Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raak over genoegdoening voor atoomklokkenluider Frits Veerman
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over genoegdoening voor atoomklokkenluider Frits Veerman (ingezonden 29 juli 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
9 september 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het onderzoek door het Huis voor klokkenluiders naar de bejegening
van atoomklokkenluider Frits Veerman?1
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van de bevindingen van het Huis voor klokkenluiders in het onderzoeksrapport
van 7 juli 2020. Het Huis acht het aannemelijk dat het melden van een vermoeden van
een misstand door de heer Veerman de oorzaak is geweest van het wijzigen van zijn
werkzaamheden en het daaropvolgende ontslag.
Deze benadeling heeft plaatsgevonden door de voormalig werkgever van de heer Veerman.
Het onderzoek van het Huis voor klokkenluiders heeft geen betrekking op gedragingen
van de overheid.
Vraag 2 en 3
Bent u bereid om een onderzoek te laten doen naar de bejegening van deze klokkenluider
door overheden en overheidsorganisaties?
Bent u bereid met Frits Veerman in contact te treden om te bespreken hoe deze klokkenluider
genoegdoening kan worden gegeven?
Antwoord 2 en 3
Over gedragingen van de overheid, met name de rol van de BVD, heeft de heer Veerman
zich in augustus 1983 al beklaagd bij de Nationale ombudsman. Deze heeft in oktober
1986 na onderzoek een rapport uitgebracht. De ombudsman concludeerde dat geen sprake
was van niet-behoorlijke gedragingen van de BVD.
In januari 2006 is tijdens het debat over de affaire rondom de Pakistaanse atoomgeleerde
Khan aan mijn ambtsvoorganger gevraagd nog eens serieus naar de zaak van de heer Veerman
te kijken, omdat hem onrecht zou zijn aangedaan.2 In reactie daarop heeft de Minister aangegeven geen reden te zien nogmaals onderzoek
in te stellen naar de zaak van de heer Veerman, aangezien de Nationale ombudsman zich
al over de zaak heeft gebogen en ook de rechter zich al heeft uitgesproken over de
inzage van gegevens.3 Het rapport van het Huis voor klokkenluiders heeft geen betrekking op gedragingen
van overheidsorganisaties en vormt dus geen aanleiding om de zaak nu anders te beoordelen.
Ik ben bereid een gesprek te arrangeren met de heer Veerman om te bezien of er in
dit kader concrete gedragingen zijn geweest van overheidsorganisaties jegens zijn
persoon die hem hebben benadeeld, die in het verleden nog niet zijn onderzocht en
die alsnog aanleiding geven tot onderzoek. Op de uitkomst van dat gesprek kan ik uiteraard
niet vooruitlopen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.