Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over non-consensuele naaktbeelden en pornografie, kinder- en wraakporno op pornosites
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over non-consensuele naaktbeelden en pornografie, kinder- en wraakporno op pornosites (ingezonden 10 juli 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 september
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3645.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Kritiek op pornogigant neemt toe: «Ze doen te weinig
tegen kinder- en wraakporno»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de klachten in het artikel over de laksheid van pornosites jegens het aanpakken
van kinder- en wraakporno, al dan niet vanwege de enorme omvang van het aanbod van
pornografisch materiaal?
Antwoord 2
Slachtoffers van online seksueel geweld zijn gebaat bij het tijdig offline halen van
onrechtmatig beeldmateriaal. Bij het offline halen is snelheid geboden, aangezien
de verspreiding van materiaal na online plaatsing vlug kan gaan. Dit is de reden dat
het kabinet opdracht heeft gegeven tot een onderzoek naar een laagdrempelige voorziening
om onrechtmatige content verwijderd te krijgen.
Op dit moment hebben slachtoffers drie handelingsperspectieven. Gedupeerden kunnen
altijd een verwijderverzoek doen bij de eigenaar van een website en het platform dat
de content host, of bij de provider van een dergelijke hoster. Over het verloop van
verwijderverzoeken die specifiek zijn gericht op het offline halen van seksueel getint
beeldmateriaal is geen informatie beschikbaar. In de praktijk kunnen slachtoffers
tegen verschillende obstakels aanlopen bij het gerealiseerd krijgen van een verwijderverzoek,
met name wanneer de website of het platform waar het ongewenste seksueel getinte beeldmateriaal
wordt vertoond niet onder Nederlandse jurisdictie valt.
Naast een verwijderverzoek via de eigenaar van de website of het platform, kan een
dergelijk verzoek ook worden gedaan via een meldpunt. De website Helpwanted.nl kan
een belangrijke rol spelen bij het offline halen van ongewenst seksueel getint beeldmateriaal.
Kinderporno kan worden gemeld bij het Meldpunt Kinderporno. Deze meldpunten richten
zich op het verwijderd krijgen van de illegale content en onderhouden nauwe banden
met de rechtshandhavingsautoriteiten.
Tenslotte kan een slachtoffer die online content verwijderd wenst te zien zich wenden
tot een toezichthouder of de rechter.
Vraag 3
Heeft u enig inzicht in het aantal gevallen van naaktbeelden en pornografische beelden
waarin personen verschijnen zonder dat ze daarvoor toestemming hebben gegeven, het
aantal gevallen van kinderporno en het aantal gevallen van wraakporno op populaire
pornosites?
Antwoord 3
Vooropgesteld is elk slachtoffer dat wordt geconfronteerd met het zonder toestemming
plaatsen van naaktfoto’s of van andere vormen van online seksueel geweld er één te
veel. Vooral minderjarigen zijn kwetsbaar; de aanpak van online seksueel geweld gericht
tegen minderjarigen heeft daarom mijn onverdeelde aandacht.
Het kabinet heeft geen inzicht in het absolute aantal slachtoffers van online seksueel
geweld. Wel zijn er onderzoeken naar ervaren slachtofferschap, zoals het onderzoek
naar het fenomeen online seksueel geweld dat op 14 juli aan u is aangeboden als bijlage
bij de brief over de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.2 Op 7 juli 2020 is uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de aanpak online seksueel
kindermisbruik.3 Hierin worden concrete maatregelen aangekondigd die aansluiten bij de aanbevelingen
in dit onderzoek. Daarnaast zijn er cijfers beschikbaar van de verschillende meldpunten
waarbij online seksueel geweld kan worden gemeld.
Vraag 4
Wat vindt u er van dat deze populaire pornosites geld verdienen aan slachtoffers van
deze ernstige misdrijven met vaak verstrekkende gevolgen voor deze slachtoffers?
