Schriftelijke vragen : Een WOB verzoek met betrekking tot de correspondentie herindeling Groningen, Haren en Ten Boer
Vragen van het lid Krol (Krol) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een WOB-verzoek met betrekking tot de correspondentie herindeling Groningen, Haren en Ten Boer (ingezonden 5 oktober 2020).
Vraag 1
Is het u bekend dat de heer Van der Laan, lid van de Groninger Statenfractie van de
Partij voor het Noorden, u op 7 juli jl. heeft verzocht op grond van de Wet openbaarheid
van bestuur hem alle correspondentie te verstrekken die de schriftelijke beantwoording
van de door mij ingediende schriftelijke vragen over herindeling in het algemeen en
die van de gemeente Haren in het bijzonder mogelijk heeft gemaakt over de periode
27 mei 2020 tot 1 juli 2020?
Vraag 2
Is het u bekend dat de verzoeker op 9 september jl. per brief namens u werd bericht
dat de verzoeker uiterlijk op 17 september jl. een beslissing op zijn verzoek zou
krijgen, omdat de opschorting in verband met de zienswijzeprocedure was beëindigd?
Vraag 3
Kunt u toelichten waarom desondanks de verzoeker nog steeds geen beslissing op zijn
verzoek heeft ontvangen? Kunt u aangeven wanneer verzoeker een beslissing mag verwachten?
Vraag 4
Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden, gezien het feit dat afgesproken termijnen
niet worden nagekomen en verzoeker nu al ruim twee weken in het ongewisse wordt gelaten?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
H.C.M. Krol, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.