Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Helvert, Omtzigt, Van Nispen en Sjoerdsma inzake het bericht over de zaak van de heer Singh
Vragen van de leden Van Helvert, Omtzigt (CDA), Van Nispen (SP) en Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Rechtsbescherming over de zaak van dhr. Singh (ingezonden 9 september 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 21 september 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Tweede Kamer wil dat Jaitsen Singh (75) na 36 jaar Amerikaanse
cel naar Nederland wordt overgeplaatst»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de aangenomen motie van het lid Van Nispen c.s. waarin de regering
wordt verzocht zich maximaal in te spannen om de heer Singh op korte termijn naar
Nederland over te laten brengen, verzoeken tot overbrenging te honoreren en hiertoe
zo nodig de procedure tot overdracht van de tenuitvoerlegging te starten?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Welke inspanningen heeft u, naar aanleiding van de hierboven genoemde aangenomen motie,
tot nu toe verricht om dhr. Singh naar Nederland te halen?
Antwoord 3
Zoals beschreven in mijn brief die ik gelijktijdig met de beantwoording van deze Kamervragen
aan uw Kamer heb gestuurd, heb ik het dossier van de heer Singh (betrokkene) nogmaals
uitvoerig en zorgvuldig bestudeerd. Op grond hiervan en op grond van bovengenoemde
motie ben ik bereid om betrokkene diplomatiek te ondersteunen in zijn wens tot vrijlating,
mits met die vrijlating geen maatschappelijke risico’s zijn gemoeid. Diplomatiek ondersteunen
is alleen mogelijk als betrokkene zelf een verzoek tot parole of gratie heeft ingediend bij de autoriteiten van de VS. Om die reden is op 19 augustus
2020 namens mijn ministerie contact opgenomen met het juridisch team van betrokkene
om te bezien in hoeverre een dergelijk verzoek in het vooruitzicht ligt. Op verzoek
van het juridisch team van betrokkene vond dit overleg op 18 september 2020 plaats.
Tijdens dit gesprek is toegelicht waarom de Wots geen reële slagingskans heeft. Wel
is afgesproken dat er actief diplomatieke steun wordt geleverd aan een in te dienen
gratieverzoek.
Vraag 4
Heeft u inmiddels het Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS)-verzoek
van dhr. Singh boven tafel weten te krijgen? Zo nee, hoe kan het dat een WOTS-verzoek
spoorloos verdwijnt? Heeft u navraag gedaan bij de Amerikaanse autoriteiten?
Antwoord 4
Er is alleen sprake van een Wots-verzoek indien de ene staat de andere staat officieel
en volgens de geldende regels verzoekt om de tenuitvoerlegging van een bepaalde straf
over te nemen. Dit is in de onderhavige casus niet gebeurd.
Nederland werd op 25 juli 2019 door tussenkomst van het federale Department of Justice
geïnformeerd dat betrokkene bij de staat Californië zijn interesse kenbaar heeft gemaakt
om overgebracht te worden naar Nederland om hier de resterende tijd van zijn detentie
uit te zitten. In die brief geeft de staat Californië aan: «that his case is now being reviewed to determine if further investigation is warranted.» Sindsdien heeft de ambassade meerdere keren contact gezocht met de autoriteiten
in Californië. De review c.q. het onderzoek door de staat Californië is echter nog
niet afgerond, zo liet Californië op 20 juli 2020 weten. De VS heeft bovendien aangegeven
dat de Covid-19 pandemie tot extra vertraging in de uitvoering van de internationale
overdracht van strafvonnissen heeft geleid.
De brief uit 2019 kan niet aangemerkt worden als zijnde een «Wots-verzoek». Het verzoek
van betrokkene aan de staat Californië is dan ook nooit «verdwenen» geweest omdat
het nog in onderzoek is bij de staat Californië.
Vraag 5
Klopt het dat het toepasselijk verdrag maatgevend is en dat bepalingen in de wet niet
meer dan aanvullende betekenis hebben? Zo ja, bent u in dat geval bereid om de Nederlandse
beleidsregel over bindingsvoorwaarde, in overeenstemming met het toepasselijk verdrag,
los te laten?
Antwoord 5
Ja, het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen (VOGP) is maatgevend
en geeft voorwaarden op grond waarvan strafvonnissen aan een ander land kunnen worden
overgedragen. Het VOGP laat ruimte voor nadere invulling in nationale regelgeving,
waaronder de wet en het beleidskader. Ten aanzien van uw vraag om de beleidsregel
los te laten, zie ik geen aanleiding dit te doen. In mijn brief die ik gelijktijdig
met de beantwoording van deze Kamervragen aan uw Kamer heb gestuurd ga ik hier nader
op in.
Vraag 6
Wanneer bent u van plan om, op basis van het Verdrag Overbrengen Gevonniste Personen
die voorziet in de mogelijkheid dat de staat van tenuitvoerlegging het verzoek tot
strafoverdracht kan doen, in de zaak van dhr. Singh zelf een verzoek tot strafoverdracht
te initiëren?
Antwoord 6
In mijn brief die ik gelijktijdig met de beantwoording van deze Kamervragen aan uw
Kamer heb gestuurd heb ik aangegeven dat ik de VS geen verzoek doe om een procedure
tot overdracht van de tenuitvoerlegging te starten. Dit heeft procesmatige en inhoudelijke
redenen. In die brief ga ik hier nader op in. Zoals ik bij vraag 3 heb aangegeven,
ben ik bereid om betrokkene diplomatiek te ondersteunen in zijn wens tot vrijlating,
mits met die vrijlating geen maatschappelijke risico’s zijn gemoeid.
Vraag 7
Deelt u de mening dat u, naar aanleiding van de aangenomen motie, desnoods uw discretionaire
bevoegdheid in moet zetten om een procedure tot overdracht van de tenuitvoerlegging
te starten om dhr. Singh naar Nederland te halen?
Antwoord 7
Nee. In mijn brief die ik gelijktijdig met de beantwoording van deze Kamervragen aan
uw Kamer heb gestuurd ga ik hier nader op in.
Vraag 8
Bent u tevens bereid om, gezien de kwetsbaarheid van gedetineerden in de Verenigde
Staten voor het coronavirus, via alle mogelijke diplomatieke kanalen bij de Californische
autoriteiten te pleiten voor gratie voor dhr. Singh?
Antwoord 8
Nederland heeft diverse keren een beroep gedaan op de Californische autoriteiten om
betrokkene op grond van humanitaire overwegingen vrij te laten. Een verzoek tot gratie
kan echter alleen door betrokkene zelf worden ingediend.
De diplomatieke inspanningen worden wel gecontinueerd, zoals ik ook beschrijf in de
brief met kenmerk 2967754. Zo heeft de ambassade 20 juli jl. aan de parole agent gevraagd of betrokkene in aanmerking komt voor vrijlating op basis van de huidige
pandemie. De parole agent meldde dat betrokkene niet voorkomt op de lijst van gevangenen die in aanmerking
komen voor vrijlating op basis van de huidige gezondheidscrisis. Hetzelfde antwoord
is verkregen vanuit het kantoor van de Lieutenant Governor van Californië.
Vraag 9
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.