Antwoord 4
Misdaad mag nooit lonen. Het is mij een doorn in het oog dat het verdienmodel van
dergelijke internetplatformen vaak onvoldoende rekening houdt met schadelijke neveneffecten
voor individuen, waaronder niet zelden minderjarigen en mensen die onderdeel vormen
van een kwetsbare groep.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de verantwoordelijkheid van pornosites bij de aanpak van non-consensuele
naaktbeelden en pornografie, kinder- en wraakporno? Vindt u dat naast internethosts,
waar u al een felle strijd mee voert, ook deze pornosites een morele plicht hebben
bij te dragen aan deze strijd tegen foute porno?
Antwoord 5
Mijn beleid is erop gericht om onrechtmatigheden zo snel mogelijk weer ongedaan te
maken. De medewerking van internetplatformen is daarbij essentieel. Daar waar deze
samenwerking uitblijft, zet ik zowel op Europees als op nationaal niveau in op implementatie
en naleving van bestaande maatregelen en – waar nodig – op aanvullende maatregelen,
waaronder het aanscherpen van het wettelijk kader. In dit kader verwijs ik graag naar
het wetgevingstraject om bestuursrechtelijk te kunnen gaan ingrijpen bij internetbedrijven
die zich onvoldoende inzetten om kinderporno aan te pakken.
Vraag 6
In uw brief van 7 juli 20204 spreekt u over een toenemend gevoel van verantwoordelijkheid onder hostingbedrijven,
geldt dat volgens u ook voor pornosites?
Antwoord 6
De publiek-private samenwerking die ik met de internetsector heb, heeft mede als doel
om bij te dragen aan een toenemend gevoel van verantwoordelijkheid. De actiegerichtheid
die ik van hostingbedrijven verwacht en zie toenemen, zal ook doorwerken naar pornosites,
die hun online content hosten bij deze bedrijven.
Vraag 7
In eerdere nieuwsberichten werd ook al vergelijkbare kritiek geuit5, wat zegt deze toenemende kritiek op de rol van pornosites volgens u?
Antwoord 7
De toenemende kritiek past binnen een maatschappelijke beweging die bij de groei van
het internet ook aandacht vraagt voor de negatieve gevolgen hiervan. Deze aandacht
is terecht. Zo constateer ik dat politie en Openbaar Ministerie worden geconfronteerd
met een nog steeds groeiend aanbod van beeldmateriaal van online seksueel kindermisbruik.
Achter dit beeldmateriaal zit veel leed van slachtoffers. De toenemende kritiek op
de rol van pornosites toont (het begin van) een ontwikkeling, waarbij de internetsector
van een passieve houding naar een proactieve houding moet transformeren. Een toekomstbestendig
internetbedrijf neemt verantwoordelijkheid voor wat er op servers staat, wat een site
toont en of materiaal kan worden gedeeld. Dit zal in veel gevallen gevolgen hebben
voor het verdienmodel.
Vraag 8 en 9
Is hier ook sprake van een gebrek aan verantwoordelijkheid van pornosites voor het
aanpakken van «rondslingerend kinderpornografisch materiaal»6?
Vindt u dat pornosites waarop gebruikers zelf video’s en/of afbeeldingen kunnen uploaden
voor openbaar gebruik onder hun verantwoordelijkheid uitkomen door op de website te
melden dat deze gebruikers zelf verantwoordelijk zijn voor het geüploade materiaal7?
Antwoord 8 en 9
De huidige Richtlijn voor elektronische handel bepaalt dat aanbieders van hostingdiensten
niet aansprakelijk zijn voor de informatie die zij hosten, behalve als zij er kennis
van hebben of redelijkerwijs behoren dat zij illegaal of onrechtmatige informatie
hosten. Zodra een melding van onrechtmatige beelden is gedaan, mag in het algemeen
worden aangenomen dat de aanbieder dit redelijkerwijs behoort te weten. In dat geval
moeten zij prompt handelen om die informatie ontoegankelijk te maken of te verwijderen.
