Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken van het ontwerpbesluit helmplicht snorfietsers
2020D38115
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over haar brief inzake de stand van zaken van het ontwerpbesluit helmplicht
snorfietsers (Kenmerk 2020Z16884).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
2
VVD-fractie
2
PVV-fractie
3
CDA-fractie
3
GroenLinks-fractie
4
SP-fractie
5
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van het Ontwerpbesluit
helmplicht snorfietsers. Deze leden zijn tegen de invoering van de helmplicht voor
snorfietsers. Deze leden zien dit ontwerpbesluit het liefste ingetrokken worden.
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende
beleidsbrief en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met gemengde gevoelens kennisgenomen van de stand
van zaken van het Ontwerpbesluit helmplicht snorfietsers. Deze leden vinden het onbegrijpelijk
dat de Minister nog steeds niet het Ontwerpbesluit helmplicht snorfietsers naar de
Kamer heeft gestuurd. De Tweede Kamer heeft hier al in januari 2019 een motie over
aangenomen en de Tweede Kamer heeft via andere moties en tijdens de procedurevergadering
van de commissie Infrastructuur en Waterstaat meermaals de Minister opgeroepen hier
spoedig mee te komen. De Minister heeft ook toegezegd dit te zullen doen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief over het Ontwerpbesluit
helmplicht snorfietsers. Deze leden danken de Minister hiervoor, maar zijn zeer ontevreden
over het gebrek aan voortgang.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde brief en vinden
het onbegrijpelijk dat de Minister keer op keer zoekt naar redenen om het ontwerpbesluit
voor het invoeren van een helmplicht voor snorfietsers niet naar de Tweede Kamer te
sturen.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie willen weten voor hoeveel snorfietsers de helmplicht zou
gaan gelden. Wat betekent dit voor de mensen die een snorfiets bezitten? Wat is nog
de toegevoegde waarde van de aparte categorie snorfiets als de helmplicht van toepassing
is en wat is dan nog het verschil ten opzichte van een bromfiets? Is de Minister ervan
op de hoogte dat de snorfietsen sneller verduurzamen dan bromfietsen? Is de Minister
het met deze leden eens dat er een groot risico schuilt in het invoeren van de helmplicht,
omdat sommige snorfietsen opgevoerd zullen gaan worden naar de snelheid van een snellere
brommer? En wat betekent de verplaatsing van de snorfiets naar de weg? Deelt de Minister
de mening dat langzame snorfietsers risico lopen in de verkeersveiligheid als ze verbannen
worden naar de rijbaan en zo geconfronteerd worden met vrachtwagens en personenvoertuigen?
Is voldoende bekend over alle negatieve aspecten van dit ontwerpbesluit?
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister meer inzicht zou kunnen geven in
de zienswijzen van de consultatie. Zijn er naast reacties van belangenorganisaties
nog veel andere reacties geweest in het consultatieproces? Hoe maakt de Minister de
afweging?
De leden van de VVD-fractie zouden graag van de Minister willen weten hoe de helmplicht
bijdraagt aan de verkeersveiligheid. Is dit volgens de Minister in voldoende mate
onderzocht? Zo nee, wat is dan nog nodig?
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister geen onherroepelijke stappen te zetten
bij het mogelijk invoeren van de helmplicht voor snorfietsers. Is de Minister hiertoe
bereid? Deelt de Minister de mening dat zorgvuldigheid vereist is? Deelt de Minister
de mening dat als er nog zaken niet bekend zijn of discutabel, het dan vanwege verkeersveiligheid
en zorgvuldigheid niet verstandig is overhaast te werk te gaan? Indien de integrale
afweging voor de verkeersveiligheid negatief uitvalt, is de Minister dan bereid het
voorstel niet in te dienen?
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Minister waarom zij doorzet met de helmplicht
als partijen uit het veld blijven waarschuwen voor de grote gevaren die het verbannen
van de snorfiets naar de rijbaan, ook met helm, heeft.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Minister wat zij ervan vindt dat Nederlanders
nu met extra kosten voor een helm worden opgezadeld. Is de Minister ervan op de hoogte
dat daardoor, samen met de angst om tussen de auto’s op de rijbaan te moeten rijden,
mensen kiezen voor een ander vervoermiddel? Wat heeft de Minister tegen deze mensen,
die zij van de snorfiets jaagt, te zeggen? Voelt zij zich niet schuldig?
