Schriftelijke vragen : De inzet Syrische rebellen door Turkije in oorlog om Nagorno-Karabach
Vragen van de leden Van Helvert, Omtzigt (beiden CDA) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de inzet Syrische rebellen door Turkije in oorlog om Nagorno-Karabach (ingezonden 2 oktober 2020).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat Turkije Syrische rebellen inzet in de oorlog
om Nagorno-Karabach, aan de zijde van Azerbeidzjan?1
Vraag 2
Behoren tot de in de berichtgeving genoemde rebellengroeperingen, zoals de Sultan
Murad Brigade, ook groeperingen die in het verleden non-lethal assistance (NLA) ontvangen
hebben van Nederland?
Vraag 3
Bent u bereid inzet van Syrische rebellengroeperingen in de oorlog om Nagorno-Karabach
te veroordelen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Herinnert u zich uw antwoord Kamervragen over het bericht dat Turkije Syrische rebellen
inzet in de strijd in Libië, waarbij u aangaf dat het «op dit moment onduidelijk is
om welke strijders of groepen het gaat, wat hun achtergrond is en op welke wijze of
door wie zij geworven en ingezet zouden worden»?2
Vraag 5
Weet u inmiddels wel meer? Zo ja, bent u dan alsnog bereid, met de kennis van nu,
vragen 10 t/m 15 te beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Als u het voor u op dit moment ook bij het oorlog om Nagorno-Karabach onduidelijk
is om welke strijders of groepen het gaat, wat hun achtergrond is en op welke wijze
of door wie zij geworven en ingezet zouden worden, bent u dan bereid om op zoek te
gaan naar antwoorden op deze vragen, bijvoorbeeld door onderzoek te doen en te bepleiten,
contact te zoeken met bondgenoten en uitleg te vragen van Turkije, helemaal gezien
de uitspraak van de Turkse president Erdogan «Turkey will continue to stand with ...
Azerbaijan with all its resources and heart»?3
Vraag 7
Bent u bereid in contact te treden met Frankrijk, gezien de berichtgeving over de
claim van de Franse president Macron dat Syrische strijders actief zijn in de oorlog
om Nagorno-Karabach?4
Vraag 8
Heeft Nederland, ook als lid van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN),
kennisgenomen van het recente rapport van de onafhankelijke internationale VN-onderzoekscommissie
naar Syrië, waarin de commissie aangeeft dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen
dat Syrische rebellen, waaronder de Sultan Murad Brigade, die voor Turkije in Noord-Syrië
vochten, de oorlogsmisdaden van onder meer plunderingen, gijzeling, wrede behandeling
en marteling, verkrachting en vernieling van cultureel bezit hebben begaan? Hoe beoordeelt
u dit? Bent u bereid Turkije en/of de genoemde rebellengroeperingen ter verantwoording
te roepen en te veroordelen?5
Vraag 9
Zijn er «rode lijnen» die Nederland in het kader van het NLA-programma gesteld heeft,
overschreden door Syrische rebellengroeperingen, bijvoorbeeld bij de aanval op en
bezetting van Afrin, waarover de VN-onderzoekscommissie naar Syrië juist ernstige beschuldigingen uit?
Vraag 10
Bent u bereid alle door Nederland in het kader van NLA geleverde spullen terug te
vorderen bij Syrische rebellengroeperingen die zich schuldig gemaakt hebben aan mensenrechtenschendingen,
tot oorlogsmisdaden aan toe? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u bereid te eisen bij Turkije en richting Syrische rebellengroeperingen dat er
geen door Nederland geleverde spullen ingezet worden in Libië en in de oorlog om Nagorno-Karabach?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Deelt u de opvatting van de Franse president Macron, die de oorlogsretoriek van Erdogan
«onbezonnen en gevaarlijk» noemt, en de door Erdogan bepleite verovering van Nagorno-Karabach
door Azerbeidzjan onacceptabel?6
Vraag 13
Bent u bereid de agressieve houding van Turkije richting naburige landen, waaronder
EU- en NAVO-lidstaten, te veroordelen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.