Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Dam over de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland inzake de e-screener
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland inzake de e-screener (ingezonden 4 september 2020).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 25 september
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland
d.d. 13 augustus 2020 inzake de toepassing van de e-screener?1
Vraag 2
Kunt u duiden wat het voorlopige oordeel van de Voorzieningenrechter – namelijk dat
niet zonder meer vaststaat dat de e-screener een voldoende geschikt, objectief instrument
is ter beoordeling van de psychische gesteldheid van een persoon – voor betekenis
heeft voor het huidige, landelijke gebruik van de e-screener? Is daarmee niet de volledige
bodem onder de toepasbaarheid van de e-screener weggevallen?
Vraag 3
Kunt u de Kamer informeren over de plaats en de betekenis van de contra-expertise
in de meest recente procedure rond het aanvragen van een jachtakte of -verlof?
Vraag 4
Kunt u – zo nodig als bijlage – de geldende regeling op dit punt aan de Kamer bekend
maken?
Vraag 5
Klopt het dat er maar één instituut in Nederland is dat deze contra-expertise kan
verzorgen en bent u bereid een lijst te publiceren waarop meerdere instituten worden
genoemd waar mensen een contra-expertise kunnen aanvragen?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat een contra-expertise ongeveer € 1.500 kost en bent u van mening
dat dit bedrag in verhouding staat tot de draagkracht van aanvragers van een jachtakte
of -verlof?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de onvolkomenheid van het functioneren van de e-screener niet
rechtvaardigt dat individuele burgers € 1.500 kosten moeten maken om zich tegen dit
instrument te verweren?
Vraag 8
Wie draagt de kosten van de contra-expertise indien deze in het voordeel van de verzoeker/aanvrager
uitvalt?
Vraag 9
In hoeverre is de e-screener geschikt voor mensen met dyslexie en is dit wetenschappelijk
onderzocht? Kunt u bij de beantwoording van deze vraag onderscheid maken tussen aanvragen
vóór en aanvragen na aanpassingen die verricht zijn naar aanleiding van implementatieproblemen
rond de e-screener?
Vraag 10
Welke mogelijkheden zijn er voor mensen met dyslexie om een tweede kans te krijgen
om de e-screener af te leggen en is het wettelijk verboden om de e-screener twee keer
af te leggen?
Vraag 11
In welke mate is de e-screener geschikt voor met name bestaande aktehouders met een
(relatief) hogere leeftijd die binnenkort aan de beurt komen om hun verlof te verlengen
en in dat kader de e-screener moeten afleggen?
Vraag 12
Kunt u zich voorstellen dat een groot deel van deze groep met angst en beven deze
test tegemoet ziet?
Vraag 13
Deelt u de mening dat ook voor mensen met een afstand tot digitale vaardigheden, maar
ook laaggeletterden de e-screener een relatief zwaardere test is?
Vraag 14
Is het een doel van het beleid om door middel van de inzet van de e-screener het aantal
verlofhouders in Nederland fors te decimeren?
Vraag 15
Bent u bekend met het informatieblad van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
en de Politie inzake de e-screener en met het tekstvak waarin te lezen staat: «Heeft u wel eens gelogen? Het lijkt dan niet handig om ja te antwoorden als u wilt
overkomen als een betrouwbaar persoon. Algemeen bekend is dat iedereen wel eens een
leugentje om bestwil vertelt of dit als kind wel een heeft gedaan. Dus op deze vraag
is het verwachte antwoord «ja»?»
Vraag 16
Kunt u zich voorstellen dat er een grote groep Nederlanders is – zeker onder verlofhouders
– die daadwerkelijk nooit liegt en zonder de geringste twijfel «nee» antwoordt op
bovenstaande vraag?
Vraag 17
Is het niet vreemd dat mensen bij het invullen van de e-screener tactisch in plaats
van naar waarheid moeten gaan antwoorden?
Vraag 18
In welke mate zijn de door de Corona-maatregelen opgelopen achterstanden – bij het
behandelen van aanvragen en verzoeken die door de bureau Korpschefstaken worden verricht
in het kader van de Wet Wapens en Munitie – per 1 september 2020 ingelopen en is het
mogelijk hier per politie-eenheid op de verschillende soorten aanvragen een overzicht
van te verstrekken?
Vraag 19
Worden verlof-aanvragers al weer op het politiebureau ontvangen, of verlopen alle
contacten nog op afstand?
Vraag 20
Wat is de voortgang van het onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid inzake
het takenpakket van de bureaus Korpscheftaken en worden ook andere belanghebbenden
dan de Politie betrokken bij dit onderzoek?
Vraag 21
Ziet u mogelijkheden om de verlening van vergunningen en verloven van de Politie over
te dragen naar de dienst Justis en op welke termijn kunt u hier een beslissing over
nemen?
Vraag 22
Wat is de voortgang van het deactiveren van vuurwapens?
Vraag 23
In hoeverre is er na mijn werkbezoek begin juli 2020 voortgang geboekt in het laten
groeien van het innemen en het controleren van gedeactiveerde vuurwapens?
Vraag 24
Deelt u de mening dat de stand toen (106 aangeleverde gedeactiveerde vuurwapens, afkeuringspercentage
40%) niet zal leiden tot een jaarlijkse productie van minstens 2.500 wapens en op
welke wijze bent u voornemens actief te zorgen voor het op gang krijgen van het deactiverings-proces
in Nederland?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Dam (CDA), van
uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de uitspraak van de Rechtbank
Noord-Nederland inzake de e-screener (ingezonden 4 september 2020) niet binnen de
gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde
informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.