Schriftelijke vragen : Diverse recente berichten over de (strafrecht)advocatuur
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over diverse recente berichten over de (strafrecht)advocatuur (ingezonden 11 september 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Regels advocaten opnieuw bekijken»1, het bericht «Mogen advocaten worden geschaduwd door politie?»2 en het bericht «OM: advocaten zijn niet immuun»?3
Vraag 2
Kunt u aangeven wanneer de gedragsregels voor de advocatuur voor het laatst zijn geactualiseerd?
In hoeverre is de ontwikkeling in de criminaliteit, met name de aanzienlijke verharding
in het criminele drugsmilieu – zich bijvoorbeeld manifesterend in de nietsontziende
moord op een advocaat –, een element van overweging geweest bij het opstellen van
deze laatste versie van de gedragsregels?
Vraag 3
Wat zijn precies, zowel qua wettelijke bepalingen als qua gedragsregels, de geldende
regels ten aanzien van het bijstaan van meer dan één cliënt in één strafzaak of van
één criminele organisatie door één advocaat of door meerdere advocaten van één kantoor?
Bent u van mening dat die geldende regels nog passen bij de huidige realiteit van
verruwing en verharding in het criminele milieu?
Vraag 4
Loopt een advocaat die in één feitencomplex meer dan één cliënt bijstaat niet het
grote risico dat hij of zij niet meer volledig de belangen van iedere cliënt afzonderlijk
kan behandelen? Wat is, los van de gedragsregels, thans de gebruikelijke gang van
zaken binnen de strafrechtadvocatuur – «de mores» – hoe hier mee omgegaan wordt? Worden
dit soort afwegingen alleen door de advocaat gemaakt, of hebben de officier van justitie
of de rechter hier ook invloed op?
Vraag 5
Bieden de huidige gedragsregels voldoende «verdediging» voor advocaten (en kantoren)
die, ook bij forse druk vanuit een criminele organisatie, niet meer dan één cliënt
willen bijstaan, om dat daadwerkelijk af te wijzen? Zou een wettelijk verbod om in
zo’n situatie meer dan één cliënt bij te staan juist niet meer bescherming bieden
aan een advocaat of kantoor?
Vraag 6
Zijn er advocaten of advocatenkantoren bekend die, in het licht van de vragen zoals
die hierboven geformuleerd zijn, onder de verdenking staan dat zij op foute wijze
(in de zin van: in strijd met de plicht om de belangen van iedere cliënt onafhankelijk
en ten volle te dienen) rechtsbijstand verlenen? Welke vorm van handhaving en bestrijding
is hiertegen voorhanden? Heeft een lokale deken hier ooit tegen op moeten treden?
Vraag 7
Op welke wijze wordt tussen Openbaar Ministerie (OM) en de Balie gewaakt voor en gewerkt
aan een goede working-relationship? Deelt u de analyse dat op sommige plekken in het
land sprake lijkt te zijn van een onaangename sfeer tussen (specifieke) advocaten
en (specifieke) officieren van justitie? Deelt u de mening dat dit onnodig en contra-productief
kan zijn? Bent u voornemens hier verandering in aan te brengen? Zo ja, hoe?
Vraag 8
Van welke mogelijkheden bedient het OM zich om mogelijke misstanden binnen de advocatuur
aan de orde te stellen? Kunt u uitleggen welke mogelijkheden hier bestaan om de deken
hierin te betrekken? Kunt u zowel de regels als de praktijk beschrijven? Verschillen
die per arrondissement? Is het gebruikelijk dat het OM – per saldo – misstanden aan
de orde stelt door deze in proces-verbaal-vorm aan het dossier toe te voegen?
Vraag 9
Klopt het dat conform de gedragsregels éénmalige contante betaling tot een bedrag
van € 5.000 in de (strafrecht)advocatuur is toegestaan? Hoe vaak komt dit (nog) voor
en welke functie vervult deze mogelijkheid? Gelden er specifieke regels rond die contante
betaling, bijvoorbeeld op het vlak van identificatie van de betaler? Hebben contante
betalingen de specifieke aandacht van de toezichthouder bij de jaarlijkse controle
van de boeken? Is de kans niet groot dat bij contante betalingen crimineel geld via
de advocaat wordt witgewassen?
Vraag 10
Kunt u kort uiteenzetten op welke regels het OM zich beroept als het gaat om het (in
voorkomende gevallen, niet specifiek in deze casus) volgen van personen die tevens
advocaat zijn? Geldt hier een specifieke aanwijzing of regel voor? Wat vindt u er
van dat – kennelijk – een advocaat gevolgd kan worden zonder dat hier binnen het OM
een (tweede) toets op plaatsvindt? Hoe verhoudt zich dat tot de inzet van andere (opsporings)middelen
waarbij toetsing plaatsvindt door de recherche-officier, de parketleiding dan wel
de Centrale Toetsings Commissie?
Vraag 11
Bent u bereid deze vragen elk afzonderlijk te beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.