Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 494 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2021)
Nr. 7
VERSLAG
Vastgesteld 9 september 2020
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen
en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare
behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
I. ALGEMEEN
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(Verzamelwet SZW 2021) (hierna: het wetsvoorstel) en maken graag gebruik van de mogelijkheid
tot het stellen van enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel
en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Kan de regering aangeven welke wijzigingen van invloed zijn op de koopkracht van mensen?
1. Klein beleid
1.1. Wijziging Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (artikel
VI)
De leden van de CDA-fractie lezen dat de positie van Saba wat betreft de bijzondere
onderstand inmiddels duidelijk is, wanneer kan dit voor Bonaire en Sint Eustatius
duidelijk gesteld worden?
Deze leden lezen dat meer in den brede, ook wat de andere openbare lichamen aangaat,
de discussie in het kader van de aangekondigde verduidelijking en herijking van de
taakverdeling nog plaatsvindt. Is er al een concreet tijdspad voor wanneer hier meer
duidelijkheid in komt?
1.2. Beëindiging en herleving WW-rechten (artikel VIII)
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering of deze wijziging nadelige gevolgen
kan hebben voor Werkloosheidswet-gerechtigden (WW). Zo ja, welke?
1.3. Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) (artikel XIII)
De leden van de GroenLinks-fractie hebben enige zorgen over het voornemen om de Wml
te wijzigen. Deze leden vragen of het klopt dat de Inspectie SZW nu in bepaalde gevallen
niet meer hoeft te controleren of werkgevers niet teveel loon verrekenen. Zo ja, kan
dit geen vervelende gevolgen hebben voor de werknemer/schuldenaar? Hoe vaak komt een
dergelijke situatie voor? Staat het belang van bestaanszekerheid voor de werknemer/schuldenaar
in dit geval niet boven het belang van een simpeler proces voor de Inspectie SZW?
De leden van de SP-fractie vragen welke financiële gevolgen deze wijziging heeft voor
mensen die te maken hebben met beslaglegging.
II. ARTIKELSGEWIJS
Artikel I Algemene Kinderbijslagwet
Artikel 7a
De leden van de SP-fractie hebben opgemerkt dat de regering stelt dat de huidige grondslag
gelegen in het Besluit uitvoering kinderbijslag met regelmaat leidt tot discussie.
Kan de regering dit toelichten? Wat voor gevolgen hebben deze «discussies» voor het
recht van ouders op een dubbele kinderbijslag? Hoe staan deze «discussies» in verhouding
tot de explicitering van de wettelijke grondslag? Daarnaast vragen deze leden wat
met wie de Sociale Verzekeringsbank (SVB) de gezondheidsgegevens straks kan «uitwisselen»?
Artikel III Algemene Ouderdomswet
Artikel 16, tweede lid,
De leden van de SP-fractie zijn tevreden om te lezen dat de wetswijziging in overeenstemming
wordt gebracht met de praktijk. Deze leden vragen wel waarom de Algemene Ouderdomswet-uitkering
(AOW) niet automatisch wordt overgemaakt wanneer de AOW-leeftijd wordt bereikt? Wat
zijn de gevolgen van de huidige systematiek voor de uitvoering voor de SVB? Hoe vaak
komt het voor dat er géén AOW wordt aangevraagd terwijl men daar wel recht op heeft?
Wat zijn de redenen hiervoor?
Artikel IV Arbeidswet 2000 BES
Artikel 17a Arbeid in de nacht
Artikel 17b Arbeid in periode rond de bevalling
Artikel 17c Recht op voed- en kolfverlof
De leden van de SP-fractie vragen of de wijzigingen in de arbeidswet voor zwangere
en bevallen werkneemsters in de BES hen gelijkstelt aan zwangere en bevallen werkneemsters
in de andere Nederlandse gebieden.
Artikel VIII Werkloosheidswet
Artikel 20, eerste lid, onderdeel d
De leden van de SP-fractie vragen welke gevolgen deze wijziging heeft voor de WW-uitkeringsgerechtigde.
Artikel 21, eerste lid
De leden van de SP-fractie vragen welke gevolgen deze wijziging heeft voor de WW-uitkeringsgerechtigde.
Artikel XVIII Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
De leden van de CDA-fractie stellen dat mensen in financiële nood en onder het bestaansminimum
terecht kunnen komen door het hanteren van een te lage beslagvrije voet. Deze leden
merken op dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) naar aanleiding
van een kritisch rapport van de Nationale ombudsman (Invorderen vanuit het burgerperspectief,
uit februari 2019) op dit gebied beterschap heeft beloofd door af te stappen van de
laagste beslagvrije voet bij meerdere beslagleggers. Deze leden zijn hier blij mee,
maar zij zijn er niet gerust op dat deze belofte ook daadwerkelijk wordt ingelost.
Zeker niet nu het UWV in haar commentaar op de wijziging van de Wet vereenvoudiging
beslagvrije voet, aangeeft dat zij hier nog niet de impact van kan bepalen. Kan de
regering hier nader op ingaan en kan de regering garanderen dat het UWV zich aan de
beslagvrije voet gaat houden zoals geformuleerd in het wetsvoorstel, zodat mensen
niet langer onder het bestaansminimum terecht komen?
De leden van de CDA-fractie vragen aan de regering of zij voornemens zijn te besluiten
om een beslag leggende partij uitstel van implementatie te verlenen. Zo ja, welke
risico’s brengt dit dan met zich mee voor het UWV?
Deze leden vragen aan de regering of het klopt dat het mogelijk is dat er verschillende
momenten zijn waarop partijen de wet gaan implementeren. Betekent dit dan ook dat
het UWV met een verscheidenheid aan afspraken met diverse partijen rekening moet houden?
Deze leden vragen of hierdoor niet een onnodig risico ontstaat doordat niet duidelijk
is welke partij wél en welke partij niet over is naar de nieuwe werkwijze, onrechtmatige
gegevenslevering plaatsvindt.
De leden van de CDA-fractie vragen aan de regering indien partijen zoals gemeenten
per 1 januari 2021 nog niet gereed zijn, burgers problemen kunnen ondervinden bij
de vaststelling van de vereenvoudigde beslagvrije voet. Klopt het dat burgers die
aanvullende gegevens aan willen leveren, dit wel kunnen doen bij de betreffende partijen
en deze partijen kunnen dit verwerken, maar dat andere beslag leggende organisaties
hiervan geen kennis kunnen nemen? Zo ja, kan de regering aangeven hoe dit probleem
opgelost kan worden?
De voorzitter van de commissie, Rog
Adjunct-griffier van de commissie, Verouden
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
E.M. Verouden, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.