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Minister of het tot haar is doorgedrongen
dat het hierdoor onmogelijk wordt om een positieve uitwerking van de maatregel te
kunnen meten. Als niemand meer op de snorfiets durft te stappen, is het namelijk logisch
dat het aantal ongevallen met snorfietsers daalt. Dat toont niet het succes van de
helmplicht aan, maar de desastreuze bijwerkingen voor de bewegingsvrijheid van de
maatregel.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Minister of er nog een echt gedegen onderzoek
naar de maatregel in Amsterdam gaat komen. En omdat Amsterdam hier volgens deze leden
zijn eigen vlees keurt, vragen deze leden of er een onafhankelijk onderzoek komt waarbij
er ook oog is voor de verschuivingseffecten.
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben de vraag of de Minister de aangenomen motie-Von
Martels c.s. (Kamerstuk 29 398, nr. 652) van januari 2019 kent die de regering verzoekt om de Kamer spoedig een wetsvoorstel
voor te leggen waarbij het dragen van een helm verplicht wordt voor snorfietsers.
Zo ja, hoe heeft de Minister het element «spoedig een wetsvoorstel voor te leggen
aan de Kamer» uitgevoerd? Herinnert de Minister zich verder dat ze in het AO verkeersveiligheid
op 5 februari 2020 heeft aangegeven dat het verdiepend onderzoek echt los kan worden
gezien van het ontwerpbesluit, waardoor er geen enkele vertraging zal optreden? Kent
de Minister de motie-Postma c.s. (Kamerstuk 35 300-XII, nr. 97) van mei 2020 die de regering verzoekt zich tot het uiterste in te spannen het Ontwerpbesluit
helmplicht snorfiets uiterlijk in de laatste week voor het einde van het zomerreces
naar de Kamer te zenden? Zo ja, hoe heeft de Minister het element «uiterlijk in de
laatste week voor het einde van het zomerreces» uitgevoerd? Kent de Minister haar
eigen uitspraak in de Kamerbrief (Kamerstuk 29 398, nr. 839) van juni 2020 dat zij zich, in lijn met de motie van het lid Postma c.s. (Kamerstuk
35 300-XII, nr. 97), tot het uiterste zal inspannen om het Ontwerpbesluit helmplicht snorfiets uiterlijk
in de laatste week voor het einde van het zomerreces naar de Kamer te sturen voor
de gebruikelijke voorhangprocedure? Zo ja, wat heeft Minister gedaan om te voldoen
aan haar toezegging? Kent de Minister de besluitenlijst van de procedurevergadering
van woensdag 9 september 2020, waarin het besluit staat de Minister de toezending
van het Ontwerpbesluit helmplicht snorfietsers te rappelleren? Zo ja, wat heeft de
Minister gedaan om te voldoen aan dit rappel?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister spreekt over een dringend verzoek
van de ANWB, de BOVAG en de RAI Vereniging om bij de vormgeving van het kader voor
Lichte Elektrische Voertuigen (LEV) dit najaar een bredere afweging te maken over
de invoering van een helmplicht. Kan de Minister aangeven wat het belang is van deze
partijen ten opzichte van de helmplicht van de snorfiets? Kan de Minister de precieze
argumentatie die deze drie partijen hebben gegeven over de helmplicht voor snorfietsers
met de Kamer delen? Deze leden hebben verder het gevoel dat de Minister de Tweede
Kamer niet serieus neemt rond het Ontwerpbesluit helmplicht snorfiets. Kan de Minister
aangeven welke mening zij belangrijker acht, de mening van een meerderheid van de
Tweede Kamer of de mening van partijen uit het veld? Begrijpt de Minister dat het
niet logisch klinkt dat de Minister in de geagendeerde Kamerbrief voor dit schriftelijke
overleg aangeeft dat de internetconsultatie de reden is om tot uitstel over te gaan,
terwijl de consultatie op 30 maart 2020 al is gesloten en de Tweede Kamer in de Kamerbrief
van juni 2020 (Kamerstuk 29 398, nr. 839) al is geïnformeerd over de resultaten van de internetconsultatie en het vervolgproces
van het ontwerpbesluit? Begrijpt de Minister dat deze leden het gevoel beginnen te
krijgen dat de politieke wil lijkt te ontbreken bij de Minister om het ontwerpbesluit
snel naar de Kamer te sturen? Kan de Minister verzekeren dat dit volstrekt niet het
geval is?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister binnen twee weken het Ontwerpbesluit
helmplicht snorfietsers naar de Kamer te sturen. Is de Minister hiertoe bereid?