De stellingname van veel pornosites is juridisch dus maar beperkt houdbaar: indien
zij weten of behoren te weten dat het geüploade materiaal onrechtmatig is, dienen
zij wel degelijk zelf maatregelen te nemen. Aanvullend daarop vind ik dat platformen
ook een morele verantwoordelijkheid hebben om hun platform schoon te houden van illegale
en onrechtmatige content. De richtlijn elektronische handel staat niet in de weg dat
zij zelf aanvullend onderzoek verrichten naar geüploade content die zij hosten.
Vraag 10
Vindt u ook dat pornosites de plicht hebben foute porno te verwijderen, in plaats
van het recht zoals in een nieuwsartikel wordt beweerd8, om het materiaal van gebruikers te verwijderen?
Antwoord 10
Seksueel misbruik en seksueel grensoverschrijdend gedrag, zowel online als offline,
zijn onaanvaardbaar. Het kabinet hecht eraan dat platformen hun verantwoordelijkheid
nemen in het tegengaan van onrechtmatige content, ook in relatie tot pornografische
content. Privaatrechtelijk hebben internetplatformen al een zekere verantwoordelijkheid
om uit eigen beweging onrechtmatige content te verwijderen. Bij het opnieuw vorm geven
van de wet- en regelgeving ten aanzien van het elektronisch handelsverkeer in Europees
verband bekijken we of het wenselijk is om de verantwoordelijkheid van internetplatformen
aan te scherpen.
Vraag 11
Wat zegt het volgens u dat de Stichting Stop Online Shaming en de Stichting Expertisebureau
Online Kindermisbruik gezamenlijk een proces zijn gestart tegen de eigenaar van vagina.nl
omdat er naaktbeelden zijn verschenen van personen die daarvoor geen toestemming hebben
gegeven? Kunt u andere wegen bedenken die de voorkeur verdienen om het materiaal te
laten verwijderen van dergelijke sites?
Antwoord 11
De grens tussen wat onrechtmatig is en wat niet, is niet altijd scherp te trekken.
Ik juich het toe dat de Stichting Stop Online Shaming en de Stichting Expertisebureau
Online Kindermisbruik opkomen voor het belang van slachtoffers door platformen civielrechtelijk
aansprakelijk te stellen voor de schade die zij veroorzaken. Bij de herziening van
de richtlijn elektronische handel is het streven van het kabinet om ook op Europees
niveau de teugels richting de internetplatformen worden aangetrokken.
Vraag 12
Welk wettelijk kader bestaat er om te voorkomen dat non-consensuele naaktbeelden,
kinder- en wraakporno op pornosites verschijnen?
Antwoord 12
Via het strafrecht zijn strafwaardige handelingen als kinderpornografie en misbruik
van seksueel naaktmateriaal (ongeacht leeftijd) strafbaar gesteld. Verder bieden algemene
strafbepalingen, zoals afpersing, bedreiging, smaad en laster ook bescherming op het
moment dat misbruik van seksueel beeldmateriaal plaatsvindt.
In zowel het privaatrecht als het publiekrecht zijn er normen die ertoe strekken dat
platformen bepaalde onrechtmatige content verwijderen en, afhankelijk van de content
in kwestie, ook zelf opsporen. Platformen kunnen ook zelf op grond van een gebruikersovereenkomst
(terms of service) paal en perk stellen aan de verspreiding van onwenselijke of onrechtmatige content
op het platform. De typen content die door platformen niet zijn toegestaan komen in
grote lijnen overeen met de typen content die ook juridisch gezien onrechtmatig zijn.
Vraag 13
Hoe is het toezicht georganiseerd om te voorkomen dat deze foute pornobeelden online
komen en het achteraf aan te pakken?
