankrekeningen van consumenten op basis van
het ontbreken van een TIN/SSN te blokkeren of te weigeren?
Antwoord 17
De FATCA-regelgeving is ingevoerd in 2014. De VS heeft met betrekking tot de sponsored
entities laten zien een oplossingsgerichte houding te hebben. Dit staat los van de
verplichting om een US TIN aan te leveren. Daarnaast spelen er in de desbetreffende
Kifid zaak specifieke feitelijke omstandigheden bovenop het enkel missen van een TIN/SSN,
waardoor het Kifid geoordeeld heeft dat in dat geval het beëindigen van een bankrekening
gerechtvaardigd was.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.