Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat Achterhoekse burgemeesters boos zijn om het sluiten van cellen
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat Achterhoekse burgemeesters boos zijn om het sluiten van cellen (ingezonden 23 april 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 september
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2771.
Vraag 1
Waarom worden er politiecellen gesloten in de Achterhoek?1
Antwoord 1
Door het sluiten van cellencomplexen wordt voorkomen dat 60 fte politiecapaciteit
onttrokken moet worden aan onder meer de basisteams in de eenheid Oost-Nederland voor
in essentie te veel arrestantencomplexen. Zelfs als er ten gevolge van de overcapaciteit
aan cellen niet of nauwelijks van het betreffende complex gebruik wordt gemaakt, moet
er toch een minimumcapaciteit aan politie-inzet gegarandeerd worden. Zo’n inzet is
niet efficiënt; zeker in tijden dat de capaciteit beter elders kan worden ingezet.
De huidige situatie van negen cellencomplexen dateert van ruim voor de start van de
eenheid Oost-Nederland. Volgens de politie kampt het team Arrestantentaken vanaf de
vorming van de eenheid met het feit dat de beschikbare formatie onvoldoende is om
op alle negen locaties het werk professioneel uit te voeren. Daar bovenop is er ook
in de eenheid Oost-Nederland structureel te veel celcapaciteit.
Het openhouden van de cellencomplexen is tot op heden alleen mogelijk geweest door
overbezetting in de beginperiode, het continu werken met extra inhuur, het inzetten
van politiemedewerkers uit basisteams, het beperkt openstellen van de locatie Deventer
en het inperken van onder andere de arbeidsmodaliteiten van medewerkers. Daarom heeft
de leiding van de politie-eenheid Oost-Nederland in afstemming met het lokale gezag
realistische toekomstvarianten extern laten onderzoeken en deze bestuurlijk uitgebreid
en veelvuldig besproken. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het besluit om de cellencomplexen
in Deventer, Doetinchem, Ede en Tiel te sluiten en de complexen Arnhem/Nijmegen, Apeldoorn,
Borne en Zwolle open te houden. Met dit besluit wordt vooral voorkomen dat er personele
capaciteit vanuit de basisteams ingezet moet worden om negen cellencomplexen open
te houden, terwijl qua benodigde celcapaciteit met minder cellencomplexen kan worden
volstaan. Het ingezette proces wordt door de politie nauwgezet gevolgd. Tot op heden
gaat dit naar tevredenheid van alle (bestuurlijke) partners. Al eerder is besloten
om het proces over een jaar te evalueren.
Tevens zal ik, nu het proces van beoordeling en besluitvorming binnen de politie-eenheid
Oost-Nederland recentelijk is afgesloten, alsnog, conform eerder verzoek van uw Kamer,
de gevraagde AEF-analyse vertrouwelijk aan uw Kamer doen toekomen. Dit rapport maakt
deel uit van de analyse en de beraadslagingen in de verschillende bestuurlijke gremia
van de politie-eenheid Oost-Nederland. Mede op basis van dit rapport kon het bestuurlijke
proces met uiteindelijk de instemming van alle burgemeesters, ook die in de Achterhoek,
worden afgesloten. Bepalend was daarbij de mogelijkheden om via flankerende maatregelen
de nadelen van dit besluit voor de betreffende basisteams zo klein mogelijk te houden.
Denk daarbij aan georganiseerd vervoer en de nieuwe mogelijkheid om over de eenheidsgrenzen
heen arrestanten te kunnen insluiten. Met deze en andere maatregelen is de politieleiding
in de eenheid Oost-Nederland erin geslaagd een goede balans te vinden tussen de beheersmatige
en operationele verantwoordelijkheden.
Vraag 2
Waarom worden agenten nu gedwongen verder te reizen met arrestanten terwijl er al
een groot tekort aan politiecapaciteit is?
