Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over de dreigende uitval van zorgpersoneel door stress
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Medische Zorg over de dreigende uitval van zorgpersoneel door stress (ingezonden 21 augustus 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg), mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (ontvangen 5 oktober 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2019–2020, nr. 4100.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Straks hebben we misschien wel bedden, maar geen personeel
voor een tweede golf»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Bent u op de hoogte van de waarschuwingen van ziekenhuisbesturen, vakbonden en Stichting
IZZ dat de vermoeidheid, het ontbreken van tijd om bij te tanken en onverwerkte gebeurtenissen
zich straks gaan wreken bij een tweede golf? Wat heeft u daar tot nu toe mee gedaan?
Maakt u zich ook ernstig zorgen dat een deel van het zorgpersoneel de komende maanden
dreigt uit te vallen vanwege stress, onder andere veroorzaakt door hoge werkdruk,
angst voor besmetting en opgedane schokkende ervaringen? Hoe gaat u dat voorkomen?
Antwoord 2 en 3
De eerste maanden van de uitbraak van covid-19 hebben een zware wissel getrokken op
het zorgpersoneel. Zij hebben dag en nacht gewerkt om goede zorg te bieden, soms onder
moeilijke omstandigheden. Hun mentale gezondheid en veerkracht is van groot belang
om patiënten met covid-19 en het verlenen van reguliere zorg te realiseren. Ik ben
me daarvan bewust en begrijp het signaal dat de genoemde partijen afgeven.
Voorop staat dat we er met elkaar alles aan moeten doen om te voorkomen dat zorgprofessionals
weer door eenzelfde periode heen moeten als we hebben gezien in maart en april. Daarom
blijft onze inzet, ook nu we het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames sterk zien
stijgen, gericht op het voorkomen van dezelfde situatie als toen. Naast de algemene
gedragsregels voor een ieder in onze samenleving, betekent dat ook inzetten op regionale
maatregelen. De inzet is en blijft om ervoor te zorgen dat zorgmedewerkers veilig
aan het werk kunnen met voldoende beschermingsmiddelen en testen.
Daarnaast vind ik het belangrijk dat zorgprofessionals ook ruimte krijgen om gebeurtenissen
uit die eerste periode en schokkende ervaringen goed te verwerken. Gelukkig kunnen
zorgverleners voor mentale ondersteuning vaak terecht binnen hun eigen organisatie
of vinden zij steun in hun persoonlijke omgeving. Daar waar dit in mindere mate gebeurt,
of wanneer zij liever met iemand van buiten de organisatie praten, ondersteunen we
vanuit VWS twee initiatieven. «Sterk in je werk – Extra coaching voor de zorg» is
er voor laagdrempelige mentale ondersteuning. Voor de meer complexe hulpvragen zoals
PTSS-klachten is er het contactpunt «Psychosociale ondersteuning voor zorgprofessionals»
van ARQ IVP. Ook kunnen zorgverleners terecht bij het Informatie en Verwijs Centrum
(IVC) dat in opdracht van VWS is opgericht. Het IVC biedt informatie voor zorgverleners
over zelfzorg, stress, angst en eenzaamheid, tips voor leidinggevenden van zorgverleners
en crisisteams. Het contactpunt van ARQ IVP en het IVC blijven de komende twee jaar
bestaan en worden ingevuld op basis van actuele behoeften en vragen.
In het kader van het programma Waardigheid en Trots in de regio zijn verpleeghuizen
in Noord-Brabant gestart met het implementeren van het concept teamreflectie: een
methode om de ervaringen opgedaan tijdens de zorg voor patiënten met covid-19 binnen
het team een plaats te geven, opdat een ieder weer gezond en gemotiveerd aan de slag
kan. Ook andere regio’s tonen belangstelling voor deze methodiek en we onderzoeken
momenteel de mogelijkheden om verder op te schalen.
Ook heb ik er begrip voor als zorgpersoneel aangeeft het nodig hebben om zich te kunnen
opladen. Zeker in een context, waarin het -ook zonder corona- al heel druk is in de
zorg. Daarom is het van belang dat we samen met alle partijen, ons inzetten opdat
er voldoende en goed uitgerust (extra) personeel beschikbaar is om de hoge werkdruk
en uitval wegens verlof of ziekte op te vangen. Daarom gaan we verder met het platform
«Extra handen voor de zorg» waar professionals die niet meer in de zorg werken zich
kunnen aanmelden om tijdelijk terug te keren. Om mensen snel op te leiden en inzetbaar
te maken voor de zorg, is de Nationale Zorgklas opgericht. Dit is een online modulaire
leeromgeving waar herintreders en mensen met weinig zorgervaring extra training kunnen
volgen om opnieuw of breder ingezet te worden. Ook kunnen er grote groepen mensen
met zorgaffiniteit maar zonder zorgachtergrond terecht om in korte tijd te worden
opgeleid voor ondersteunende en niet complexe zorgtaken.