Antwoord 13
Het vormgeven van toezicht op online content is zowel in Europees verband als op nationaal
niveau onderwerp van gesprek. Voor de aanpak van kinderpornografisch beeldmateriaal
ben ik inmiddels een wetgevingstraject gestart om een toezicht constructie in te richten
waarmee internetbedrijven bestuursrechtelijk aangepakt kunnen worden.
Vraag 14
Waarom geldt er geen vergewisplicht voor dit soort sites waarbij deze sites zich dienen
laten overtuigen dat de afgebeelde personen toestemming hebben verleend voor het openbaar
maken van die beelden op die site en dat deze personen de leeftijd van 18 jaar hebben
bereikt?
Antwoord 14
Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan met het zonder toestemming plaatsen
van seksueel getinte content een strafbaar feit of een onrechtmatige daad worden gepleegd.
In het geval een dergelijke openbaarmaking wordt voorzien, kan het (potentiële) slachtoffer
rechtsmiddelen aanwenden om publicatie te voorkomen.
Vraag 15
Zou u voorstander zijn van een dergelijke vergewisplicht in het kader van de strijd
tegen deze vormen van foute pornografie? Waarom wel c.q. niet?
Antwoord 15
Zoals in het antwoord op vraag 14 uiteen is gezet, kan een slachtoffer zich reeds
verzetten tegen publicatie van dergelijke foto’s. Ik ben daarom geen voorstander van
een separate wettelijke vergewisplicht. Ik zie wel meerwaarde in het beter informeren
van mensen over hun rechten in relatie tot het gebruik van afbeeldingen, gecombineerd
met een snelle toegankelijke procedure om onrechtmatige content zo snel mogelijk verwijderd
te krijgen. Ook zie ik mogelijkheden om het gesprek met internetplatformen aan te
gaan inzake hun algemene voorwaarden en terms of servicein relatie tot onrechtmatige content. Daarbij zet ik in op het maken van afspraken
op Europees niveau.
Vraag 16
Wat zouden volgens u de voor- en nadelen zijn van een dergelijke vergewisplicht?
Antwoord 16
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik u naar de antwoorden op de vragen
14 en 15.
Vraag 17
Op welke wijze zou een dergelijke vergewisplicht juridisch vormgegeven kunnen worden?
Antwoord 17
Zoals in het antwoord op vraag 14 uiteen is gezet, kan een slachtoffer zich reeds
verzetten tegen publicatie van dergelijke foto’s.
Vraag 18
Bent u bereid om een vergewisplicht vorm te geven in een wet? Zou u dit eventueel
in kunnen passen in het wetgevingstraject om het ontoegankelijk maken van online kinderpornografisch
materiaal middels het bestuursrecht af te dwingen9 of in het wetsvoorstel regulering sekswerk10? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 18
Zoals in het antwoord op vraag 14 uiteen is gezet, kan een slachtoffer zich reeds
verzetten tegen publicatie van dergelijke foto’s. Daarnaast laat het kabinet een studie
uitvoeren naar een laagdrempelige voorziening voor burgers om onrechtmatige content
verwijderd te kunnen krijgen.
Vraag 19
Denkt u dat het meerwaarde heeft hier op Europees niveau voor te pleiten, zo ja, bent
u daartoe bereid? Waarom wel c.q. niet?
Antwoord 19
Naast het beter informeren van mensen over hun rechten en het opzetten van een snelle
en laagdrempelige meldprocedure, zie ik meerwaarde in afspraken met internetplatformen
ten aanzien van hetgeen kan worden vastgelegd in algemene voorwaarden en terms of service in relatie tot onrechtmatige content. Daarbij zet ik in op het maken van afspraken
op Europees niveau.
Vraag 20
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 20
Behoudens de vragen 8 en 9, die beide de aansprakelijkheid van platformen voor onrechtmatig
materiaal betreffen, en enkele verwijzingen naar eerdere antwoorden in de beantwoording
van de vragen over de vergewisplicht, heb ik alle vragen separaat beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.