Brief Algemene Rekenkamer : Aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2021 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
35 570 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021
Nr. 5 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2020
Een goede begroting legt de basis voor een goede verantwoording. Met deze brief ontvangt
u enkele aandachtspunten bij de ontwerpbegroting 2021 (begrotingshoofdstuk XIII) van
het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) (Kamerstuk 35 570 XIII, nrs. 1 en 2) die de Tweede Kamer kan gebruiken bij de begrotingsbehandeling. De begroting omvat
€ 7.837 miljoen aan uitgaven, € 11.561 miljoen aan verplichtingen en € 4.816 miljoen
aan ontvangsten.
De Minister van EZK is beleidsmatig verantwoordelijk voor 24 fiscale regelingen1 die volgens de Miljoenennota 2021 (Kamerstuk 35 570, nrs. 1 en 2) tot een begrote belastingderving leiden van in totaal € 9.613 miljoen. Fiscale regelingen
zijn niet expliciet zichtbaar in de departementale begroting zelf.
Wij gaan in op enkele aandachtspunten voortkomend uit onze onderzoeken, die relevant
kunnen zijn voor de begrotingsbehandeling dit najaar, te weten:
• Verantwoorden in tijden van corona
o Steunmaatregelen coronacrisis
o Het Nationaal Groeifonds
o Leren uit steunmaatregelen
o Samenhang met energietransitie
• De energietransitie
o Medewerking bij de energietransitie
o Navolgbaarheid uitgaven
o Elektrisch rijden
• Brexit
• Fiscale regelingen
We sluiten deze brief af met een vermelding van nog te publiceren onderzoek van de
Algemene Rekenkamer op het terrein van het Ministerie van EZK.
Verantwoorden in tijden van corona
Steunmaatregelen coronacrisis
Deze ontwerpbegroting bevat een overzicht van de voor dit hoofdstuk relevante steunmaatregelen
die de Minister heeft ingezet om de gevolgen van de coronacrisis te ondervangen. Over
de financiële gevolgen en bereikte resultaten van de getroffen steunmaatregelen legt
het kabinet verantwoording af in de jaarverslagen. Net als bij de kredietcrisis van
de jaren 2008–2011 onderzoekt de Algemene Rekenkamer de publieke verantwoording van
de steunmaatregelen. Met onze webpublicatie Coronarekening (https://coronarekening.rekenkamer.nl) brengen we in kaart welke maatregelen door het kabinet zijn getroffen, voor wie
ze zijn bedoeld, door wie ze worden uitgevoerd en wat bekend is over de resultaten
ervan. Via het bijbehorende dashboard vindt u gedetailleerde informatie over de getroffen
steunmaatregelen.
Het Nationaal Groeifonds
De Minister van Financiën wil met een wijziging in de Comptabiliteitswet (CW) 2016
een wettelijke grondslag creëren voor een nieuwe niet-departementale begroting, genaamd
het Nationaal Groeifonds (NGF). Het NGF valt formeel onder de verantwoordelijkheid
van de Minister van EZK, die gezamenlijk met de Minister van Financiën als fondsbeheerder
optreedt.
In onze brief van 31 augustus hebben we aangegeven dat de manier waarop de Minister
van Financiën beoogt om al in 2021 uitgaven te kunnen doen, volgens ons niet in lijn
is met de intenties van de CW 2016.2 Door te kiezen voor een niet-departementale begroting, in plaats van een instellingswet
voor een begrotingsfonds, worden aspecten zoals de aard van de uitgaven en ontvangsten,
en wie van de Ministers met het beheer is belast, nu niet wettelijk verankerd. Zo
kan de informatiepositie en autorisatiefunctie van het parlement in de loop der tijd
worden aangetast. Het belang van deze wettelijke verankering bleek uit eerder rekenkameronderzoek
naar een soortgelijk fonds, het Fonds Economische Structuurversterking. We constateerden
daarin dat herhaaldelijke wijzigingen van de aard van uitgaven en ontvangsten ertoe
leidden dat het oorspronkelijk nut verloren ging, en het fonds werd opgeheven. Wij
wijzen erop dat het nog steeds mogelijk is om de in 2021 gewenste investeringen op
reguliere wijze via de departementale begrotingen te laten lopen. In onze op 24 september
2020 uitgebrachte brief bij de ontwerpbegroting van Financiën gaan we hier nader op
in.3
Leren uit steunmaatregelen
Wij vinden dat de verantwoording over de besteding van publieke middelen juist in
moeilijke tijden moet worden gegarandeerd. Het is daarom belangrijk dat het kabinet
lessen trekt uit onder andere de eerste reeks maatregelen, en deze gebruikt om vervolgmaatregelen
te verbeteren.