Ik wil nogmaals mijn waardering voor het werk van zorgprofessionals benadrukken. Daarom
komt er in 2021 een tweede bonus van 500 euro als onderdeel van een brede aanpak voor
het werken in de zorg. Met die aanpak willen we ons blijvend richten op het verminderen
van werkdruk, meer loopbaanmogelijkheden en meer zeggenschap voor zorgprofessionals.
In 2021 komt daarvoor 20 miljoen euro beschikbaar. Om de aanpak ook vanaf 2022 voor
te kunnen zetten stelt het kabinet voor dat jaar 80 miljoen euro beschikbaar en vanaf
2023 130 miljoen euro structureel. Tot slot stelt het kabinet een onafhankelijke commissie
aan die mogelijke knelpunten en kansen – ook in de arbeidsvoorwaarden – analyseert
en verschillende varianten uitwerkt voor een volgende kabinetsformatie.2
Vraag 4
Bent u zich ervan bewust dat 18.000 zorgmedewerkers besmet zijn geweest met Covid-19
en 541 zorgmedewerkers daarmee in het ziekenhuis zijn beland? Erkent u dat een deel
van deze besmettingen tijdens het werk zijn opgelopen?
Antwoord 4
Volgens de meest actuele weekrapportage van het RIVM op het moment van schrijven zijn
er tot en met 22 september 10.00 uur 21.256 zorgmedewerkers in de leeftijd van 18
t/m 69 jaar met Covid-19 gemeld. Van hen zijn 547 (3%) gemeld als opgenomen in het
ziekenhuis. Het is echter niet bekend of te achterhalen of zorgmedewerkers het virus
tijdens hun werk hebben opgelopen of daarbuiten.
Vraag 5 en 6
Erkent u dat het kwalijk is dat deze zorgmedewerkers bij een eventuele doorverwijzing
worden geconfronteerd met het betalen van het eigen risico van minimaal 385 euro en
eventuele andere kosten zoals behandelingen van een fysiotherapeut?
Bent u bereid het eigen risico voor zorgmedewerkers die zelf Covid-19 hebben opgelopen
dit jaar en wellicht volgend jaar te compenseren, net zoals dat nu het geval is bij
onder meer politie- en brandweerpersoneel dat ziek wordt tijdens het werk?
Antwoord 5 en 6
Voor wat betreft de kosten voor behandelingen fysiotherapie wil ik graag verwijzen
naar mijn eerdere besluit om per 18 juli jl. eerstelijns paramedische herstelzorg
voor patiënten die ernstige Covid-19 hebben doorgemaakt voorwaardelijk tot het basispakket
toe te laten3. De kosten die deze patiënten -en dus ook patiënten werkzaam in de zorg- maken voor
behandelingen fysiotherapie worden hierdoor voorwaardelijk vergoed vanuit het basispakket.
Het eigen risico van minimaal 385 euro geldt in dit geval wel.
Het eigen risico vervult echter een belangrijke rol binnen het zorgstelsel. Het uitzonderen
ervan voor specifieke groepen zoals zorgmedewerkers acht ik ongewenst. Het draagt
namelijk bij aan de financiering van de zorguitgaven en het kostenbewustzijn van verzekerden.
Iedere volwassen verzekerde betaalt eigen risico, waarbij geen onderscheid gemaakt
wordt tussen specifieke groepen verzekerden. Dat is ook onderdeel van de solidariteit
binnen het stelsel.
Ook vanuit de uitvoering bezien stuit dit voorstel op bezwaren. Voor andere werknemers,
die mogelijk eveneens via hun werk met Covid-19 in aanraking komen, zijn er ook geen
regelingen om het eigen risico te vergoeden. De regeling voor politie- en brandweerpersoneel
waar in de vraag naar verwezen wordt, richt zich niet specifiek op het eigen risico
en het vergoeden van eigen risico van de zorgverzekering is zeker niet standaard.
Wel kan er sprake zijn van schadeloosstelling bij beroeps gerelateerd letsel. Dit
kan verschillende vormen van immateriële en materiele schade dekken. Het schadeloosstellen
van beroeps gerelateerd letsel is echter een invulling van de zorgplicht van de werkgever.
Aangezien de zorg privaat is georganiseerd, ligt de zorgplicht voor zorgmedewerkers
die helaas ziek zijn geworden tijdens hun werk in eerste instantie niet bij de overheid,
maar bij de individuele zorgwerkgevers.
Ten slotte wil ik in dit kader ook de Stichting Zorg na Werk in Coronazorg (ZWiC)
noemen. De Stichting ZWiC is een privaat initiatief dat fondsen werft om zorgmedewerkers
en hun familieleden bij te staan en de financiële gevolgen van een intensive care
traject of onverhoopt overlijden vanwege Covid-19 te verzachten. Ik heb uw Kamer eerder
per brief geïnformeerd dat ik bereid ben om dit initiatief financieel te ondersteunen
tot een verdubbeling van maximaal € 10 miljoen4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.