Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Onnodig veel gevaarlijke stoffen in rivieren: lozingsvergunningen flink verouderd’
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks), Laçin (SP), Van Brenk (50PLUS) en Van Esch (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Onnodig veel gevaarlijke stoffen in rivieren: lozingsvergunningen flink verouderd» (ingezonden 22 september 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onnodig veel gevaarlijke stoffen in rivieren: lozingsvergunningen
flink verouderd»?1
Vraag 2
Klopt het dat er nog altijd veel zeer zorgwekkende stoffen, zoals benzeen, lood of
vinylchloride, in onze rivieren belanden? Heeft u zicht op welke gevolgen dat heeft
voor de kwaliteit van het drinkwater?
Vraag 3
Hoeveel bedrijven maken momenteel gebruik van een verouderde vergunning die niet meer
is vernieuwd sinds de invoering van het aangescherpte beleid rondom zeer zorgwekkende
stoffen in 2016? Hoeveel bedrijven lozen hierdoor (mogelijk) nog altijd zeer zorgwekkende
stoffen in het milieu?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe deze ontwikkeling zich verhoudt tot de verplichting voor bedrijven
om de best beschikbare techniek (BBT) toe te passen?
Vraag 5
Klopt het dat zowel Rijkswaterstaat als uw ministerie eigenlijk geen zicht hebben
op de hoeveelheid stoffen die er überhaupt in de rivieren terechtkomen? Deelt u de
analyse van hoogleraar Jacob de Boer dat het hoog tijd is voor een inventarisatie
van hoeveel zeer zorgwekkende stoffen er in het oppervlaktewater voorkomen? Zo nee,
kunt u dat uitgebreid toelichten?
Vraag 6
Kunt u aangeven welke overheden en instanties betrokken zijn bij het verlenen of vernieuwen
van lozingsvergunningen? Kunt u aangeven welke rol deze overheden en instanties spelen
als het gaat om de ontstane achterstand bij het vernieuwen van deze vergunningen?
Bent u bereid ook de provincies en gemeenten hierop aan te spreken?
Vraag 7
Deelt u de mening dat het zeer zorgelijk is dat er zoveel milieuvervuiling plaatsvindt,
omdat onder andere Rijkswaterstaat een capaciteitsprobleem heeft? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, wat gaat u doen om de vergunningscapaciteit bij Rijkswaterstaat zo snel mogelijk
op te schroeven?
Vraag 8
Waarom heeft Rijkswaterstaat de lozingsvergunningen de afgelopen jaren «minder prioriteit»
gegeven? Kunt u toezeggen dat het actualiseren van lozingsvergunningen nu wel prioriteit
krijgt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn verwacht u dat alle vergunningen
opnieuw beoordeeld zijn?
Vraag 9
Gaat u het adviesrapport waarnaar wordt verwezen in het bovengenoemde bericht met
de Kamer delen, waaruit blijkt dat het actualiseren van vergunningen een enorme opgave
zal zijn en miljoenen zal gaan kosten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u hierbij
alvast toelichten wat de hoofdconclusies zijn uit het rapport en welke stappen u gaat
nemen om knelpunten op te lossen?
Vraag 10
Wilt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg Leefomgeving op 15 oktober
2020?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
C. Laçin, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.