Schriftelijke vragen : De toepassing van het tonnageregime voor de offshoresector en de kosten van de aanleg van windparken op zee.
Vragen van de leden Agnes Mulder, Postma en Omtzigt (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat over de toepassing van het tonnageregime voor de offshoresector en de kosten van de aanleg van windparken op zee (ingezonden 28 september 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel uit het Financieele Dagblad «Nederland benadeelt offshoresector
met strikt belastingregime»1?
Vraag 2
Klopt het dat Nederland strikter is dan andere Europese landen als het gaat om het
al dan niet toepassen van het zogenoemde tonnageregime voor winst uit zeescheepvaart?
Vraag 3
Kunt u duidelijk maken hoe en in welke mate het kwalificeren van zeeschepen voor toepassing
van het tonnageregime in Nederland afwijkt van vergelijkbare regimes in andere Europese
landen? Welke typen schepen en/of activiteiten vallen in Nederland niet onder het
tonnageregime die in andere landen daar wel onder vallen en vice versa?
Vraag 4
Klopt het dat het Nederlandse tonnageregime wel van toepassing is voor winst uit zeescheepvaart
die wordt behaald bij de exploitatie van windturbines op zee? Kwalificeren schepen
die betrokken zijn bij de aanleg van bijvoorbeeld een windmolenpark op zee ook voor
toepassing van het Nederlandse tonnageregime? Zo ja, voor welke typen schepen en activiteiten
geldt dat? Zo nee, waarom is dit niet het geval?
Vraag 5
Wat betekent dit voor de kosten van zeescheepvaartactiviteiten die nodig zijn voor
de aanleg van windparken op zee? In hoeverre kan het aanleggen van een windpark op
zee hierdoor in Nederland duurder worden dan elders? Kan dit ook effecten hebben voor
de keuzes van partijen die windmolens op zee willen ontwikkelen in Nederland?
Vraag 6
In hoeverre zorgen verschillen in de toepassing van het tonnageregime ervoor dat Nederlandse
bedrijven, bijvoorbeeld bij de aanleg van windparken op zee, duurder zijn dan bedrijven
uit het buitenland? Hoe groot zijn deze verschillen en wat betekenen deze voor de
concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven?
Vraag 7
Wat betekenen de verschillen in toepassing van de tonnageregimes voor de vergroening
van de Nederlandse energieopwekking? Laten wij ons door de huidige toepassing van
het tonnageregime hier als Nederland buitenspel zetten?
Vraag 8
Wanneer zou er volgens u aanleiding zijn om het tonnageregime zodanig aan te passen
dat het bijvoorbeeld ook toegepast kan worden bij activiteiten in het kader van de
aanleg van windparken op zee? Is deze aanleiding er volgens u momenteel of in de nabije
toekomst? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
A.H. (Agnes) Mulder, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Wytske Postma, Kamerlid -
Medeindiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.