Lijst van vragen : Lijst van vragen over o.a. het Landenbeleid Libië (Kamerstuk 19637-2637)
2020D38471 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brieven inzake het Landenbeleid
Libië (d.d. 30 juni 2020, Kamerstuk 19 637, nr. 2637), het Landenbeleid Syrië (d.d. 30 juni 2020, Kamerstuk 19 637, nr. 2638), het Landenbeleid Guinee (d.d. 30 juni 2020, Kamerstuk 19 637, nr. 639) en het Landenbeleid Venezuela (d.d. 25 augustus 2020, Kamerstuk 19 637, nr. 2649).
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Burger
Nr.
Vraag
1
Bij welke aantallen burgerdoden is sprake van een situatie als bedoeld in artikel
15c van de Kwalificatierichtlijn, aangezien de honderden burgerdoden in Libië volgens
u hiervoor onvoldoende zijn?
2
Waarom zijn afvalligen en bekeerlingen niet in het landenbeleid voor Libië opgenomen?
3
Hoe verhoudt de verslechterde veiligheidssituatie in Libië zich tot de afspraken die
met de Libische kustwacht zijn gemaakt om vluchtelingen tegen te houden? Hoe beoordeelt
u het risico dat hiermee asielgerechtigden terug worden geduwd in een onveilige situatie?
4
Hoeveel migranten zitten momenteel nog in detentiecentra in Libië die niet onder het
betekenisvolle toezicht staan van de UNHCR? Wat gebeurt er om deze mensen alsnog zo
snel mogelijk uit deze centra te krijgen?
5
Wat is de argumentatie om Soefi's niet als als risicogroep en kwetsbare minderheidsgroep
op te nemen in het landenbeleid voor Libië?
6
Waarom zijn gescheiden vrouwen, gezien de informatie over hun achtergestelde positie
in de Libische samenleving, niet als risicogroep aangemerkt?
7
Hoeveel Libische asielzoekers telt Nederland momenteel en kunt u dit uitsplitsen per
risicogroep?
8
Hoe wordt gecontroleerd of Libiërs daadwerkelijk zijn bekeerd tot het christendom?
9
Hoe kan het dat mensen kunnen terugreizen naar een land voor vakantie- en of privédoeleinden
terwijl zij een status in Nederland hebben gekregen op basis van een asielverzoek?
Kan dit een indicatie zijn om alsnog de vergunning in te trekken of in elk geval niet
permanent te maken?
10
Kunt u aangeven op welke gronden een aantal genoemde Europese landen wel een artikel
15c-situatie aanneemt in geheel Libië dan wel in delen daarvan? Kunt u aangeven op
welke gronden een aantal genoemde landen geen artikel 15c-situatie aanneemt? Kunt
u deze gronden per land en eventueel per landsdeel in Libië aangeven? Kunt u vervolgens
aangeven waarom Nederland tot de conclusie komt dat geen sprake is van een 15c-situatie
in (delen van) Libië?
11
Wat is de positie van vluchtelingen en/of migranten in Libië? Vormen zij geen risicogroep
op zichzelf, gezien wat bekend is over de behandeling in Libië van vluchtelingen en
migranten uit andere landen?
12
Waarom kan het besluit- en vertrekmoratorium maar beperkt worden verlengd en daardoor
in dit geval niet meer verder worden verlengd? Welke regelgeving en gedachtegang ligt
hieraan ten grondslag?
13
Aangezien er volgens u geen sprake is van een 15c-situatie in Libië, waarom worden
er dan toch risicogroepen aangeduid die kans maken op een Nederlandse asielvergunning?
14
Aangezien er volgens u geen sprake is van een 15c-situatie in Libië, betekent dit
dat als vastgesteld wordt dat als er zich tussen asielzoekers in Nederland oorlogsmisdadigers
bevinden, deze ongeacht of zij wel of niet tot een risicogroep behoren, worden teruggestuurd?
15
Aangezien er volgens u geen sprake is van een 15c-situatie in Libië, betekent dit
dat enkel asielvergunningen voor bepaalde tijd worden verleend?
