Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Sanering varkenshouderij levert veel minder stikstofwinst op dan gedacht, opnieuw tegenslag voor minister Schouten’
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Sanering varkenshouderij levert veel minder stikstofwinst op dan gedacht, opnieuw tegenslag voor Minister» (ingezonden 14 september 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Sanering varkensboeren levert te weinig op» en «Sanering
varkenshouderij levert veel minder stikstofwinst op dan gedacht, opnieuw tegenslag
voor Minister Schouten»?1
2
Vraag 2
Wat is uw reactie op het nieuws dat het effect van deze maatregel bijna drie keer
te hoog is ingeschat en wat betekent dit voor de ambities ten aanzien van stikstofreductie
en de daarmee samenhangende plannen voor weg- en woningbouw?
Vraag 3
Hoe hoog ligt het aantal ingetekende varkenshouders op dit moment?
Vraag 4
Kunt u aangeven in hoeverre het klopt dat er een terugloop van deelnemers aan de uitkoopregeling
waar te nemen valt, zoals voorspeld door sectorbelangenvereniging Producenten Organisatie
Varkenshouderij (POV)?
Vraag 5
Waarom is ervoor gekozen om de regeling niet primair te richten op veebedrijven met
een hoge uitstoot die zich in de nabijheid van Natura 2000-gebieden bevinden?
Vraag 6
Bent u bereid om deze criteria alsnog toe te voegen voor deelname aan de regeling?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Hoe kan het dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bij haar berekening andere
uitgangspunten heeft gehanteerd dan uiteindelijk in de saneringsregeling zijn opgenomen?
Vraag 8
Bent u bereid om de te verwachten stikstofreductie opnieuw te laten doorrekenen? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 9
Hoe kijkt u aan tegen de conclusie van de onderzoekende partijen die stellen dat de
uitkoopregeling qua reductie van zowel geuroverlast als broeikasgassen en stikstof,
inefficiënt en extreem duur is?
Vraag 10
Onderschrijft u de uitspraak van de heer Rosenthal, die als voorzitter van de ontwerpcommissie
van de saneringsregeling aangaf dat het voornaamste motief van de uitkoopregeling
is om de varkenshouders meer rendement te geven?3
Vraag 11
Waarom is gekozen voor een regeling die volgens de voorzitter primair gericht is op
het verhogen van rendement voor de varkenshouderij, terwijl volgens het regeerakkoord
de saneringsregel gericht was op gezondheids,- en leefbaarheidsproblemen in Veedichte
gebieden?4
Vraag 12
Kunt u een overzicht geven van de conjuncturele positie van de varkenssector in Nederland
tussen 2015 tot aan de start van de uitkoopregeling?
Vraag 13
Deelt u de mening dat de saneringsregeling strikt als doel zou moeten hebben om stikstof,
broeikasgas en geuroverlast te reduceren en daarmee de natuur- en omgevingswaarde
te versterken?
Vraag 14
Klopt het dat de Rabobank als deelnemende partij bij het opstellen van de voorwaarden
van de saneringsregeling zelf financieel baat heeft bij de uitkoopregeling in de vorm
van 40% van het totale bedrag aan af te lossen leningen?5
Vraag 15
Was u bekend met het financiële belang dat de Rabobank heeft bij de saneringsregeling?
Zo ja, hoe is het dan mogelijk dat u de Rabobank niet hebt geweerd als onderdeel van
deze commissie?
Vraag 16
Kunt u zich voorstellen dat de deelname van de Rabobank aan de betreffende commissie
de schijn van belangenverstrengeling oproept, temeer daar het hierbij gaat om een
groot bedrag aan belastinggeld dat is opgebracht door inwoners?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.W. Futselaar, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.