Op 26 juni jl. informeerden we de Tweede Kamer over lessen uit steunoperaties aan
grote ondernemingen in het verleden.4 Relevant in dit verband is onder andere de aandacht voor het publieke belang van
de ondernemingen die steun ontvangen, de doelmatigheid en proportionaliteit van de
steun en het tijdig en volledig informeren van het parlement.
Het is voor u van belang om te weten wat de Minister heeft geleerd van de eerste steunmaatregelen,
en hoe deze lessen zijn gebruikt bij eventuele vervolgmaatregelen.
Samenhang met energietransitie
De Minister van EZK staat tevens voor de uitdaging van de energietransitie. Voor 2021
heeft hij € 3,4 miljard aan uitgaven begroot aan een doelmatige energievoorziening
en beperking van de klimaatverandering. De Tweede Kamer heeft het kabinet verzocht
om bij bedrijfsspecifieke steun voorwaarden te stellen op het gebied van onder andere
verduurzaming.5 In reactie daarop heeft de Minister de Tweede Kamer een afwegingskader voor steunverlening
aan individuele bedrijven gestuurd.6 Daarin geeft hij aan dat een cruciale bijdrage aan de energietransitie één van de
indicatoren kan zijn waarmee hij bepaalt of een bedrijf steun ontvangt. Vanuit het
oogpunt van doelmatigheid onderschrijven wij dit. Immers, beleid wordt doelmatiger
als meerdere beleidsdoelen kunnen worden behaald met hetzelfde budget. Wel is het
nodig nadere indicatoren te specificeren om te toetsen welke bedrijven in aanmerking
komen voor steun vanwege hun bijdrage aan de energietransitie, en om deze bijdrage
te volgen.7
De energietransitie
Medewerking bij de energietransitie
Het kabinet wil dat Nederland in 2050 aardgasvrij is. Daarom moeten alle eigenaren
hun gebouwen op termijn loskoppelen van het aardgasnet. Daarnaast heeft het kabinet,
vanwege de aardbevingen, besloten de gaswinning in Groningen versneld te staken.
In ons verantwoordingsonderzoek 2019 BZK constateerden we dat de Minister van BZK
niet de bevoegdheden heeft om de beoogde doelen te realiseren omdat zij, net als gemeenten,
bewoners niet kan dwingen om woningen aardgasvrij te maken.8 De Minister van EZK werkt in zijn conceptversie van de Wet collectieve warmtevoorziening
daarom publiekrechtelijke bevoegdheden voor gemeenten uit om medewerking te kunnen
optimaliseren.9
Tegelijkertijd onderhandelt de Minister met de aandeelhouders van de NAM (Shell en
ExxonMobil) over de hoogte van een vergoeding voor de vervroegde beëindiging van de
Groninger gaswinning. In ons verantwoordingsonderzoek 2019 EZK constateerden we dat
de Minister van EZK op grond van de Wet minimalisering gaswinning Groningen (2018)
nieuwe bevoegdheden heeft om voorwaarden te stellen aan de gaswinning en -opslag van
het Groningergas. De Minister is niet ingegaan op onze aanbeveling om uit te zoeken
hoe hij beter gebruik kan maken van zijn wettelijke bevoegdheden om medewerking bij
de afbouw van de Groninger gaswinning te waarborgen.
Navolgbaarheid klimaatuitgaven
Het kabinet maakt veel geld vrij voor klimaatbeleid. Op verzoek van de Tweede Kamer
is bij artikel 4 van de EZK-ontwerpbegroting een overzicht van klimaatuitgaven opgenomen,
inclusief uitgaven die lopen via de begrotingen van BZK, Financiën, IenW en LNV.10 De Tweede Kamer heeft met de motie Stoffer en Bruins11 het kabinet evenwel verzocht klimaatuitgaven beter te verantwoorden.
Een goede verantwoording begint bij een heldere begroting. Wat dan opvalt is dat de
klimaatuitgaven in het overzicht van de EZK-ontwerpbegroting niet altijd aansluiten
op de ontwerpbegrotingen van BZK, IenW en LNV, bijvoorbeeld omdat een andere uitsplitsing
van de uitgaven wordt gehanteerd. De klimaatuitgaven in het overzicht in de EZK-ontwerpbegroting
zijn verder niet aan beoogde en gerealiseerde CO2-reductie gekoppeld. In ons rapport Inzicht in publiek geld (deel 2) (2019) riepen wij op om in begrotingen meer informatie te geven over de bereikte
resultaten. Ook in ons onderzoeksprogramma Energietransitie wordt dit een aandachtspunt.