16
Kunt u toelichten hoe breed de categorie «(vermeende) opposanten van een feitelijke
machthebber, inclusief gewapende groeperingen en milities» moet worden opgevat? Worden
alle politieke activisten hierin ondervangen?
17
Kunt u aangeven of van alle Libische stammen in kaart is gebracht of zij loyaal waren
aan het bewind van Khadaffi? Zo nee, bestaat het risico dat een lid van een stam die
loyaal was aan het bewind van Khadaffi niet onder de risicogroepen valt door het schrappen
van de breed geformuleerde risicogroep «vreemdelingen die behoren tot een stam waarvan
bekend was dat zij loyaal waren aan het bewind van Khadaffi»?
18
Hoe controleert Nederland of Libische vreemdelingen (afkomstig uit een van de stammen
die loyaal aan Ghadaffi waren) die in Nederland asiel aanvragen, ten tijde van Khadaffi
oorlogsmisdaden of andersoortige misdaden hebben gepleegd?
19
Hoeveel procent van de Libische bevolking valt onder een van de stammen die loyaal
waren aan Khadaffi?
20
Hoeveel Syriërs hebben sinds 2015 een verblijfsvergunning gekregen? Hoeveel daarvan
zijn nareizigers?
21
Hoeveel Syriërs met een tijdelijke verblijfsvergunning bevinden zich op dit moment
in Nederland? Hoeveel van deze tijdelijke verblijfsvergunningen lopen nog dit jaar
en in 2021 af?
22
Hoeveel van de in Nederland verblijvende Syriërs hebben met een identiteitsdocument
aan kunnen tonen dat zij de Syrische nationaliteit bezitten?
23
Hoeveel Syriërs in Nederland hebben een 1F-status en hoeveel daarvan zijn uitgezet?
24
Hoeveel Syriërs zijn vanuit andere landen inmiddels (tijdelijk en/of permanent) teruggekeerd
naar het land van herkomst?
25
Hoeveel Syriërs zijn vanuit Nederland teruggekeerd naar Syrië?
26
Is momenteel een actieve gewapende strijd gaande in Damascus?
27
Is momenteel een actieve gewapende strijd gaande in Homs?
28
Is momenteel een actieve gewapende strijd gaande in Suwayda?
29
Is momenteel een actieve gewapende strijd gaande in Hama?
30
Is momenteel een actieve gewapende strijd gaande in Daraa?
31
Welk gebied in Syrië is nog onder controle van IS en is daar momenteel een actieve
gewapende strijd gaande?
32
Wanneer wordt een volgend ambtsbericht over de situatie in Syrië verwacht? Kunt u
cijfers verstrekken van het aantal Syrische statushouders per jaar van aankomst in
Nederland dat momenteel in een uitkering zit?
33
Hoeveel in Nederland geregistreerde vreemdelingen in de afgelopen vijf jaar bleken
aanhangers van het regime? Hoe wordt dit gecontroleerd?
34
Waarom wordt in het Nederlandse landenbeleid geen onderscheid gemaakt tussen aanhangers
van het Assad-regime en oppositie en burgers? Waarom is in het landenbeleid Syrië
geen sprake van risicogroepen?
35
Hoeveel Syriërs zijn de afgelopen vijf jaar vanuit Nederland teruggekeerd naar Syrië
en hoeveel daarvan hebben bij terugkeer een reëel risico gelopen op ernstige schade?
36
Van hoeveel Syriërs die terug zijn gekeerd naar Syrië is de verblijfsvergunning ingetrokken?
37
Hoeveel Syriërs hebben in de afgelopen vijf jaar de keuze gemaakt om op eigen initiatief
vanuit Nederland terug te keren naar Syrië?
38
Heeft u tevens een algemeen ambtsbericht gevraagd over de veiligheidssituatie in Guinee?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer wordt dit ambtsbericht verwacht?