Antwoord 2
Juist het oplossen van het capaciteitsvraagstuk voor de basisteams is de belangrijkste
motivator achter dit besluit. Daarmee was ook een belangrijke overweging dat het ene
besluit (tot sluiten of verplaatsing van arrestantencomplexen) niet teniet gedaan
zou worden door operationeel onverantwoorde extra reisbewegingen. Dat was en is scherp
in beeld gebracht. De eenheidsleiding treft met het oog hierop verschillende maatregelen,
zodat extra vervoersbewegingen door de eerstelijns politiezorg zo veel als mogelijk
worden beperkt. Zo zal in de hele politie-eenheid op bepaalde dagen en tijdstippen
een vervoersondersteuning beschikbaar zijn. Daar is met zorg naar gekeken en dekt
het gros van de vervoersbehoefte af. Er komt ook een nieuwe inrichting op een strategisch
gekozen plaats. De cellencomplexen in Arnhem en Nijmegen worden in de toekomst samengevoegd
in een nieuw te bouwen pand in (het tussen beide plaatsen gelegen) Elst. Waar detentielocaties
van andere eenheden voor het betreffende basisteams gunstiger liggen, is voorts mogelijk
gemaakt dat ze daar terecht kunnen. De sluiting van de cellencomplexen in combinatie
met de maatregelen om extra vervoersbewegingen zo veel als mogelijk te beperken, zorgen
voor een positief effect op de inzetbare politiecapaciteit. Het uitblijven van dit
besluit zou juist (blijvend) negatief uitpakken voor de beschikbare politiecapaciteit.
De maatregelen die zijn genomen om extra vervoersbewegingen zo veel als mogelijk te
beperken, hebben ertoe geleid dat inmiddels alle burgemeesters binnen de politie-eenheid
Oost-Nederland het besluit om cellencomplexen te sluiten ondersteunen. Hierover is
op 15 mei jl. ook gecommuniceerd door diverse burgemeesters uit de Achterhoek.2
Vraag 3
Hoe verhoudt zich dit tot de maatregelen in Amsterdam om het arrestantenvervoer uit
te besteden zodat politiecapaciteit vrijgespeeld wordt?
Antwoord 3
De politie-eenheid Oost-Nederland heeft, samen met betrokken partners, de voornoemde
keuze gemaakt aan de hand van de wensen, mogelijkheden en regionale omstandigheden
binnen de eenheid. Dit staat op zich los van de situatie binnen de politie-eenheid
Amsterdam en het besluit dat hierover is genomen3.
Al enkele jaren is er op het gebied van het arrestantenvervoer een nauwe samenwerking
tussen de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) van de Dienst Justitiële Inrichtingen
(DJI) en de politie. Daar waar politiecapaciteit vrij gemaakt kan worden, en waar
dat mogelijk is, wordt door het hele land gebruikgemaakt van de vervoersmogelijkheden
van de DJI.
Vraag 4
Bent u bereid te kijken hoe het arrestantenvervoer zo kan worden ingericht dat het
geen extra politiecapaciteit kost? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Hoe bent u van plan de verschraling van de sociale advocatuur in deze regio tegen
te gaan als deze maatregelen doorgaan?
Antwoord 5
De politie in Oost-Nederland heeft met de advocatuur (Orde van Advocaten van Overijssel
en Gelderland) gesproken over de consequenties van sluiting van cellencomplexen. De
advocatuur heeft aangegeven ook in die nieuwe situatie te kunnen werken. Daarnaast
zijn de leden van het Strafrechtelijk Ketenberaad door de politie meegenomen in dit
besluit. De Raad voor Rechtsbijstand is via de Orde van Advocaten geïnformeerd over
de nieuwe situatie.
Vraag 6
Krijgen sociaal advocaten een extra tegemoetkoming als zij verder moeten reizen om
verdachten bij te staan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand heeft een component reiskostenvergoeding.
De advocaten die verder moeten reizen kunnen daar gebruik van maken. Afhankelijk van
de vestigingsplaats van een advocaat, kan een advocaat in voorkomende gevallen minder
en meer behoeven te reizen. Ook kan de Raad indien het nodig blijkt de regio-indeling
voor de (sociale) advocatuur aanpassen. Voorgaande is aan de Raad voor Rechtsbijstand.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.