Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Harbers en Geurts over het bericht 'Boeren weten raad met Stikstof'
Vragen van de leden Harbers (VVD) en Geurts (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Boeren weten raad met Stikstof» (ingezonden 4 september 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 21 september
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Boeren weten raad met stikstof»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het plan dat de in het artikel genoemde initiatiefnemers samen met
LTO Noord hebben ontwikkeld? Erkent u dat het plan elementen bevat die zowel een lagere
uitstoot van ammoniak in de landbouw, ontwikkelingsruimte voor de landbouw en andere
sectoren alsmede verminderde stikstofbelasting voor de natuur realiseren?
Antwoord 2
Ik heb waardering voor de initiatiefnemers die het plan hebben ontwikkeld. Ik bekijk
samen met de initiatiefnemers en de betrokken provincies of de mogelijkheden die zij
zien inderdaad kunnen leiden tot een lagere uitstoot van ammoniak in de landbouw,
ontwikkelingsruimte voor de landbouw en andere sectoren en verminderde stikstofbelasting
voor de natuur. Het plan dient daarvoor verder te worden uitgewerkt. Ik heb daarover
een gesprek gehad met de vertegenwoordigers van deze boeren. Ik ben bereid om de initiatiefnemers
daarbij te helpen, bijvoorbeeld door de voorgestelde emissiereductiemaatregelen door
te laten rekenen of te onderzoeken of deze maatregelen juridisch geborgd kunnen worden.
Vraag 3, 4
Ziet u in het plan van de initiatiefnemers een realistische mogelijkheid voor boeren
om het niet-subsidiabele gedeelte van de investeringskosten voor innovatie in stallen
te financieren?
Welke mogelijkheden ziet u voor het plan voor het verhuren van een gedeelte van de
vrijkomende stikstofruimte, gekoppeld aan het financieren van innovatie voor de agrarische
sector, als onderdeel van het intern en extern salderen en op welke termijn is dat
de realiseren?
Antwoord 3, 4
Ik zie in het plan van de initiatiefnemers een veelbelovende mogelijkheid om feitelijk
gerealiseerde stikstofruimte te verleasen, en door het verleasen voor de initiatiefnemers
de inkomsten te genereren die nodig zijn om de noodzakelijke innovatie in stallen
te financieren. Een aandachtspunt is of er voldoende vraag naar leaseruimte zal zijn.
Het verleasen van stikstofruimte wordt, onder randvoorwaarden, dit najaar door verschillende
provincies mogelijk gemaakt middels aanpassing van de provinciale beleidsregels voor
intern en extern salderen. Daarmee wordt een belangrijke drempel voor dit initiatief
weggenomen.
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u voor de provincies om deze plannen onderdeel te laten uitmaken
van de gebiedsgerichte aanpak en/of de beleidsregels voor intern en extern salderen?
Bent u bereid hierover met de provincies het gesprek aan te gaan, omdat juist daar
een groot deel van de uitvoering van de stikstofmaatregelen ligt?
Antwoord 5
Ik zal samen met de betrokken provincies de initiatiefnemers helpen om het plan nader
uit te werken. Daaruit moet blijken of het plan geschikt is om het onderdeel te laten
zijn van de gebiedsgerichte aanpak en/of de beleidsregels voor intern en extern salderen.
Een andere mogelijkheid is om met de betrokken boeren een pilottraject te starten.
Ik ga hierover in gesprek met de betrokken provincies.
Vraag 6
Bent u bereid met de initiatiefnemers in gesprek te gaan over de mogelijkheden die
zij zien om een bijdrage te leveren aan het oplossen van de stikstofproblematiek?
Antwoord 6
Ja, inmiddels heb ik ook een gesprek met de initiatiefnemers gehad.
Vraag 7
Bent u tevens bereid de aannames en uitkomsten in het plan van de in het krantenartikel
genoemde initiatiefnemers door te laten rekenen en in samenspraak met de sector tot
een goede uitwerking hiervan te komen?
Antwoord 7
Zie voor de beantwoording van deze vraag het antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.