39
Kan een minderjarige op grond van het nieuwe landenbeleid alsnog asielbescherming
worden ontzegt op basis van de aanname dat ouders of verzorgers het kind kunnen beschermen
tegen een aannemelijk risico op genitale verminking? Zo ja, hoe verhoudt zich dit
tot de constatering in het thematische ambtsbericht dat over het algemeen sprake is
van grote familiare druk als het gaat om genitale verminking?
40
Zijn er voor andere potentiële kwetsbare minderheidsgroepen zoals LHBTI interne beleidsregels
op basis van andere landeninformatie, zoals beschreven in de kabinetsreactie n.a.v.
het ACVZ advies «Weten en Wegen»? Bent u van plan deze, conform aanbeveling van de
ACVZ, ook te publiceren? Zo nee, waarom niet?
41
Welke overheidsdiensten, private partijen en/of NGO's financieren La Maison du Bonheur?
42
Welke waarborgen zijn er dat bij opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen
(amv's) in La Maison du Bonheur geen sprake is van risico's op misbruik, kinderarbeid
of mensenhandel?
43
Welke partij(en) voeren toezicht op de kwaliteit en veiligheid van La Maison du Bonheur?
Heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid toegang tot de toezichtsinformatie
van deze partijen?
44
Zijn kinderen die worden opgevangen in La Maison du Bonheur beschermd tegen familie
die hen terug willen halen (en bijvoorbeeld genitaal willen verminken of uithuwelijken)?
Zo ja, hoe?
45
Hoeveel asielzoekers uit Guinee bevinden zich momenteel in Nederland? Kunt u dit uitsplitsen
per geslacht en leeftijdsgroep?
46
Hoeveel OS-gelden heeft Guinee de afgelopen vier jaar ontvangen van Nederland en welk
percentage is besteed aan het tegengaan van en voorlichting over genitale verminking,
vrouwenrechten en opvangvoorzieningen voor minderjarige slachtoffers hiervan?
47
Hoeveel procent van de vrouwen uit Guinee die zich in Nederland bevinden is slachtoffer
van/loopt kans op geweldpleging of genitale verminking in Guinee?
48
Als uit het ambtsbericht blijkt dat mishandeling van minderjarigen een veelvoorkomende
vorm van geweld is in Guinee, waarom wordt de bewijslast in de Vc 2000 dan bij minderjarigen
gelegd, waarbij zij aannemelijk moeten maken dat ze hebben te vrezen voor geweldpleging?
Kan hier niet beter een «bescherming, tenzij» principe worden gehanteerd?
49
Draagt Nederland (via de Europese Unie (EU) of direct) middels bijvoorbeeld OS-geld
bij aan het voorkomen van mishandeling van minderjarigen in Guinee en het vergroten
van de rechtszekerheid van minderjarige slachtoffers van geweld?
50
Kunt u een beeld schetsen van wat onderwijsvoorzieningen naar «lokale maatstaven»
in Guinee inhouden?
51
Kunt u een beeld schetsen van wat medische verzorging naar «lokale maatstaven» in
Guinee inhouden?
52
Welke maatregelen neemt u als er in de toekomst geen plaats (meer) is voor amv’s in
La Maison du Bonheur? Zijn er naast deze ook andere organisaties waar Nederland mee
kan samenwerken om amv’s in Guinee op te vangen?
53
Wilt u erop inzetten dat de EU de beschikbare OS-gelden aanwendt voor initiatieven
als la Maison de Bonheur, opdat de slachtoffers ter plaatse kunnen worden geholpen?
54
Indien de Dienst Terugkeer en Vertrek concludeert dat er geen plaats is voor een Guineese
amv in La Maison du Bonheur, welke consequenties heeft dit dan voor zowel de asielaanvraag
als voor terugkeer?
55
Hoeveel amv's uit Guinee vragen in Nederland asiel aan op grond van (slachtoffer zijn
van) geweld?
