Schriftelijke vragen : Speculeren met schulden van ontwikkelingslanden door zogeheten ‘Aasgierfondsen’
Vragen van het lid Van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks) aan de Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking over speculeren met schulden van ontwikkelingslanden door zogeheten «Aasgierfondsen.» (ingezonden 1 oktober 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Aasgierfondsen ruiken hun kans»?1
Vraag 2
Heeft u zicht op hoeveel aasgierfondsen binnen ons Koninkrijk (dus inclusief het Caribische
deel) zijn gevestigd? Zo nee, wat gaat u doen om dit inzicht te verkrijgen?
Vraag 3
Welke concrete resultaten zijn er tot dusver behaald door de Nederlandse financiering
van de African Legal Support Facility en het pleiten binnen de G20 en het IMF voor
«collective action clauses», ter bestrijding van aasgierfondsen?2
Vraag 4
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de gesprekken die het kabinet
heeft gevoerd, of nog voert, met het Institute of International Finance als vertegenwoordiger
van private crediteuren?
Vraag 5
Bent u bekend met gevallen waarin Nederlands ontwikkelingsgeld terecht is gekomen
bij een aasgierfonds? Zo nee, wat heeft u gedaan om dit te onderzoeken? Zo ja, om
welk totaalbedrag gaat het?
Vraag 6
Kunt u uitsluiten dat Nederlands ontwikkelingsgeld, gericht op schuldenverlichting
of begrotingssteun, in de zakken van aasgierfondsen verdwijnt door de speculatie met
schulden? Zo nee, kunt u een inschatting geven van hoeveel ontwikkelingsgeld hieraan
verloren gaat?
Vraag 7
Welke juridische instrumenten worden doorgaans door aasgierfondsen ingezet om schuldenlanden
te dwingen tot het betalen van schulden en hoge rentes?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het niet mogelijk zou moeten zijn voor aasgierfondsen om via
rechterlijke procedures een hoger bedrag af te dwingen dan de aankoopsom van de schulden?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Deelt u de mening dat, in lijn met de oproep door de Adviescommissie van de Mensenrechtenraad
van de VN uit 20163, Nederland zou moeten onderzoeken of nationale wetgeving ter bestrijding van Aasgierfondsen
ingevoerd kan worden, zoals bijvoorbeeld in België reeds het geval is? Zo ja, bent
u voornemens dit te gaan doen, en op welke termijn verwacht u hier zicht op te hebben?
Vraag 10
Bent u bereid de Europese Commissie te verzoeken om te onderzoeken of Europese wetgeving
tegen aasgierfondsen mogelijk en wenselijk is? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
T.J.H. van den Nieuwenhuijzen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.