Figuur 1 Overzicht klimaatuitgaven in de ontwerpbegroting EZK
Aanbevelingen ten aanzien van elektrisch rijden
Ten slotte wijzen we op onze aanbevelingen uit het verantwoordingsonderzoek 2019 naar
de laadinfrastructuur voor elektrisch rijden. Daarin spraken we de verantwoordelijke
Ministers van EZK en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) aan op het feit dat voor
de consument nog niet transparant is hoe de laadprijzen voor elektrische auto’s tot
stand komen, dat geen periodieke controle plaatsvindt op meters die de hoeveelheid
geladen kWh meten en dat de rijksoverheid geen toezicht houdt op de naleving van de
veiligheidseisen van reeds geplaatste laadstations. Hoewel het dossier voor elektrisch
rijden onder de verantwoordelijkheid van de Minister van IenW valt, dient de Minister
van EZK verantwoording af te leggen over deze aspecten van elektrisch rijden.
Brexit
In 2018 onderzocht de Algemene Rekenkamer hoe Nederland zich op dat moment voorbereidde
op de naderende brexit.12 We constateerden onder meer dat de Douane in het kader van brexit extra budget had
toegekend gekregen, maar op de aanvankelijke brexitdatum (29 maart 2019) nog niet
klaar zou zijn voor een «no-deal»-scenario. Na vertragingen in de onderhandelingen
start na 31 december 2020 hoe dan ook de nieuwe relatie met het Verenigd Koninkrijk.
Het kabinet heeft aangegeven in elk brexitscenario rekening te houden met extra werkzaamheden.13 Daarover verwachten we informatie aan te treffen in de ontwerpbegroting 2021 van
de meest betrokken ministeries.
De Minister van EZK meldt in zijn ontwerpbegroting dat hij in 2021 het Nederlandse
bedrijfsleven zal voorlichten over de gevolgen van brexit in samenwerking met andere
betrokken departementen, VNO-NCW en brancheverenigingen. Nadere (financiële) informatie
over extra werkzaamheden van de Kamer van Koophandel en RVO (inclusief Netherlands
Foreign Investment Agency, NFIA) is niet in de ontwerpbegroting opgenomen. In onze
brief bij de ontwerpbegroting BHOS besteden wij ook aandacht aan de NFIA in relatie
tot de brexit.
Fiscale regelingen
Fiscale regelingen zijn onderdeel van het belastingstelsel. De geldstromen die gemoeid
zijn met fiscale regelingen gaan daardoor op in de totale belasting(geld)stromen.
Hierdoor bestaat het risico dat er slechts beperkt zicht bestaat op en aandacht besteed
wordt aan de omvang van deze fiscale regelingen en de doelmatigheid en de effectiviteit
van het gekozen beleidsinstrument. In de departementale begroting komt de belastingderving
door de fiscale regelingen waarvoor de Minister beleidsmatig verantwoordelijk is niet
expliciet tot uitdrukking. Wel staat de fiscale regeling en derving (extracomptabel)
vermeld in de memorie van toelichting. De budgettaire derving van een fiscale regeling
wordt niet gemaximeerd via deze begrotingswet en kan alleen via een amendering van
de voorwaarden van de fiscale regeling van het Belastingplan worden beïnvloed.
Naar aanleiding van ons rapport «Zicht op belastingverlichtende regelingen» (2017)14 wordt inmiddels jaarlijks in bijlage 9 van de Miljoenennota een overzicht opgenomen
van alle fiscale regelingen en het budgettaire belang van die beleidsmaatregelen.
In bijlage 10 van de miljoenennota staat vermeld wanneer de laatste evaluatie heeft
plaatsgevonden van de fiscale regeling en wanneer de volgende evaluatie in de planning
staat. Om het belang van de fiscale regelingen te onderstrepen, brengen wij in deze
begrotingsbrief de (ontwikkeling van de) budgettaire derving van alle fiscale regelingen
waarvoor de Minister beleidsmatig verantwoordelijk is onder de aandacht en zetten
deze financiële omvang af tegen de totale departementale begroting.
Figuur 2 Bedrag fiscale regelingen versus bedrag begroting (bedragen x € miljoen)
In de onderstaande figuur geven we een overzicht van fiscale regelingen waarvoor de
Minister van EZK beleidsmatig verantwoordelijk is en waarvan het budgettair belang
in bijlage 9 van de Miljoenennota is opgenomen.
Figuur 3 Overzicht fiscale regelingen (bedragen x € miljoen)
Overig te publiceren onderzoek van de Algemene Rekenkamer
Tot de publicatie van ons verantwoordingsonderzoek over 2020 op 19 mei 2021 verwachten
we op het terrein van het Ministerie van EZK nog de volgende onderzoeken te publiceren:
• Steun aan grote ondernemingen deel 2
• Ondergrondse energietoepassingen en grondwaterkwaliteit
• Staatsdeelnemingen Energietransitie
• Zicht op rijksbezit
• Operatie inzicht in kwaliteit
Wij vertrouwen erop dat deze begrotingsbrief behulpzaam is bij de begrotingsbehandeling
in uw Kamer.
Algemene Rekenkamer
drs. A.P. (Arno) Visser president
drs. C. (Cornelis) van der Werf secretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.P. Visser, president van de Algemene Rekenkamer