56
Kunt u nader motiveren waarom u op basis van de aantoonbare willekeur in het gewelddadige
optreden van het Venezolaanse regime tegen demonstratiedeelnemers of omstanders daarvan
tot de conclusie komt dat het aanmerken van deze mensen als risicogroep niet gerechtvaardigd
is? Is het aanwijzen van risicogroepen juist niet bedoeld als bescherming tegen (willekeurig)
geweld tegen een specifieke groep?
57
Hoe verhoudt de keuze om lesbiennes, homoseksuelen en biseksuelen niet
als risicogroep aan te merken zich tot de passage in het ambtsbericht op pagina 47
waarin staat dat er in Venezuela weliswaar geen wetgeving is die een actief vervolgingsbeleid
tegen LHBTI’s de jure mogelijk maakt, maar dat er de facto berichtgeving is van met
name politieagenten die gebruik maken van de wettelijke lacunes om personen van een
andere geaardheid (of genderdiverse personen) lastig te vallen of fysiek te bedreigen?
58
Hoe verhoudt uw conclusie dat de humanitaire nood in Venezuela niet moedwillig is
veroorzaakt door het regime zich tot de passage op pagina 16 van het ambtsbericht,
waarin staat dat bronnen stellen dat de daadwerkelijke oorzaak van de economische
situatie ligt in het economische beleid van Chávez en Maduro dat teveel op de olie-inkomsten
is gericht?
59
Hoe verhoudt uw uitspraak dat aanvragen van Venezolaanse vreemdelingen op individuele
omstandigheden worden beoordeeld tot de mogelijkheden van het doen van een aanvraag
en het doorlopen van een rechtmatige procedure in het Caribische deel van het Koninkrijk?
60
Ondersteunt Nederland de opvang van Venezolaanse vluchtelingen in de regio? Zo ja,
op welke manier?
61
Hoe groot is de instroom van Venezolanen naar Nederlands grondgebied? Kunt u hierbij
een uitsplitsing maken tussen Caribisch Nederland en het Europese Nederlandse grondgebied
en het percentage behorende tot de risicogroep?
62
Van het aantal Venezolanen dat asiel heeft aangevraagd op Nederlands grondgebied,
hoeveel daarvan zijn (hooggeplaatste) militairen en hoeveel oppositieleden?
63
Hoe controleert Nederland of dissidenten die een militair verleden hebben geen oorlogsmisdaden
of andersoortige misdaden hebben gepleegd, aangezien de kans groot is dat deze (hooggeplaatste)
militairen (ook) onder Maduro of Chavez hebben gediend? Vallen familieleden van deze
militairen ook onder de risicogroep?
64
Hoeveel OS-gelden heeft Venezuela de afgelopen vier jaar ontvangen van Nederland en
welk percentage is besteed aan het beschermen van de LHBTI-gemeenschap en het verbeteren
van de rechtsstaat?
65
Kunt u toelichten wat het concrete verschil is tussen politieke activisten en personen
die kritisch zijn op het Venezolaanse regime maar geen «significante kritiek» hebben
geuit? Hoe heeft u bij het gemaakte onderscheid in beleid voor deze twee categorieën
het willekeurige gebruik van geweld jegens demonstraten, omstanders en personen die
voor de oppositie hebben gestemd (de tweede categorie) meegewogen? Wat wordt verstaan
onder «significante kritiek»?
66
Hoe kwalificeren andere EU-lidstaten de veiligheidssituatie in Venezuela, volgens
artikel 15c van de Kwalificatierichtlijn?
67
Kunt u de geringe indicaties specificeren waarmee risicogroepen kunnen volgens het
landenbeleid hun vrees aannemelijk maken?
68
Als het gaat om het ontbreken van adequate bescherming door de autoriteiten aan Venezolaanse
burgers, wat wordt dan bedoeld met dat hier «bij de beoordeling van de asielaanvraag
rekening mee gehouden wordt»? Hoe zwaar weegt het feit dat burgers uit Venezuela geen
adequate rechtsbescherming kunnen ontvangen van de autoriteiten aldaar in de beoordeling
van een asielverzoek?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
M.C. Burger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.