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het terecht dat de vraag over een helmplicht
voor diverse soorten LEV’s wordt opgeworpen. Deze leden zien dat een aantal nieuwe
soorten elektrische voertuigen vaker betrokken zijn bij ongelukken met letsel en dat
ernstig letsel soms kan worden voorkomen met het dragen van een geschikte helm. Deze
leden zien echter ook dat de variëteit in soorten LEV’s, de manier van gebruik, snelheid,
ongevalgevoeligheid en doelgroep erg groot is. Dat vraagt om een andere aanpak dan
bij de snorscooters.
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat we van de 750.000 snorscooters
data hebben die vele jaren teruggaan. De discussie of een helmplicht zinvol is, is
wetenschappelijk gezien allang beslecht. Deze leden wijzen erop dat de Kamer daarom
ook heeft besloten dat die helmplicht er moet komen en dat de regering dit dient uit
te voeren. Dat kan prima los van een discussie over LEV’s. Deze leden zien niet in
waarom een verdere vertraging van de helmplicht voor scooters nodig is. Dit kost mensenlevens.
De leden van de GroenLinks-fractie roepen de Minister op om de twee onderwerpen niet
met elkaar te vermengen en zo de invoering van de helmplicht kunstmatig te vertragen.
Deze leden roepen de Minister op om de helmplicht voor snorscooters onverwijld om
te zetten in regelgeving, zodat het parlement dit nog voor de verkiezingen kan bekrachtigen.
Deze leden verzoeken de Minister daarnaast om voor de risico’s voor de bestuurders
van LEV’s een apart traject te starten, met onderzoeken en adviezen die mogelijk op
termijn leiden tot wetgeving. Dit moet losstaan van het traject voor snorscooters,
ook al leidt het mogelijk op termijn tot identieke of sterk gelijkende regels.
De leden van de GroenLinks-fractie wisselen graag op 8 oktober a.s. met de Minister
van gedachte over LEV’s, maar verwachten ook een concreet tijdpad voor de invoering
van de helmplicht voor snorscooters. Deze leden verzoeken de Minister om de regeling
binnen twee weken naar de Kamer te sturen, zodat deze behandeld kan worden. Deze leden
wensen de helmplicht nog deze periode af te kunnen ronden en verwachten van de Minister
dat zij uitvoering geeft aan de wens van de Kamer.
SP-fractie
De leden van de SP-fractie constateren dat het voorstel om een helmplicht voor snorfietsers
in te voeren nu twintig maanden geleden is aangenomen door de Tweede Kamer. Voor deze
leden is verkeersveiligheid topprioriteit. Daarom kunnen deze leden weinig begrip
opbrengen voor het continu uitstellen van een maatregel die de verkeersveiligheid
vergroot en het aantal verkeersslachtoffers verkleint. Kan de Minister uitleggen waarom
zij het zo moeilijk vindt om het ontwerpbesluit voor deze maatregel naar de Tweede
Kamer te sturen? Deze leden vinden verder uitstel onacceptabel en eisen dat de Minister
het ontwerpbesluit binnen twee weken naar de Tweede Kamer stuurt. Is de Minister hiertoe
bereid? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie merken op dat niet alleen zij verkeersveiligheid topprioriteit
vinden, maar dat ook de Minister met haar ambitie van nul verkeersdoden heeft aangegeven
de veiligheid in het verkeer heel belangrijk te vinden. Hoe verhoudt dit nieuwe uitstel
zich dan ten opzichte van het feit dat in 2019 alleen al 42 doden zijn gevallen bij
verkeersongevallen op een brom- of snorfiets? Hoe ver wordt het aantal doden teruggebracht
wanneer ook voor de snorfiets de helmplicht wordt ingevoerd?
De leden van de SP-fractie begrijpen dat de Minister een brede afweging wil maken
voor de helmplicht, mede in het licht van het toelatingskader voor LEV, maar deze
leden accepteren niet dat dit leidt tot vertraging van het ontwerpbesluit voor een
helmplicht voor snorfietsers. Is de Minister bereid om deze processen gescheiden te
houden en het ontwerpbesluit zo snel mogelijk, uiterlijk over twee weken, naar de
Tweede Kamer te sturen?
De leden van de SP-fractie zetten zich al langere tijd in voor het toelaten van nieuwe
LEV’s, zoals e-steps. Nederland loopt hopeloos achter in deze ontwikkeling in vergelijking
met onze buurlanden. Kan de Minister toelichten wanneer de Tweede Kamer het definitieve
toelatingskader gaat ontvangen en per wanneer LEV’s worden toegestaan? Kan de Minister
ook toelichten of zij met verzekeringsmaatschappijen (Verbond van Verzekeraars) heeft
gesproken over het verzekeren van deze voertuigen en kan zij de uitkomsten van deze
gesprekken zo snel mogelijk met de Tweede Kamer delen?
II Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.